Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 6 september 2005 over ziekenhuiszorg.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Wij hebben hier al uitgebreid over gesproken en ik wil op dit moment dan ook volstaan met het indienen van een drietal moties die voor zich spreken. De allereerste motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er geen reden is om af te wijken van een standstill zoals een dreigend faillissement of bij overmacht wegens een tekort aan medisch specialisten, waardoor de kwaliteit in het geding komt;

verzoekt de regering, haar verklaring inzake concentratienieuwbouw Bernhoven in te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kant. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 78(27295).

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Het zal duidelijk zijn dat ik met deze motie beoog dat deze minister zijn verklaring over ziekenhuisconcentratie in de regio Oss/Veghel intrekt.

De volgende twee moties gaan meer over de inhoud van de verklaring van de minister. Als mijn vorige motie niet wordt aangenomen, wil ik niet met lege handen blijven staan. Daarom nog twee andere suggesties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er meerdere centraal gelegen locatiemogelijkheden zijn in de regio Oss-Uden-Veghel voor het nieuw te bouwen ziekenhuis Bernhoven;

verzoekt de regering, de zinsnede dat de nieuwbouwlocatie voor ziekenhuis Bernhoven bij voorkeur in Uden dient te zijn gelegen te schrappen uit de toelichting op de verklaring van behoefte voor concentratiebouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kant. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 79(27295).

Mevrouw Kant (SP):

Als dit alles toch gaat gebeuren – uiteraard tegen onze wens – en er toch een concentratieziekenhuis komt, dan Kantis het van belang dat er in de andere plaatsen steunpunten komen met voldoende zorg. Dat vind ik nu net weer onvoldoende onderbouwd in de verklaring van de minister. Vandaar mijn derde motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de afstand tot het ziekenhuis voor een deel van de patiënten groter wordt door de concentratieplannen van ziekenhuis Bernhoven;

overwegende dat adherentieverlies bij concentratie een reëel risico betekent voor Bernhoven;

verzoekt de regering, in haar verklaring over de concentratienieuwbouw aan de zorgsteunpunten de eis te stellen dat een breed pakket aan niet acute basisziekenhuiszorg wordt geboden voor kinderen, chronisch zieken en ouderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kant. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 80(27295).

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Mevrouw Kant zal het toch met mij eens zijn dat in het bouwbesluit als een van de voorwaarden staat opgenomen wat zij in haar derde motie wenst en dat wij in het vorige debat hebben afgesproken dat de invulling van die zorgsteunpunten nog ter kennis van deze Kamer zal worden gebracht?

Mevrouw Kant (SP):

Maar dan is het al geschied en ik wil die voorwaarde graag in de verklaring hebben, opdat wij later niet hoeven te constateren dat die concentratie er nu wel door is maar aan die voorwaarden onvoldoende is voldaan. Ik vraag de minister dus die eisen ook als zodanig in de verklaring op te nemen en die gaan in ieder geval verder dan wij tot nu toe van de minister hebben gehoord.

De heer Buijs (CDA):

Ik ben benieuwd naar het antwoord van de minister, maar volgens mij staan ze er al in!

Mevrouw Kant (SP):

Als deze motie overbodig blijkt te zijn, dan is dat alleen maar winst, maar vooralsnog ben ik daar nog niet van overtuigd.

Mevrouw Arib (PvdA):

Inderdaad hebben wij al uitgebreid over het ziekenhuis Bernhoven gesproken. In het algemeen overleg hebben wij laten merken dat wij uitermate ongelukkig zijn met het besluit van de minister, ook omdat de Eerste Kamer nog moet beslissen over de Wet toegang zorginstellingen. Ik vind het niet erg zorgvuldig dat de minister voorafgaande aan die besluitvorming al een besluit neemt als het gaat om de standstill.

Ik heb een motie over de steunpunten. De minister meent dat er een ziekenhuis moet komen en dat er steunpunten moeten komen in de regio Oss-Veghel, maar de wijze waarop die zullen worden gefinancierd en ingevuld is voor ons nog onduidelijk.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering toestemming heeft gegeven voor concentratienieuwbouw van ziekenhuis Bernhoven voor de regio Oss-Uden-Veghel;

overwegende dat basisziekenhuiszorg voor iedereen in de regio beschikbaar en bereikbaar moet zijn;

verzoekt de regering, nieuwbouw voor deze regio pas in bedrijf te laten gaan als voor de regio steunpunten zijn gerealiseerd in Oss en Veghel;

verzoekt de regering tevens, de Kamer zo spoedig mogelijk te laten weten welke invulling aan deze steunpunten wordt gegeven en hoe deze steunpunten worden gefinancierd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Arib. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 81(27295).

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Dank aan de Kamer voor haar inbreng en moties. Ik zal de moties achtereenvolgens behandelen.

Ik dacht al aan mevrouw Kant te merken dat zij het gevoel had dat haar eerste motie, die mij vraagt het gehele besluit te heroverwegen of in te trekken, weinig kans had. Ook op grond van hetgeen wij in het algemeen overleg hebben uitgewisseld, zal het haar niet verbazen dat ik aanneming van deze motie moet ontraden.

Haar tweede motie verzoekt mij om de zinsnede te schrappen dat het nieuwe ziekenhuis bij voorkeur in Uden dient te zijn gelegen. Welnu, aan het geheel ging vooraf de wens van een centrale locatie. Uden lag hierbij voor de hand. Als men op een creatieve manier een nóg centralere locatie zou weten te vinden, kan daar natuurlijk altijd naar gekeken worden, maar Uden lijkt mij zo'n logische plaats dat ik niet van plan ben om die zinsnede te schrappen.

In haar laatste motie verzoekt mevrouw Kant de regering om de verklaring over de concentratienieuwbouw op te vijzelen. Ik denk niet dat dit nodig is. In de huidige verklaring wordt gesproken van medisch-specialistische zorg aan chronisch zieke ouderen. Dat is per definitie een vrij brede vorm van zorg. Ik heb de Kamer toegezegd dat ik haar zou informeren over de wijze waarop het ziekenhuis dit gaat invullen, dus kunnen wij hier later nog over spreken. Ik vind deze motie derhalve overbodig.

Hetzelfde geldt voor de motie van mevrouw Arib, die verzoekt om de nieuwbouw pas in bedrijf te laten gaan als voor de regio's steunpunten zijn gerealiseerd in Oss en Veghel. Welnu, dit zal tegelijkertijd moeten gebeuren. Ik acht dat ook vanzelfsprekend. Daarom heb ik deze motie niet nodig. Ik heb de Kamer verder toegezegd dat ik haar zal informeren over de invulling van de steunpunten.

Mevrouw Kant (SP):

Het is toch wel belangrijk dat u de motie overbodig vindt want daarmee zegt u dat u het eens bent met de motie zoals ik die verwoord heb. Toch is er een verschil tussen medisch-specialistische zorg en zoveel mogelijk basisziekenhuiszorg. De formulering in mijn motie is wat breder.

Minister Hoogervorst:

Het gaat natuurlijk niet meer om een ziekenhuis. Een zeer hoog percentage van de zorg die chronisch zieke ouderen nodig hebben, zal door steunpunten geleverd moeten worden.

Mevrouw Kant (SP):

Dat is een behoorlijke toezegging want het wordt dus meer dan alleen een diabetespoli. Uw bedoeling is breder.

Minister Hoogervorst:

Één specialisatie is niet genoeg.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik ben blij met die toezegging. Iedereen is het erover eens dat er steunpunten moeten komen maar er bestaat onduidelijkheid over de financiering en de inhoud. U zegt dat het een zaak is van de betrokken partijen; ik hoor graag van u of u ook een partij bent en of u medeverantwoordelijk bent voor de ontwikkelingen in de regio. Een en ander mag niet op andere partijen worden afgeschoven.

Minister Hoogervorst:

Het behoort bovenal tot de verantwoordelijkheid van regionale partijen om daaraan invulling te geven. Het ziekenhuis zal moeten overleggen met de stakeholders in de regio, zoals wij dat in goed Nederlands zeggen. Ik zal de Kamer deelgenoot maken van de manier van invulling en daarover kunnen wij altijd nog praten.

Mevrouw Kant (SP):

De toezegging van de minister is zo ruimhartig dat ik mijn laatste motie intrek.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Kant (27295, nr. 80) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Mevrouw Arib (PvdA):

Hetzelfde geldt voor de motie die ik zo-even heb ingediend.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Arib (27295, nr. 81) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u om de andere door mij ingediende moties morgen in stemming te brengen als er morgen gestemd wordt. Het is voor de regio prettig om duidelijkheid te hebben.

De voorzitter:

Alleen als er morgen gestemd wordt, want anders wordt stemming over de moties geagendeerd voor dinsdag, zoals gebruikelijk is.

De vergadering wordt van 17.13 uur tot 19.30 uur geschorst.

Naar boven