Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het lid Szabó tot plv. lid in plaats van het lid De Krom.

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De vaste commissie voor Justitie heeft vanochtend een algemeen overleg gevoerd met de minister van Justitie over de toekomst van het gefinancierde rechtsstelsel. Ik zou u, mede namens mevrouw Vos van de fractie van GroenLinks, willen vragen het verslag van dit algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen. Vanwege het herfstreces volgende week zou ik u willen vragen om dit deze week nog mogelijk te maken.

De voorzitter:

Ik verzamel nu even de verzoeken om straks één voorstel te doen. Dat is efficiënter.

Het woord is aan de heer Dijsselbloem.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Ik heb het niet van tevoren bij u aangemeld, maar ik neem aan dat ik het ook zo kan vragen. Wij hebben gisteren een algemeen overleg gevoerd over de leges voor vreemdelingen. Ik zou graag het verslag van dat algemeen overleg op de agenda van de Kamer willen plaatsen.

De voorzitter:

Het was ten dele aangemeld. Ik wist dat het onderwerp kwam, maar ik wist niet dat u degene was die het ging vragen.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren heeft een zogenoemd verzamel algemeen overleg plaatsgevonden over het asielbeleid. Namens mevrouw Karimi verzoek ik u om ook het verslag van dit algemeen overleg op de agenda te plaatsen. Wij zouden er prijs op stellen als dit nog deze week zou kunnen, omdat het met verblijfsvergunningen en dat soort zaken heeft te maken.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan de verzoeken te voldoen. Stelt de heer Dijsselbloem het in dit verband op prijs dat het door hem bedoelde verslag morgen al op de agenda komt of vindt hij dat de wereld niet vergaat als dit ná volgende week zal zijn?

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Ik sluit niet uit dat de wereld vergaat! Het is misschien toch goed om het sneller te doen.

De voorzitter:

Dan gaan wij de agenda voor morgen aanpassen en krijgt u een nader voorstel om deze drie VAO's aan de agenda voor morgen toe te voegen. Daarbij zal het dienen te gaan om een heel korte behandeling.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Samsom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Naar aanleiding van berichten dat Rusland terughoudend is met de ratificatie van het Verdrag van Kyoto heb ik vragen gesteld aan onder anderen de minister-president over de rol die de EU daarin nog zou kunnen spelen. Morgen hebben wij daarover een algemeen overleg. Mijn laatste vraag in dezen luidde of er de bereidheid is om de vragen vóór 9 oktober te beantwoorden. Ik zou graag zien dat die bereidheid ook blijkt uit het feit dat de betreffende antwoorden er morgen liggen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit rappel door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister-president, de staatssecretaris van VROM en mijns inziens ook de minister van Buitenlandse Zaken. Wij zullen dit meteen doen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Ik wil nog even op de planning voor morgen terugkomen. Als wij de VAO's aan het einde van de vergadering aan de orde stellen, zullen er pas heel laat stemmingen plaatsvinden. Ik neem aan dat dit niet uw voorstel is.

De voorzitter:

Het hangt ook af van de agenda's van de bewindslieden, waar wij altijd rekening mee houden, zeker bij zo'n late planning. Mijn idee is evenwel om het zo te doen dat de eventuele stemmingen kunnen worden meegenomen bij de stemmingen die aan het begin van de middagvergadering plaatsvinden. Daar zullen wij ons op richten.

Naar boven