Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de WTO, te weten:

- de motie-Vendrik c.s. over het niet verlenen van steun aan uitkomsten van de top in Hong Kong die strijdig zijn met de afspraak van Doha (25074, nr. 106);

- de motie-Vendrik c.s. over het niet opnieuw instellen van een Peace-clause (25074, nr. 107);

- de motie-Vendrik/Irrgang over de inhoud van een mogelijk aid-for-tradepakket (25074, nr. 108);

- de motie-Vendrik/Irrgang over omzetting van de TRIPS-waiver (25074, nr. 109);

- de motie-Irrgang c.s. over het eerder dan 2013 beëindigen van Europese exportsubsidies (25074, nr. 111);

- de motie-Douma over Nederlandse inzet in de onderhandelingen over anti-dumpingregels (25074, nr. 112);

- de motie-Douma over aanpassing van artikel 24 van de WTO (25074, nr. 113);

- de motie-Van den Brink/Van der Vlies over het betrekken van non-tradeconcerns in de onderhandelingen (25074, nr. 114, herdruk);

- de motie-Van den Brink over het opnemen van de minister van LNV in de Nederlandse delegatie (25074, nr. 115).

(Zie vergadering van 30 november 2005.)

De voorzitter:

De motie-Douma (25074, nr. 112) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de door de Kamer gevraagde verankering van de zogenaamde non-tradeconcerns in het handelssysteem op z'n vroegst op de WTO-agenda kan komen bij de afronding van de lopende Doha-ronde en de opstelling van de agenda voor een volgende handelsronde;

overwegende dat bijvoorbeeld de toename van de import van Aziatische schoenen niet moet leiden tot nieuwe protectionistische maatregelen maar wel verlangd mag worden dat die producten voldoen aan algemeen onderschreven internationale afspraken, zoals de core labour standards van de ILO en/of internationale milieuverdragen;

overwegende dat export van producten die niet aan dergelijke standaarden voldoen beschouwd moeten worden als oneerlijke concurrentie, oftewel een bijzondere vorm van dumping;

verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat de EU zich inzet voor het opnemen van een clausule dat export van producten, die zijn vervaardigd in strijd met de core labour standards van de ILO en/of algemeen ondertekende internationale milieuverdragen aangemerkt kan worden als dumping, waartegen een maatregel van anti-dumping mag worden getroffen;

verzoekt de regering voorts, deze inzet mede te zien als methode om het thema van de non-tradeconcerns ten spoedigste op de WTO-agenda geplaatst te krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 116 (25074).

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie legt een stemverklaring af over de motie-Irrgang c.s. op nr. 111.

De fractie van de ChristenUnie pleit al jaren voor afschaffing van de exportsubsidies, ook in de landbouw. In dat opzicht vinden wij deze motie sympathiek. Door het verdwijnen van exportsubsidies wordt de eerlijke handel dichtbij gebracht. Wij vinden wel dat moet worden vastgehouden aan de gemaakte afspraken dat boeren in de EU tot 2013 of 2015 de kans krijgen hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe randvoorwaarden. Deze motie biedt die ruimte niet. Wij vinden ook dat afschaffing van exportsubsidies moet zijn gekoppeld aan productiebeheersing. Daarover spreekt de motie niet.

Alles overwegende zullen wij tegen deze motie stemmen.

De heer De Haan (CDA):

Voorzitter. De motie-Van den Brink op stuk nr. 114 vraagt aandacht voor de non-tradeconcerns, die met name in de landbouw van groot belang zijn. Het is ook voor ons niet uit te leggen dat producten die niet bij ons mogen worden geproduceerd, hier wel mogen worden geconsumeerd en verkocht. Derhalve geldt er geen gelijk speelveld. De motie dringt aan om daarvoor aandacht te vragen bij de EU. Voor het CDA houdt dit niet in dat deze motie om een blokkade vraagt in de verdere onderhandelingen op het gehele terrein van de WTO. Vandaar dat de CDA-fractie voor deze motie zal stemmen.

In stemming komt de motie-Vendrik c.s. (25074, nr. 106).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vendrik c.s. (25074, nr. 107).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Vendrik/Irrgang (25074, nr. 108).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vendrik/Irrgang (25074, nr. 109).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Irrgang c.s. (25074, nr. 111).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de Groep Wilders voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Douma (25074, nr. 116).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Wilders, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Douma (25974, nr. 113).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Brink/Van der Vlies (25074, nr. 114, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Wilders, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Brink (25074, nr. 115).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de Groep Wilders, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven