Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou graag aan de minister-president een brief willen vragen over de uitlatingen van CDA-fractievoorzitter de heer Verhagen vanmorgen in het Algemeen Dagblad. Ik zou graag zien dat die brief er morgen voor de regeling van werkzaamheden is. Ik vraag de minister-president expliciet om in zijn brief in te gaan op de stelling van de heer Verhagen dat de wetten in Nederland te laat komen en dat de ambtenaren in Nederland te langzaam werken, en dat te doen in het licht van het feit dat onder Balkenende II tot nu toe méér wetsvoorstellen zijn ingediend dan onder Balkenende I, terwijl onder Balkenende I alweer méér wetten waren ingediend dan onder Paars II – het tempo van wetgeving gaat dus omhoog – en in het licht van het feit dat het kabinet als één van zijn drie motto's heeft, dat er minder regels moeten komen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister-president.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Naar aanleiding van de discussies in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk over de bevindingen van bijvoorbeeld David Kay, de Amerikaanse wapeninspecteur in Irak, heb ik afgelopen week drie series schriftelijke vragen gesteld. Daarbij heb ik ook gevraagd om een onafhankelijk onderzoek in Nederland naar het werk van de inlichtingendiensten op weg naar de oorlog tegen Irak, omdat Nederland politieke steun heeft gegeven aan die oorlog. Op deze schriftelijke vragen heb ik nog steeds geen antwoord gekregen, terwijl de minister-president wel al op zijn wekelijkse persconferentie aan de journalisten heeft gemeld, dat het kabinet geen aanleiding ziet om te komen tot een onafhankelijk onderzoek. Ik vraag via u aan het kabinet om de schriftelijke vragen vóór tien uur morgenochtend te beantwoorden. Als de minister-president de journalisten kan melden wat hij vindt, kan hij dat ook laten weten aan de Kamer.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, alsmede de minister-president nu u verwijst naar de persconferentie van de minister-president.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik ben buitengewoon blij dat onze collega mevrouw Francine Giskes vandaag weer in ons midden is. Zij heeft mij gevraagd u te zeggen dat er helaas nog altijd geen duidelijkheid is over de vraag, wat er precies met haar dochter is gebeurd. Zij heeft mij ook gevraagd u te zeggen dat wij haar in de komende periode wellicht wat vaker in ons gebouw zullen zien, maar dat zij haar werk naar haar eigen gevoel nog niet echt heeft hervat en dat zij zelf initiatieven zal nemen om stap voor stap haar werk weer te hervatten.

Mevrouw Giskes heeft mij verder gevraagd aan u te zeggen dat zij en haar gezinsleden heel erg onder de indruk zijn van de grote hoeveelheid blijken van medeleven van de kant van u allen, collega-Kamerleden, medewerkers van de Kamer en van de fractie, leden van het kabinet en de parlementaire pers. Dit heeft hen, mevrouw Giskes en haar gezinsleden, goed gedaan. Francine Giskes heeft mij gevraagd, op deze manier iedereen daarvoor heel, heel veel dank te zeggen. Ik heet je nogmaals van harte welkom bij ons.

Het werk gaat door, dus het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteren hebben wij hier in de plenaire zaal een notaoverleg gevoerd over het asielbeleid van het kabinet, met name over de eenmalige maatregel en de wijze waarop met terugkeer en schrijnende gevallen wordt omgegaan. Ik wil u vragen om mij een heropening van het debat toe te staan, zodat ik een aantal moties kan indienen. Ik zie hiertoe aanleiding omdat ik graag van de minister meer helderheid zou krijgen over de wijze waarop zij met de schrijnende gevallen zal omgaan. Daarover heeft zij een aantal opmerkingen gemaakt, maar zij ging niet in op mijn verzoek om deze op schrift te stellen. In een heropening zou ik graag via een motie op dat punt meer duidelijkheid krijgen. Daarnaast wil ik meer duidelijkheid over de positie van kinderen, van wie niet duidelijk is of zij op straat kunnen komen te staan. Ook op dit punt zou ik een motie willen kunnen indienen, met in het achterhoofd de opmerkingen die de heer Verhagen daarover gisteren heeft gemaakt op televisie.

De heer De Wit (SP):

Ik ondersteun het verzoek van mevrouw Vos, en ik zou daaraan nog iets willen toevoegen. De Adviescommissie Vreemdelingenzaken heeft gistermorgen hier een advies op tafel gelegd. Ondanks dat dit in het weekend bij de minister was bezorgd, heeft zij geen kans gezien om dit te bestuderen en er commentaar op te leveren. In dat licht wil ik van de gelegenheid gebruik maken om de minister te vragen voor de heropening van het debat met een standpunt namens het kabinet te komen over dat advies. Dit kunnen wij dan betrekken bij het debat.

De voorzitter:

In artikel 44 van ons Reglement van orde wordt bepaald dat een heropening mogelijk is voor het doel dat mevrouw Vos aangeeft, het indienen van een motie. Dit artikel is echter niet bedoeld om een debat dat gisteren door de voorzitter van de commissie voor gesloten is verklaard, te heropenen met het doel dat u naar voren brengt.

De heer De Wit (SP):

Als het debat wordt heropend, zal het gaan over een aantal zaken. De minister heeft in ieder geval niet gezegd wanneer zij met haar brief komt. In het advies worden suggesties gedaan voor een aanpassing van het beleid. In dat licht zou het goed zijn als de Kamer weet wat het kabinet van dit advies denkt.

De voorzitter:

Ik zal niet te snel met een conclusie komen, maar ik geef u mee dat artikel 44 slechts is bedoeld voor het indienen van een motie. Als u echter een nieuw of eigenlijk verlengd debat wilt, moet u een procedure beginnen via de commissie. Laten wij echter eerst vaststellen wat anderen hiervan vinden, waarna de Kamer tot een conclusie kan komen.

De heer Nawijn (LPF):

Ik vind het verzoek van mevrouw Vos toch wat vreemd. Gisteren was het moment om moties in te dienen, en mevrouw Vos heeft ook drie moties ingediend. Waarom heeft zij deze moties dan gisteren niet ingediend? Ik vind het vreemd om daarvoor het debat te heropenen. Over het verzoek van de heer De Wit merk ik op dat de minister gisteren heeft geantwoord dat zij nog met een standpunt komt over het advies van de ACVZ. Dat komt dus ook nog aan de orde. Mijn fractie ziet daarom geen enkele reden om dit debat te heropenen.

De voorzitter:

Ik vraag mevrouw Vos de vragen aan haar adres te verzamelen.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Als wij het debat heropenen, vindt mijn fractie het zinvol om daarbij een oordeel over het advies van de ACVZ te betrekken.

De heer Visser (VVD):

Ik heb de indruk dat de zaken die mevrouw Vos in een heropening zou willen bespreken, uit den treuren zijn besproken, zowel in september als gisteren. Wat dat betreft heeft mijn fractie geen behoefte aan een derde termijn of een heropening.

De heer Van Fessem (CDA):

Mijn fractie heeft geen behoefte aan een derde termijn. De opmerkingen die de heer Verhagen gisteravond in NOVA heeft gemaakt, kunnen natuurlijk nooit leiden tot een heropening van het debat. Misschien zegt overmorgen weer iemand iets anders. Dat is zinloos. Er is uitgebreid gebruik gemaakt van de mogelijkheid moties in te dienen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Het lijkt mij erg goed om een derde termijn te houden. Mevrouw Vos heeft gisteren ook al aangekondigd dat zij nog moties in wilde dienen. Wij staan daar helemaal achter.

De heer Van der Vlies (SGP):

Op zichzelf heeft mijn fractie geen behoefte aan heropening. Het reglement voorziet in de mogelijkheid dat een dergelijk verzoek wordt ingediend en op die gronden ingewilligd kan worden. Ik denk dat wij ons een beetje formeel moeten opstellen. Je kunt er zelf geen behoefte aan hebben, maar als een andere fractie dat wel heeft, dan wil ik daar begrip voor tonen, maar ook niet meer dan dat.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Het verzoek van mevrouw Vos lijkt mij volstrekt redelijk. Ik heb zelf ook veel behoefte aan een reactie van de regering op het advies van de ACVZ, maar ik hoef dat niet noodzakelijkerwijs bij dit debat te betrekken. Als dat advies door de regering van commentaar is voorzien – en ik hoop dat dit op korte termijn gebeurt – dan kunnen wij daar ook afzonderlijk over van gedachten wisselen.

De voorzitter:

Mevrouw Vos mag reageren op vragen en opmerkingen naar aanleiding van haar verzoek.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

De heer Nawijn vroeg waarom ik die moties gisteren niet heb ingediend. Ik heb gisteren inderdaad aan het einde van het debat gezegd dat ik de reactie van de minister inzake de schrijnende gevallen onduidelijk en onbevredigend vond en dat ik een heropening overwoog. Wij hebben dat overdacht en het stenogram bekeken. Op een aantal punten bestaat volgens ons inderdaad onduidelijkheid en daarom hebben wij nu behoefte om moties in te dienen op de twee punten die ik net meldde.

De voorzitter:

Ik stel voor, te voldoen aan het verzoek van mevrouw Vos om conform artikel 44 het debat over het terugkeerbeleid te heropenen om haar en wellicht ook andere leden in de gelegenheid te stellen moties in te dienen. Ik stel met betrekking tot het verzoek van de heer De Wit voor, dat binnen de commissie wordt besproken hoe het beste een reactie van het kabinet kan worden gekregen op het advies van de ACVZ. Dit betekent dat wij dit verzoek niet verder betrekken bij de conclusie die wij hier trekken ten aanzien van de heropening.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik ben voornemens de heropening aanstaande woensdag in de loop van de middag te laten plaatsvinden, uiteraard onder voorbehoud van de agenda van de minister. Ik denk dat het nuttig is het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister voor Vreemdelingenzaken, zodat zij kan zien wat de achtergrond is geweest van de besluitvorming om tot heropening te komen.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Bent u ook bereid om te kijken of het debat donderdag kan plaatsvinden?

De voorzitter:

Ik krijg het ambtelijke advies dat ik altijd bereid moet zijn om te kijken. Als de Kamer een voorkeur heeft voor donderdag, dan zal ik dat in overweging nemen.

De heer Van Fessem (CDA):

De CDA-fractie heeft ook een voorkeur voor donderdag.

De voorzitter:

Als een aantal fracties de voorkeur geeft aan donderdag, dan gaan wij ons best doen voor donderdag. Ook dit is onder voorbehoud van de agenda van de minister.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Mijn fractie debatteert bij voorkeur niet donderdag over dit onderwerp.

De heer De Wit (SP):

Ik sluit mij daar graag bij aan.

De voorzitter:

Ik had hier niet aan moeten beginnen. Ik doe de Kamer nog een voorstel over het moment waarop de heropening zal plaatsvinden.

Het woord is aan de heer Jan de Vries.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Op de stemmingslijst staan onder de punten 3 en 4 stemmingen geagendeerd over de Wet beroepen in het onderwijs. Aangezien er gisterenmiddag en vanmorgen nog gewijzigde amendementen zijn ingediend en er nog geen gewijzigde stemmingslijst beschikbaar is, verzoeken wij u deze stemmingen uit te stellen tot dinsdag 17 februari 2004.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dit verzoek te voldoen en om de stemmingen onder de punten 3 en 4 op de stemmingslijst van vandaag uit te stellen tot waarschijnlijk dinsdag 17 februari 2004.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Waalkens.

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek namens een aantal fracties om het verslag van het algemeen overleg over het pachtbeleid van 5 februari 2004 op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dit verzoek te voldoen en om dit punt toe te voegen aan de agenda, zo mogelijk die van deze week omdat de minister van LNV volgende week in het buitenland verblijft.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel u mede dat, mede in het licht van de besluitvorming tijdens deze regeling van werkzaamheden, op zeer korte termijn een tweede nader herzien schema voor deze week zal verschijnen. Het schema zal met name voor de woensdag en donderdag worden bijgesteld in verband met de gevraagde heropening en met de behandeling van de wetswijziging inzake het concurrentiebeding en de wet inzake de bachelor/masterproblematiek.

Naar boven