45ste vergadering

Donderdag 29 januari 2004

10.15 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 106 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Adelmund, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Van Baalen, Balemans, Van Beek, Blok, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink, Bruls, Buijs, Bussemaker, Cornielje, Crone, Van Dijk, Dijksma, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Eijsink, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Geluk, Gerkens, De Grave, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Van Heemst, Hessels, Van Hijum, Hofstra, Ten Hoopen, Jager, Joldersma, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Koomen, Koopmans, Kortenhorst, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van Lith, Marijnissen, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Noorman-den Uyl, Omtzigt, Oplaat, Ormel, De Pater-van der Meer, Rijpstra, Rouvoet, Samsom, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Snijder-Hazelhoff, Spies, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Timmer, Tjon-A-Ten, Tonkens, Vendrik, Verburg, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heer Remkes, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van Heteren en Verbeet, wegens bezigheden elders, alleen voor de middagvergadering.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Zoals u ongetwijfeld allen weet, is het vandaag landelijke gedichtendag. Ik wil in het kader van deze dag graag twee korte gedichten voor u lezen. Het eerste gedicht is van de heer Martin Reints en het heet "Hoogtepunt van het betoog".

"Toen spreker stap voor stap, stap voor stap

  • het hoogtepunt van zijn betoog had bereikt

  • toen wat hij zo sprekend onder woorden bracht

  • een samenvatting kon zijn van het voorafgaande

  • maar ook de aanzet tot een vervolg,

  • toen begaf hij zich op de rand van het zwijgen

  • en met zijn handen op de lessenaar

  • en een blik op het verste punt in de zaal

  • luisterde hij naar de naklank van zijn laatste woorden

  • althans: zijn voorlopig laatste woorden

  • waarmee er een stilte viel in de stilte die er al was

  • en in die stilte hoorde spreker de houtwormen

  • in de planken waar zijn lessenaar nog op stond

  • en het krakende draaien van onze aardbol

  • en een soort roffelen van iets

  • in de diepten van het heelal."

Het volgende korte gedicht heb ik zelf gemaakt.

"Van Hummelo en Keppel tot Lichtenvoorde

  • Van Gendringen tot Bathmen

  • Van Angerlo tot Ruurlo tot Dinxperlo

  • In het parlementair gedichtenboek

  • Gaat het vandaag om de Achterhoek."

Naar boven