Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande donderdag ook te stemmen over de moties die zijn ingediend bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, te weten nummer 29200-XII, de nrs. 23 t/m 49.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Voorzitter. Dat lijkt mij geen goed idee. De regering is ons nog een paar antwoorden over moties schuldig. Die antwoorden leiden mogelijkerwijs tot amendementen om de begroting te veranderen. Zolang die informatie van de regering er niet is, is het niet goed om hierover te stemmen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Ik wil dit toch wat nuanceren. Volgens mij is eerder stemmen heel zinvol, maar donderdag vind ik wel erg snel. Als het dinsdag kan, kunnen wij het immers nog even bespreken in de fractie. Ik vermoed dat de antwoorden van de regering dan ook binnen kunnen zijn.

De voorzitter:

Dan stel ik voor om aanstaande dinsdag over deze moties te stemmen, met daarbij het verzoek aan de regering, de nodige informatie aan de Kamer te doen toekomen. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel op verzoek van de fractie van het CDA voor om nog een korte heropening van de beraadslaging toe te staan over wetsvoorstel 29026, de Technische herstelwet. Dat wil zeggen dat wij daar vandaag niet over stemmen en dat wij aanstaande woensdag over dit wetsvoorstel een korte heropening van de beraadslaging zullen hebben.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel op verzoek van de minister van Financiën voor, de stemmingen in verband met de begrotingen IXA en IXB uit te stellen. De minister heeft mij laten weten dat hij zijn oordeel wil geven over de ingediende amendementen. Ik stel dus voor om dit verzoek van de minister van Financiën in te willigen. Dat wil zeggen dat wij op een later moment zullen stemmen en dat wij ergens in deze week een korte heropening van de beraadslaging zullen houden.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Voorzitter. Ik ben gevoelig voor de argumenten van de minister om de beraadslaging te heropenen. Ik pleit er dan ook voor om, gelet op zijn behoefte om zijn standpunten nog eens voor te leggen, daarnaar te luisteren. Ik pleit er dus voor om de beraadslaging te heropenen.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie heeft geen enkele behoefte aan heropening van de beraadslaging. Door middel van twee, drie brieven zijn wij de afgelopen tijd onder druk gezet. Mede namens de andere indieners van het amendement ben ik gemachtigd om te zeggen dat wij geen behoefte hebben aan heropening van de beraadslaging en ook niet aan uitstel van de stemmingen. Voor ons is het zaak dat de hoofdstukken IXA en IXB zo snel mogelijk aan de overkant terechtkomen, waar vanmiddag de algemene financiële beschouwingen beginnen.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Mijn fractie is medeondertekenaar en sluit zich dus aan bij de woorden van de heer De Nerée.

De voorzitter:

Zoals u ziet, denk ik na. Als ik, zonder dat wij daar echt over hoeven te stemmen, de meerderheid van de Kamer volg – de indieners van het amendement vertegenwoordigen immers een meerderheid – moet ik concluderen dat er geen behoefte is aan een heropening en dat dus niet wordt voldaan aan het verzoek van de minister van Financiën. Het staat niet zo in het Reglement van orde, maar ik moet eerlijk zeggen dat, indien een lid van het kabinet behoefte heeft aan een korte heropening en indien het proces van wetgeving daarmee niet verstoord wordt, mijn inzet zou zijn om die korte heropening toe te staan. Indien een meerderheid van de Kamer daar echter anders over denkt, beslist de Kamer natuurlijk. Ik doe dus, misschien in wat omfloerste woorden, een iets ander voorstel dan het voorstel van de heer De Nerée.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Als u de kant uit wilt die u schetst, verzoek ik om stemming over dit voorstel.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik kan mij vinden in het voorstel van de voorzitter. Ik stel voor om dat voorstel te volgen.

De voorzitter:

Ik leid uit het antwoord van de heer De Nerée af dat hij, mede namens de indieners van het amendement, bij zijn voorstel blijft. Wij kunnen daarover nu gaan stemmen. Dat kost vijf minuten. Dan zal de uitkomst echter hetzelfde zijn. Ik constateer dat een meerderheid van de Kamer vanmiddag meteen wil stemmen over de ingediende amendementen en dus geen behoefte heeft aan een heropening.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering ter informatie door te geleiden aan de minister van Financiën.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Justitie voor, de stemmingen in verband met de begroting van Justitie van de agenda van vandaag af te voeren, met uitzondering van de motie op stuk nr. 51. Ik stel tevens voor, later deze week een korte heropening van de begrotingsbehandeling te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dit betekent dat de punten 10 en 12 van de agenda worden afgevoerd.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden moties 21501-20, nr. 223, 26448, nrs. 74 t/m 76, 28877, nr. 3 en 28975, nrs. 1 en 2 zijn vervallen.

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Ik vraag u, het verslag van het algemeen overleg over kleine ziekenhuizen en ambulancevervoer op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen. Geeft u mij de vrijheid om dit deze of volgende week te doen? U heeft kunnen zien dat de agenda van deze week buitengewoon vol is.

Mevrouw Kant (SP):

Het heeft geen haast. Volgende week is prima.

De voorzitter:

Bedankt.

Aldus wordt besloten.

Mevrouw Kant (SP):

Mijn volgende verzoek is een herhalingsverzoek. Ik heb een dag na het vragenuur over de medicijnenknaak een brief gevraagd aan de minister van Volksgezondheid over de correspondentie tussen het adviescollege CVZ en het ministerie op dit punt. Helaas is die brief na twee weken nog niet binnengekomen bij de Kamer. Ik doe dan ook een herhalingsverzoek om de brief het liefst nog deze week te mogen ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Huizinga.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ik vraag u om het verslag van het algemeen overleg over schuldverlichting op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen. Wij streven ernaar dit verslag aanstaande donderdag te behandelen. Ik teken daarbij aan dat wij vanaf nu bij de VAO's moeten beginnen met het, zoals mevrouw Van Nieuwenhoven het doopte, kerstregime. Dat betekent dat er alleen ruimte is voor het indienen van moties, een korte toelichting en een korte vraag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Mastwijk.

De heer Mastwijk (CDA):

Wij hebben afgelopen weekend kennis kunnen nemen van het zoveelste incident rond de taxi- en ronselpraktijken op de luchthaven Schiphol. Ik heb begrepen dat er inmiddels een kort geding is aangespannen om handhaving door de marechaussee af te dwingen. Ik heb over dit onderwerp op 9 oktober een aantal schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van de fysieke schermutselingen. Er vielen toen immers klappen. Het kan zijn dat de regering geen raad weet met de vragen. De termijn van drie weken die staat voor beantwoording is echter ruim verstreken. Ik heb ook nog geen bericht van verdaging ontvangen. Ik vraag de regering om nog deze week mijn vragen te beantwoorden, inclusief twee aanvullende vragen.

De voorzitter:

Ik stel aan de Kamer voor om aan uw verzoek te voldoen. Het vragen om antwoorden op vragen waarvoor de termijn is verstreken, behoort plenair te gebeuren. Dat ben ik met u eens.

Indien u aanvullende vragen hebt, kunt u die direct vandaag ook schriftelijk stellen. Mijn voorstel is om te bepalen dat die aanvullende schriftelijke vragen dan samen met de al gestelde schriftelijke vragen worden beantwoord.

De heer Mastwijk (CDA):

Als dat ertoe kan leiden dat de vragen deze week worden beantwoord – de problematiek is immers ernstig – heb ik daar vrede mee.

De voorzitter:

Ja, dat zal het verzoek aan het kabinet zijn.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ook ik heb over dit onderwerp schriftelijke vragen gesteld en ook daarop zijn nog geen antwoorden binnen. Wellicht kunnen ook die antwoorden nu meegezonden worden naar de Kamer.

De voorzitter:

Zeker. Het gaat dus om de antwoorden op de al gestelde schriftelijke vragen van de heer Mastwijk en van mevrouw Gerkens en om de nog te stellen aanvullende schriftelijke vragen van de heer Mastwijk. Ik stel aan de Kamer voor om dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Verkeer en Waterstaat en, naar ik aanneem, de minister van Justitie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven