Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, op donderdag 2 juni te stemmen over de wetsvoorstellen:

  • - Wijziging van de Meststoffenwet (invoering gebruiksnormen) (29930);

  • - Wijziging van de Meststoffenwet en intrekking van de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet herstructurering varkenshouderij (vereenvoudiging productierechten) (30004).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Beek tot lid in plaats van het lid Rijpstra.

Het woord is aan de heer Klaas de Vries.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. Ik heb vorige week verzocht om het verslag van een mondeling overleg inzake de asielzoeker Donorov op de agenda te zetten. De reden daarvoor was dat in dit overleg met de minister een aantal stukken ter vertrouwelijke inzage bij de griffie was neergelegd en de minister niet bereid was deze stukken openbaar te maken. Wij hebben zojuist een brief ontvangen, waaruit blijkt dat de minister wel aan die wens tegemoet wil komen. Tevens blijkt daaruit dat zij wil ingaan op mijn verzoek om aan de Spaanse regering te verzoeken in te stemmen met openbaarmaking van een verslag waarin ook de opinie van de Spaanse autoriteiten staat. In dat licht meen ik dat het redelijk is, u te verzoeken dit VAO van de agenda af te voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en om, bij uitzondering, een VAO van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week is bij de Kamer beland de invoeringswet voor de nieuwe WAO, de WIA. Eind vorige week zijn er twee belangrijke brieven onze kant op gekomen, een van het Verbond van Verzekeraars en een van de Stichting van de Arbeid. In beide brieven, met name in die van de stichting, staat met zoveel woorden dat deze nieuwe WAO niet uitvoerbaar is en geen steun heeft bij sociale partners. De oppositie was al kritisch, het maatschappelijk veld rondom de nieuwe WAO is het nu ook. Als ik krantenberichten mag geloven, geldt het ook voor verschillende coalitiepartijen. Ook zij hebben twijfels geuit over de vraag of de nieuwe WIA in deze vorm wel moet doorgaan. Er loopt een schriftelijke procedure, maar het wordt ons al te dol als de meest wezenlijke vraag, of wij überhaupt wel doorgaan met deze nieuwe WAO, al maar niet beantwoord wordt door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik verzoek u, deze week een spoeddebat met de minister mogelijk te maken om hem vooral de vraag voor te leggen waar het kabinet staat. Als zo ongeveer iedereen tegen is of twijfels heeft over de nieuwe WAO, wordt het tijd dat de Kamer rechtstreeks met de minister van gedachten kan wisselen. Wij hebben al vaker gevraagd om een spoeddebat. Het is er nooit van gekomen. Het is tijd om het debat te voeren.

De voorzitter:

Bij uitzondering maak ik een opmerking voordat ik het woord geef aan andere leden. Over de wetsvoorstellen waarom het gaat, is de procedure vastgesteld. Vanmiddag wordt opnieuw een procedurevergadering gehouden; de invoeringswet staat op de agenda. Ik vind dat wij niet met debatten moeten gaan treden in het traject van een wetsvoorstel. Het leek mij goed om in het openbaar deze feitelijke informatie nog eens naar voren te brengen.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Ik ben het daar zeer van harte mee eens.

Mevrouw Bibi de Vries (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft op dit moment geen behoefte aan een spoeddebat, precies om de reden die u hebt genoemd. Wij zullen de argumenten ongetwijfeld met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wisselen.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij hier van harte bij aan.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Ik ondersteun het verzoek van de heer Vendrik. Ook wij zijn ons ervan bewust dat er een wetgevingstraject loopt, maar de informatie die wij hebben ontvangen is van dien aard, dat een debat met de minister nuttig lijkt. Het kan een kort debat zijn, want volgende week hebben wij nog een hoorzitting. Nogmaals, het is belangrijk dat de Kamer weet welke conclusies de minister uit de nieuwe informatie trekt.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Vendrik ook. Wij moeten voorkomen dat wij hier dingen voor niets gaan doen. Het is van belang om het standpunt van de minister te kennen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Terecht verwijst u naar de al in gang gezette procedure. Daarin is afgezien van het voeren van een hoofdlijnendebat. De procedure moet gewoon conform afspraak worden vervolgd. Ik val u dus bij.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik steun uw lijn.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Ik voeg een argument toe. Volgende week komt er een hoorzitting waarop ook de partners in de Stichting van de Arbeid zullen worden gehoord. Moeten wij dan vooruitlopend daarop een spoeddebat voeren? De procedure die wij hebben afgesproken, is zeer ambitieus. Wij zijn er de komende maanden echt mee van de straat. Ik vind dat een argument ter onderstreping van uw voorstel.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb al gezegd dat zich hier wreekt dat de Kamer zichzelf niet in de gelegenheid heeft gesteld op een eerder moment een kort hoofdlijnendebat te voeren over deze nieuwe WAO. Dat is consequent door een meerderheid in de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid tegengehouden.

De brieven die wij de afgelopen donderdag en vrijdag uit het veld hebben ontvangen, van verzekeraars en van werkgevers en werknemers, gaan niet over enkele punten en komma's. Daarin staat heel helder: zo moet het niet. Wij moeten dan dus een maand wachten voor wij van de minister voor Sociale Zaken helderheid krijgen over wat hij daarmee zal doen. Ik wil zo langzamerhand wel eens weten of deze minister überhaupt doorgaat met deze nieuwe WAO. Dat is de vraag die deze week moet worden beantwoord. Het lijkt mij vreemd om door te gaan met een procedure, alleen omdat wij daartoe al hebben besloten, terwijl die vraag niet wordt beantwoord, maar wel van grote invloed is op de procedure die wij volgen. Het kan misschien na dat debat heel anders zijn. Misschien trekt de minister het WAO-voorstel wel in, want dat is de oproep die iedereen inmiddels aan hem doet.

De voorzitter:

Nee, nu spreekt u over de inhoud, en daarover hebben wij het niet in de regeling der werkzaamheden.

Ik heb goed geluisterd naar de verschillende argumenten en ik kan tellen. Laten wij hier niet alleen met onze regels over 30 personen en dergelijke werken. Ik vind de argumenten gebaseerd op de feiten in de procedure zodanig, dat ik een beroep doe op mevrouw Bussemaker en de heer Vendrik om de kwestie te bespreken in de al geplande procedurevergadering voor wij beslissen een debat te houden. Ik ben van mening dat het debat treedt in een traject dat een normaal wetgevingstraject is. Ik stel dus voor dat de commissie eerst haar procedurevergadering houdt. Daarna zien wij verder.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Azough.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Tijdens het AO over achtergelaten vrouwen in Marokko en Turkije, vorige week woensdag met minister Verdonk, is de kwestie besproken van tien vrouwen die een aanvraag tot ontheffing van de MVV-vereisten hadden gedaan. Van de tien waren er zes afgewezen. Op de vraag of deze vrouwen Nederlandse kinderen hadden, heeft de minister geantwoord dat dit niet het geval was. Later bleek dit fout. Daarover heeft zij een brief geschreven. Vervolgens bleek dat in de brief foutieve informatie stond. Hierdoor zijn bij mijn fractie en bij de fractie van de PvdA kritische vragen gerezen over de individuele belangenafweging die de minister toepast op de mogelijke terugkeer van deze vrouwen. Welke criteria hanteert de minister eigenlijk? Het is van groot belang dat vrouwen die worden achtergelaten, die worden gedumpt door hun man, weten waar zij aan toe zijn en dat de Kamer weet welke criteria, welke voorwaarden, de minister hanteert. Er mag geen sprake zijn van willekeur of nonchalance. Daarom hebben wij een verzoek gedaan tot een spoeddebat.

De voorzitter:

Ik stel voor akkoord te gaan met het verzoek van mevrouw Azough en het debat morgenochtend te houden met spreektijden van maximaal 3 minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Koenders.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de fractie van GroenLinks vraag ik om een spoeddebat met vice-premier Brinkhorst over zijn stelling dat het kabinet vertrouwelijke documenten uit het Irakdossier moet vrijgeven. In sommige zaken hoor je als parlementariër hardnekkig te zijn en eindelijk heeft een Nederlandse minister, nog wel de vice-premier, de moed gehad om duidelijk en letterlijk te zeggen: "Kabinet, open het hele Irakdossier."

Wij willen hierover met de vice-premier in debat en hem vragen wat dit betekent. Hij heeft ook uitlatingen gedaan over de juridische onderbouwing van het besluit om ten oorlog te trekken in Irak, over democratie en verantwoording afleggen. Wij willen met hem daarover op korte termijn in debat gaan.

De voorzitter:

Ik stel voor aan dit verzoek te voldoen en dit debat morgenavond te houden met minister Brinkhorst, de vice-premier en minister van Economische Zaken, en daarbij spreektijden te hanteren van maximaal 3 minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven