Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor, wetsvoorstel Basisvoorziening kinderopvang (28447) van de agenda af te voeren.

Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken voor, de wens te kennen te geven nadere inlichtingen te ontvangen over de voorgenomen oprichting van de Stichting Ontwikkelingsfonds VoorzitterNederlandse Antillen (29390).

Ik stel voor, toe te voegen aan de vergaderingen van 10, 11 en 12 februari de brief van de minister-president inzake de positie van het Kabinet van de Koningin (29200-III, nr. 14), met maximumspreektijden van 5 minuten.

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 17, 18 en 19 februari:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (29019);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de aanscherping van een aantal voorschriften betreffende de bekostiging van het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs (28817);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (29256).

Ik stel voor, te behandelen op donderdag 5 februari bij het begin van de vergadering:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Schepenwet en de Wet behoud scheepsruimte 1939 in verband met de instelling van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (29010);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van een aantal wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (29011).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot haar ondervoorzitter heeft gekozen het lid Van Oerle-van der Horst.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Gisteren hadden we een debat over het geneesmiddelenbesluit. Ik zou het verslag daarvan graag op de agenda voor de plenaire agenda willen zetten.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, aan dit verzoek te voldoen en dit punt toe te voegen aan de agenda van volgende week, op een nader te bepalen moment. U krijgt daar nog bericht over.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft dinsdagmorgen het kabinet om opheldering verzocht over berichtgeving uit de media dat vanuit de ambassade van Saoedi-Arabië te Den Haag imams worden gefinancierd en dat hieraan de voorwaarde zou zijn gekoppeld dat die imams de fundamentalistische islam in moskeeën in Den Haag, Rotterdam, Gouda en Tilburg zouden moeten uitdragen. De vaste commissie had het kabinet verzocht, de brief voor woensdag, gisteren dus, om 12.00 uur te ontvangen, maar de brief was er gisteren niet, en ook vandaag niet. Dat verdient al niet de schoonheidsprijs.

De kwestie is evenwel niet alleen schokkend, maar in onze ogen ook urgent. Daarom zou ik mede namens collega Eurlings van het CDA de Kamer willen vragen, volgende week een spoeddebat over deze kwestie te houden. Ik hoop dat de gevraagde brief met informatie dan wel voorhanden is. Het zou onze voorkeur hebben indien in ieder geval de ministers van Buitenlandse Zaken en van BZK, en eigenlijk ook de minister van Justitie, daarbij aanwezig zijn.

De voorzitter:

De normale procedure is dat wij wachten op een brief. Daarna wordt beslist of er al dan niet een debat wordt gehouden. Als echter aan een brief een duidelijke termijn wordt gesteld en die termijn wordt overschreden, is het het goed recht van de aanvrager van een dergelijke brief, meteen over te gaan tot het aanvragen van een debat.

Ik stel voor, aan het verzoek van de heer Wilders te voldoen en dit onderwerp toe te voegen aan de agenda van volgende week, de ministers te verzoeken om voor het einde van deze week de gevraagde informatie aan de Kamer te verschaffen en om het debat te houden met a. spreektijden van maximaal vijf minuten per fractie en b. op een nader te bepalen moment. Ik zal mijn best doen voor de aanwezigheid van de drie ministers. Als dit agendatechnisch lastig mocht blijken te zijn, wordt er nader overleg met de aanvrager gepleegd.

Het lijkt mij nuttig als het kabinet dit deel van het stenogram ontvangt, omdat er informatie is gevraagd. Het stenogram zal worden doorgeleid naar de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Justitie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven