Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - de benoeming van de Nationale ombudsman;

  • - de Voorjaarsnota 2005 en de bijbehorende suppletoire begrotingen;

  • - de Slotwetten 2004;

  • - de Voordracht ter vervulling van een vacature in de Hoge Raad (30163);

  • - het wetsvoorstel Regels betreffende de melding van zeggenschap en kapitaalbelang in, alsmede de melding van het geplaatste kapitaal van effectenuitgevende instellingen (Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen) (28985);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Werkloosheidswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/74/EG (30133);

  • - het wetsvoorstel Regels over de verplichting om bij de overheidsorganen, bij de uit de openbare kas bekostigde onderwijsinstellingen, alsmede bij de examens waarvoor wettelijke voorschriften zijn vastgesteld, de schrijfwijze van de Nederlandse taal te volgen, waartoe de Nederlandse Taalunie beslist (Spellingwet) (30035);

  • - het wetsvoorstel Wijziging Warenwet met het oog op de implementatie van richtlijn nr. 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (PbEG L 11) (29982);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) (30038).

Ook stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van de volgende week, de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer (30046);

  • - het wetsvoorstel Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) (30034);

  • - het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet bodembescherming (30024);

  • - het wetsvoorstel Regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) (30118). Het betreft hier de plenaire afronding. Zoals bekend, zal over beide wetsvoorstellen aanstaande maandag nog een wetgevingsoverleg gehouden worden.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om de leden met klem te verzoeken zich zo snel mogelijk met realistische spreektijden in te schrijven voor alle bovengenoemde debatten, omdat het juist in de laatste week voor het reces van het grootste belang is dat wij het schema zo realistisch mogelijk kunnen opstellen, zoals dat ook afgelopen maandag tijdens de bespreking van de Raming is besproken.

Voorts stel ik voor, volgende week te stemmen over de moties ingediend in het notaoverleg van 20 juni jongstleden over de Veteranennota (30139).

Ik stel voor, de spreektijden voor het debat over de Voorjaarsnota 2005 als volgt vast te stellen:

  • - CDA, PvdA en VVD 10 minuten;

  • - SP, GroenLinks, LPF en D66 7 minuten;

  • - ChristenUnie en SGP 5 minuten;

  • - Groep Wilders, Groep Lazrak en wellicht Groep Nawijn, indien geformaliseerd, 2 minuten.

Tevens stel ik voor, deze spreektijdverdeling eveneens te hanteren voor het voor volgende week geagendeerde debat over de VN-Millenniumtop.

Op verzoek van de vaste commissie voor Justitie stel ik voor, het VAO Den Engh van de agenda van volgende week af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Dijksma.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Ik wil u graag namens collega Samsom verzoeken om het VAO Kerncentrale Borssele op de plenaire agenda te plaatsen.

Daarnaast verzoek ik u namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat om volgende week het verslag van het voortgezet algemeen overleg Aanbestedingen openbaar vervoer G4 op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan beide verzoeken te voldoen en de verslagen van beide algemene overleggen op de agenda van volgende week te plaatsen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie wil graag een spoeddebat voeren met de minister van Defensie over zijn uitlatingen gisterenavond in het televisieprogramma NOVA naar aanleiding van een uitgelekt rapport van het bureau Boer & Croon over het functioneren, de integriteit en de cultuur bij de Koninklijke Marechaussee.

De heer Szabó (VVD):

Wij stonden hier gisteren rond deze tijd ook te praten over dit onderwerp. Wij hebben inmiddels een brief van de minister ontvangen waarin hij aangeeft dat hij bezig is om zorgvuldig commentaar te geven op het rapport en dat hij dat zo spoedig mogelijk naar de Tweede Kamer stuurt. Dat wachten wij gaarne af.

De heer Van der Ham (D66):

Daar sluit ik mij van harte bij aan. Het lijkt mij zinnig om ons op echte feiten te baseren wanneer wij gaan discussiëren over dit onderwerp.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ik heb de minister van Defensie gisteren ook bij NOVA gezien en kennisgenomen van de gegevens uit de nota. Zij geven inderdaad aanleiding tot een goede gedachtewisseling met de minister van Defensie. Ik zou het ook op prijs stellen wanneer deze is gebaseerd op goede gegevens en feiten, dus het rapport en de reactie van de minister daarop. Ik denk dat dit goed is voor een debat. Liever een goed gedocumenteerd debat dan een snel spoeddebat.

De heer Kortenhorst (CDA):

Verschillende collega's hebben het al gezegd: liever een goed debat, inclusief rapport en dergelijke, dan een half spoeddebat. Ik sluit mij aan bij de collega's Szabó en Van der Ham.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik steun het verzoek van de heer Timmermans, maar ik ben wel enigszins gehandicapt, want ik heb het rapport niet. Ik zag gisteren op de televisie dat de minister het rapport aangeboden kreeg door de redactie van NOVA. Mijn vraag is of wij het rapport van de minister krijgen of van NOVA. Dat laatste lijkt mij niet prettig. Volgens mij moeten wij nogmaals verzoeken om het rapport zo snel mogelijk te krijgen. De minister geeft geen deadline en dat vind ik niet netjes.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het is een belangrijk rapport, waarin veel tijd is geïnvesteerd. Dat moeten wij niet even in een spoeddebat afdoen, maar wij moeten wachten op een kabinetsstandpunt, waarover wij vervolgens een zorgvuldig debat hebben. Ik vind het wat ongelukkig als wij ineens een spoeddebat krijgen, omdat het rapport eerder uitlekt. Ik moet wel toegeven dat de heer Timmermans vroeg om een debat over de uitlatingen van de minister naar aanleiding van het rapport. Dat maakt het voor ons een beetje lastiger. Het zou verstandiger zijn, als de minister ook had gezegd: wacht op het kabinetsstandpunt hierover, zodat wij daarover in debat kunnen gaan. Dat maakt het wel lastiger om aan die lijn vast te houden, maar dat heeft toch onze voorkeur; op een later moment een zorgvuldig debat over het rapport plus een kabinetsstandpunt.

De heer Timmermans (PvdA):

De heer Van der Staaij heeft goed naar mijn woorden geluisterd. Als de minister hecht aan zorgvuldigheid, had hij niet gisteren bij NOVA allerlei inhoudelijke uitlatingen moeten doen over het rapport en de conclusies daarvan. Hij heeft dit debat zelf geëntameerd en concluderend gesproken over het rapport. Hij heeft een heleboel dingen terzijde geschoven en gezegd dat het allemaal goed ging. Als hij mans genoeg is om daarover uitlatingen te doen bij NOVA, komt hij die uitlatingen ook maar hier in de Kamer toelichten. Uiteraard zullen wij op een later tijdstip nog uitvoerig spreken over alle aspecten van dat rapport, dat de minister al meer dan een week op zijn bureau heeft liggen. Niets verhindert hem om het onmiddellijk naar de Kamer te sturen en om achteraf zijn conclusies en zijn commentaar naar de Kamer te sturen. Maar het wil er bij mij niet in dat hij wel bereid is om bij NOVA te gaan praten en niet om in de Kamer te komen, dus ik handhaaf mijn verzoek.

De voorzitter:

Ik denk dat het het beste is om een debat te voeren op basis van het rapport en de reactie van de minister daarop, zoals de meeste fracties hebben gezegd. In dat geval is het wel nodig om de minister te verzoeken precies aan te geven wat "enige tijd" betekent, zoals hij in de brief van vandaag schrijft.

Indien de heer Timmermans een debat vraagt over de mening die de minister in het openbaar, in een televisieprogramma, naar voren heeft gebracht, denk ik dat dit niet alleen zijn goed recht is, maar ook een begaanbare weg. Dan moet het wel heel duidelijk zijn dat dit nog niet een debat over het rapport en het commentaar van de minister is, maar over meningen van de minister in een televisieprogramma.

De heer Timmermans (PvdA):

Ik stel voor dat ik alles uittyp wat de minister heeft gezegd en dat aan de collega's doe toekomen. Dan kunnen wij volgende week een spoeddebat houden over wat de minister heeft gezegd.

De voorzitter:

Ik bied aan dat er door de beter geoutilleerde diensten van de Kamer voor wordt gezorgd dat die informatie beschikbaar is.

De heer Szabó (VVD):

Dit besluit is nu genomen. Als het doorgaat, zullen wij daarbij aanwezig zijn. Ik denk alleen dat wij niet veel spreektijd nodig zullen hebben.

De voorzitter:

Dat brengt mij op het punt van de spreektijden. Ik stel voor, de spreektijd te bepalen op twee minuten per fractie. Ik hoor sommige leden buiten de microfoon één minuut voorstellen. Dat lijkt mij een goed precedent voor vrijwel alle andere debatten die wij hier de komende jaren nog zullen voeren.

De heer Timmermans (PvdA):

Mag ik u vragen om een spreektijd van drie minuten? De minister heeft bij NOVA ook uitvoerig de tijd genomen.

De voorzitter:

Het blijft twee minuten. Als het voor u tweeënhalve minuut wordt, mag u van mij onze collega blijven.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven