Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie tijdens het debat over de Nederlandse bijdrage aan de operatie Enduring Freedom, en wel de motie-Bakker over de Geneefse conventies (27925, nr. 165).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Verburg.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Voor deze week staat de tweede termijn over de aanscherping van de WW-wekeneis op de agenda. De CDA-fractie, maar ook de fracties van de PvdA, de SP en wellicht ook andere fracties, willen het SER-advies over de vernieuwing van de WW daarbij betrekken, alsmede de reactie van het kabinet op dat advies. Ik verzoek u dit onderwerp van de agenda van deze week te halen en opnieuw te agenderen als het SER-advies en de reactie van het kabinet beschikbaar zijn.

Mevrouw Bibi de Vries (VVD):

Voorzitter. Wat de VVD-fractie betreft, kan het debat morgen doorgaan.

De voorzitter:

Ik constateer dat mevrouw Verburg haar verzoek mede namens de fracties van de PvdA en de SP heeft gedaan. Ik heb nota genomen van de opmerking van mevrouw De Vries. Ik stel voor, het verzoek in te willigen, de betreffende wijziging van de Werkloosheidswet van de agenda van deze week te schrappen en dit onderwerp op een nader te bepalen tijdstip, afhankelijk van de nog te ontvangen informatie, wederom te agenderen.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat de SER komende vrijdag het conceptadvies bespreekt. Het lijkt mij zinvol, dit onderwerp niet lang daarna hier te bespreken. De GroenLinks-fractie stelt er prijs op als ook de minister-president daarbij aanwezig kan zijn.

De voorzitter:

Wij nemen kennis van deze vooraankondiging.

Het woord is aan de heer Depla.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Vorig jaar bleek dat vastgoedhandelaren samenspannen ten koste van burgers die hun huis moeten verkopen wegens financiële problemen. Nu, een jaar later, gaan deze praktijken gewoon door. Banken en notarissen helpen zo onroerendgoedbazen in het zadel over de ruggen van mensen die financiële problemen hebben. Iedereen wijst naar elkaar en iedereen is verantwoordelijk, maar er gebeurt niets. Aangezien de veilingen plaatsvinden onder eindverantwoordelijkheid van notarissen, vragen wij minister Donner te mogen interpelleren. Wij willen weten wat hieraan kan worden gedaan, zodat op korte termijn een eind kan komen aan deze praktijken, die vele mensen treffen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben het op zichzelf eens met dit verzoek, maar enige tijd geleden heb ik staatssecretaris Van Hoof gezegd dat woningbouwcorporaties misschien een goede rol kunnen vervullen als mensen in de bijstand terechtkomen en noodgedwongen hun huis moeten verkopen. De staatssecretaris heeft toegezegd dat te zullen opnemen met VROM. Het is interessant als dit punt daar dan ook aan de orde kan komen.

De voorzitter:

Dat past in mijn voorstel, namelijk te voldoen aan het verzoek van de heer Depla. Mede vanwege andere verplichtingen van de minister van Justitie stel ik voor, de interpellatie niet deze week te houden, maar volgende week, en het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister van Justitie en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Mijnheer de voorzitter. Vorig jaar hebben wij vele debatten, zeer vele debatten gevoerd over de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten. Door het kabinetsbeleid gingen zij er fors in koopkracht op achteruit. Dat leidde tot debat na debat en uiteindelijk een aantal reparaties door het kabinet, bijvoorbeeld de teruggave via de belasting. Wat blijkt nu echter? Deze reparatie leidt niet tot een verbetering, maar zelfs tot een verslechtering van de koopkracht van de chronisch zieken. De maatregel heeft ertoe geleid dat men niet meer terugkrijgt, maar minder.

Dit is een ernstige constatering. Ik wil daarom mede namens mevrouw Noorman-den Uyl en de heer Vendrik hierover een debat aanvragen met staatssecretaris Wijn en minister De Geus.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw Kant heeft een punt. Ook mij hebben die berichten bereikt.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering in verband met onrust vanaf de publieke tribune. Ik verzoek de leden naar de wandelgangen te gaan. Ik verzoek ook de minister met haar begeleider mee te gaan.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Wij gaan door met de vergadering. Mevrouw Kant neemt haar plaats weer in. Wij spraken over het verzoek van mevrouw Kant om een debat over het mislukken van de koopkrachtreparaties voor chronisch zieken. De heer Van der Vlies was aan het woord.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Ik zei dat mevrouw Kant een terecht punt opvoert. De problematiek die naar buiten is gekomen en teleurstelt, is ontstaan in de context van de motie die mijn naam draagt, die in december 2003 is ingediend en door de Kamer is aanvaard. Daarin vroeg ik om de vinger aan de pols te houden op het punt van de koopkrachteffecten van het pakket maatregelen dat in de loop van de maanden erna getroffen is inzake onder andere de chronisch zieken en de ouderen.

Nu deze resultaten zijn ontstaan, voeg ik mij bij het verzoek van mevrouw Kant. Ik voeg daar nog wel een wens aan toe. Staatssecretaris Wijn heeft steeds gezegd dat hij het uiteindelijke resultaat van zijn pakket reparatiemaatregelen pas kan zien op 1 april 2005, omdat dan de belastingaangiften zijn ingediend. Dat hoort er helemaal bij. Ik wil het verzoek van mevrouw Kant aanvullen met het verzoek om daarvan een eerste verkenning te krijgen. Het is nog maar kort na 1 april, maar daarover moet toch al een indruk zijn ontstaan. Dan kunnen wij zo integraal mogelijk afwegen wat wij op dit punt hebben aangericht.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Voorzitter. Ik wil mij daarbij aansluiten. Ik vind ook dat wij niet voor de muziek uit moeten lopen. Morgen wordt het rapport van het onderzoek gepresenteerd. Aan de hand van een brief van het kabinet wil ik vervolgens een debat voeren. Die brief zal ondertekend moeten zijn door de staatssecretaris, maar ik kan mij voorstellen dat hier meer bewindslieden bij betrokken zijn.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Ik krijg graag van minister De Geus, staatssecretaris Wijn en minister Hoogervorst een reactie op het rapport. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat over het inkomensbeleid en de staatssecretaris van Financiën over de belastingen. Verder wil ik dat minister Hoogervorst reageert vanwege het feit dat het budget door VWS beschikbaar wordt gesteld. Ik sluit mij wel aan bij het verzoek van mevrouw Kant om alleen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën het debat te voeren.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van mevrouw Kant. Gelet op de inbreng van collega Van der Vlies en de opmerking van zo-even over nadere informatie wijs ik er nog op dat wij over deze zaak heel vaak hebben gesproken. Dikwijls verloren wij ons in gesteggel over de vraag wat precies de feiten waren. Ik wil graag een debat als het resultaat van het onderzoek bekend is, zodat wij precies weten wat de uitkomsten zijn. Het moment waarop wij het debat voeren, is ietsje minder belangrijk. Ik hoop dat mevrouw Kant dat met mij eens is. Het gaat er mij dus om dat alle feiten ter tafel komen, want wij zijn hiermee al heel lang bezig. Het is ook in het belang van betrokkenen dat wij precies weten waarover wij in financiële zin spreken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Wij vinden dit een gewichtige zaak. Wij hebben al vele keren met de staatssecretaris van Financiën gesproken over de vraag of chronisch zieken en gehandicapten via de belastingen compensatie kunnen krijgen voor de gestegen kosten waarmee zij te maken hebben gekregen. Ik kan mij voorstellen dat wij deze zaak in twee delen behandelen. Ik hecht zeer aan het houden van een spoeddebat met de staatssecretaris van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik ondersteun dus volledig het verzoek van mevrouw Kant. Dat sluit echter helemaal niet uit dat wij op een nader te bepalen moment en op basis van nadere inzichten het debat hernemen. Het rapport van de Chronisch zieken en Gehandicaptenraad klinkt mij zeer bekend in de oren. Wij hebben er al eerder over gesproken, maar er is nu nieuw materiaal gepresenteerd en er is reden om daarover opnieuw het debat met het kabinet aan te gaan. Dat laat onverlet dat op een later moment, als er weer nieuwe informatie is, het debat kan worden voortgezet. Het kan evenwel nog maanden duren voordat er nieuwe informatie is. Mogelijk kan het debat worden voortgezet bij de behandeling van de begroting of het Belastingplan 2006, maar dat zien wij later wel. Laten wij beginnen met het op korte termijn houden van een goed spoeddebat.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik vond dat de heer Van der Vlies zijn verzoek goed verwoordde. Ook ik vind het prima dat wij snel een indruk krijgen van ook de cijfers die de staatssecretaris van Financiën zelf heeft. Daarnaast vind ik het prima dat, zoals mevrouw Noorman zei, er een reactie komt op het onderzoek. Tegelijk ben ik het met de heer Vendrik eens. Ook ik vind dat wij het al dan niet houden van het debat niet moeten laten afhangen van de vraag wanneer het kabinet met iets komt. Het gevaar bestaat dat wij aan het lijntje worden gehouden. Ik meen dat het mogelijk is om snel een indruk te geven. Ik wil dus graag deze week het debat houden, omdat ik vrees dat wij anders op de cijfers moeten wachten. Wij hebben wat dat betreft niet zulke goede ervaringen.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Staatssecretaris Wijn heeft ons beloofd dat de cijfers er op 1 april zouden zijn. Die moeten nu dus bekend zijn. Verder wijs ik erop dat het onderzoeksrapport een gedegen stuk is. Daarin wordt precies aangegeven wat er gebeurt. De reactie waarom de Kamer vraagt is dus binnen een, twee dagen te leveren. Een paar dagen lijkt mij een mooie termijn waarbinnen het spoeddebat kan worden gehouden. Ik vind dat wij niet langer moeten dralen en dat wij knopen moeten doorhakken. Ik wil dus graag snel een debat op basis van de toegezegde gegevens. Met dat debat kunnen wij echt niet langer dan een paar dagen wachten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het verzoek om de gevraagde informatie door te geleiden naar de betrokken bewindslieden. De betrokken bewindslieden zijn: de staatssecretaris van Financiën, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De gevraagde informatie zou uiterlijk woensdagavond bij de Kamer moeten zijn.

Verder stel ik voor om het verzoek van mevrouw Kant, de heer Vendrik en mevrouw Noorman om een debat te houden in te willigen en dat debat te doen plaatsvinden op donderdagmiddag.

Ik stel voorts voor om de spreektijden voor dit debat te bepalen op 3 minuten per fractie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben de vorige week een algemeen overleg gevoerd met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over de bijdrage van een aantal ontwikkelingshulporganisaties aan het project 26.000 gezichten. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Örgü.

Mevrouw Örgü (VVD):

Voorzitter. Enige tijd geleden is de motie-Örgü/Atsma over extra kosten voor doorgifte en auteursrechten van publieke-omroepprogramma's door de Kamer aangenomen. De afgelopen dagen lezen wij allerlei zaken daarover in de krant, onder andere in het Financieele Dagblad van 1 april jongstleden en in Trouw van 4 april jongstleden. Uit de krantenberichten blijkt dat de omroepen de kabelmaatschappijen en andere aanbieders van televisie nog steeds om een vergoeding vragen. Ik wil de staatssecretaris verzoeken per ommegaande de Kamer een brief te sturen waarin zij in ieder geval de voortgang van de uitvoering van de motie meldt. Daarnaast verzoek ik haar een reactie te geven op de krantenberichten die wij de afgelopen dagen hebben gelezen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven