Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de stukken 20361, nr. 112, 24578, nr. 61, 24814, nr. 21, 25871, nr. 22, 28871, nr. 7, 29200-VI, nr. 122, 29200-VIII, nrs. 113 en 118 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Joldersma.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Voorzitter. Ik wil, mede namens de VVD, de PvdA, GroenLinks, de LPF en D66 voorstellen de Aanpassingswet invoering bachelor-masterstructuur deze week van de agenda te halen.

De voorzitter:

Tegen deze meerderheid kan ik niet op. Ik stel dan ook voor, aan het verzoek te voldoen. Ik teken er wel bij aan dat het agendatechnisch jammer is, omdat er nu waarschijnlijk een gat in de agenda gaat vallen en er geschorst zal moeten worden. Aan de andere kant kan ik begrijpen dat als een onderwerp eerst een hamerstuk lijkt te zijn en er dan toch een discussie over gewenst is, wat uiteraard het recht van de Kamer is, u daar iets meer tijd voor nodig heeft.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jan de Vries.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Wij waren enigszins verrast door het nader herziene schema waarop plotseling het concurrentiebeding geagendeerd staat voor morgen. Dit in tegenstelling tot het herziene schema van afgelopen maandag. Dat heeft ertoe geleid dat mijn fractie problemen heeft gekregen met het voorbereiden van een deugdelijke behandeling van dit wetsvoorstel. Mede namens de fracties van de VVD en GroenLinks wil ik u verzoeken de behandeling van dit wetsvoorstel te verschuiven naar, het liefst, volgende week.

Mevrouw Stuurman (PvdA):

Voorzitter. Ik ben het daar niet mee eens. Het voorstel staat namelijk al heel lang geagendeerd. Het had al veel eerder behandeld kunnen worden. De behandeling in de fracties had dus ook al eerder plaats kunnen vinden. Ik wil wel een handreiking doen, maar dan moet het punt wel echt volgende week op de plenaire agenda komen.

De voorzitter:

Het punt is, als ik mij niet vergis, al twee jaar in voorbereiding. Ik ben dan ook erg onder de indruk van de manier waarop de woordvoerder van de CDA-fractie de behandeling wil voorbereiden. Ik constateer echter dat een meerderheid dit verzoek doet. In het licht van wat mevrouw Stuurman heeft gezegd, stel ik voor, het punt van de agenda af te voeren, maar wel met de vaste afspraak om het volgende week te behandelen. Niet ten onrechte bereiken ons namelijk berichten vanuit de samenleving dat het punt al zeer lang op de agenda staat. Wij maken nu dan ook de afspraak dat het punt volgende week echt behandeld zal worden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Vanochtend heeft de Kamer met het kabinet gesproken over de fiscale aspecten van verkeer en vervoer. Het was een buitengewoon spannend, spectaculair en wervend overleg. Wij willen dat graag voortzetten in de grote zaal, want dan kunt u er ook bij zijn. Ik verzoek u dan ook, het verslag van dit algemeen overleg op de agenda te zetten, bij voorkeur volgende week.

Wij wachten nog op nadere informatie van het kabinet. Wat mij betreft, hangt de plenaire behandeling daar niet vanaf. Aan het einde van het algemeen overleg heeft het kabinet toegezegd, zijn best te doen de urgente informatie zo snel mogelijk aan de Kamer te doen toekomen. Als die informatie er nog niet is, zou ik toch uiterlijk volgende week het VAO op de agenda geplaatst willen zien. Dit verzoek heeft de instemming van mevrouw Gerkens. Ik heb begrepen dat de voorzitter van de vaste commissie voor Financiën erg veel zin heeft in dit debat.

De heer Hofstra (VVD):

Wij zitten echt niet te wachten op zo'n VAO. Als men het graag wil, vind ik het prima, maar dan moeten wij wel even wachten tot de brief van het kabinet er is. Het is raar om het VAO te bespreken en een dag later de brief te ontvangen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Een debat over een VAO biedt Kamerleden de gelegenheid moties in te dienen. Ik kan nu al zeggen dat de meeste moties die ik voornemens ben in te dienen, niet afhangen van de nadere informatie van het kabinet. Misschien geldt dat wel voor andere collega's. Wij moeten niet wekenlang afwachten waar het kabinet mee komt. Er is een overleg geweest, de Kamer heeft zich uitgesproken en mijn fractie wil in ieder geval moties indienen. Laten wij dat dan uiterlijk volgende week doen. Ik verzoek bij dezen het kabinet, die urgente informatie zo snel mogelijk naar de Kamer te zenden.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Het kabinet heeft toegezegd snel met een brief te komen. Het is beleefd tegenover het kabinet om te wachten totdat die brief er is. Wij weten dan precies waarover wij discussiëren, zodat daarna niet nog een debat gehouden moet worden.

Mevrouw Gerkens (SP):

De brief behelst enkele feiten die de minister en staatssecretaris nog moeten uitzoeken. Het lijkt mij voor hen niet bezwaarlijk om de Kamer die brief binnen een week te doen toekomen. Als wij hen hier nogmaals tot spoed manen, kan het VAO gewoon volgende week geagendeerd worden.

De heer Van der Ham (D66):

Het lijkt mij het meest verstandig, eerst de brief af te wachten en daarna het debat over het VAO te houden. Er moet wel spoed achter de brief gezet worden.

De voorzitter:

Ik heb er wat moeite mee dat het moment waarop een brief ontvangen wordt, meespeelt bij dit punt van de regeling. Een verslag van een algemeen overleg komt op de agenda wanneer het overleg volledig is afgerond. Dat is het moment waarop moties kunnen worden ingediend. Bij sommige fracties bestaat kennelijk de behoefte, eerst die brief te ontvangen. Dat zou kunnen leiden tot het verzoek om het algemeen overleg in commissieverband voort te zetten. Ik kan daarover niet oordelen, maar procedureel is het mogelijk. Als ik u voorstel het verslag van het algemeen overleg op de agenda te zetten, dan is dat tevens de afronding van het algemeen overleg. Het moet duidelijk zijn dat de brief dan niet alsnog tot andere procedurele stappen kan leiden. Dat is bij dezen ook vastgelegd.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben het met u eens. De procedure die ik voorstel, ziet daarop toe. Aan het einde van het debat is gezegd dat de urgente informatie waarom de Kamer gevraagd heeft, er snel moet komen. Het gaat om enkele aanvullende feiten. Niets staat een snel debat over het VAO in de weg. Ik vermoed dat het kabinet behoefte heeft aan duidelijkheid vanuit de Kamer. Laten wij het daarom zo doen.

De heer Hofstra (VVD):

Mijn voorstel is, de procedure eerst te bespreken in de vaste commissie voor Financiën.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Ik steun het voorstel van de heer Hofstra.

De voorzitter:

Als twee leden vragen om een procedure eerst te bespreken in de commissie stel ik voor, de vaste commissie voor Financiën te vragen zich over de procedure te buigen. Morgen is er nog alle gelegenheid om tot besluitvorming te komen in de regeling van werkzaamheden. Ik vraag de commissie, voor de regeling van morgenmiddag nog een keer naar de procedure te kijken in het licht van deze beraadslaging. Wij kunnen daarop morgen terugkomen en definitief beslissen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het zou mij zeer spijten als u dat voorstel deed. Als het kabinet n'importe welke brief toezegt, zoals heel vaak voorkomt tijdens een AO, kan dit tot uitstel leiden van een mogelijk VAO. De moties die ik voornemens ben in te dienen, zien niet toe op de nadere informatie door het kabinet. Ik wil die uitspraken aan de Kamer voorleggen, want er is nogal wat gebeurd vanochtend.

De voorzitter:

De inhoud waarop u duidt, is voor mij uiteraard niet relevant. Zoals ik al eerder zei, is een debat over een VAO een afronding. Een brief speelt daarbij geen rol. Wat voor mij nu speelt, is dat twee leden van de Kamer vragen om er eerst nog eens in commissieverband naar te kunnen kijken. Dat vind ik een redelijk verzoek dat in beginsel altijd ingewilligd zou moeten worden, temeer omdat het vandaag woensdag is en wij er dus morgen bij de regeling van werkzaamheden op terug kunnen komen. Het zou anders komen te liggen als wij pas na het weekeinde zouden kunnen besluiten.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik merk op dat als gevolg van de besluitvorming bij de regeling van werkzaamheden de plenaire vergadering vanmiddag enige tijd geschorst zal moeten worden, omdat de minister van Justitie beslist niet eerder dan 15.30 uur in de Kamer aanwezig kan zijn.

Naar boven