Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de fractie van de VVD geacht wenst te worden vóór de motie Huizinga-Heringa (29200-X, nr. 42) te hebben gestemd. Dit betreft de stemmingen van gisteren over de moties inzake de defensiebegroting. Dit heeft uiteraard geen gevolgen voor de uitslag van deze stemmingen.

Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor, de wens te kennen te geven nadere inlichtingen te ontvangen over de voorgenomen instelling met ingang van 1 januari 2004 van een tijdelijk Agentschap Dienst Regelingen LNV (DRL) (29246).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Albayrak.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

De Kamer heeft gisteren met de regering gesproken over de JBZ-raad die morgen in Brussel zal beginnen. Ik wil u verzoeken, het verslag van dat overleg op de plenaire agenda te zetten, als het kan vandaag nog, omdat beide ministers morgen in Brussel moeten zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en wel meteen na de regeling van werkzaamheden. U heeft daarover reeds bericht gekregen zodat ik u hiermee niet helemaal verras.

De heer Van der Vlies (SGP):

Begrijp ik goed dat wij er rekening mee moeten houden dat er een motie wordt ingediend waarover vandaag moet worden gestemd?

De voorzitter:

Dat is inderdaad het geval.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat had u nog niet vastgesteld. Dat betekent natuurlijk dat de Kamerleden tot op dat moment in de omgeving moeten blijven.

De voorzitter:

Sorry, ik ga kennelijk iets te snel. Er is vanochtend al per e-mail een vooraankondiging gedaan aan alle leden. Daarin stond dat er rekening gehouden moest worden met de mogelijkheid dat er een VAO zou worden aangevraagd, dat het in dat geval meteen gehouden zou worden en dat er na afloop meteen gestemd zou worden. Het betreft hier een uitzonderlijke situatie. Wij moeten op deze dag stemmen omdat het gaat om twee ministers die met het oog op het onderwerp van het VAO naar het buitenland moeten vertrekken. Er is geen andere mogelijkheid dan het op deze manier te doen.

De heer Visser (VVD):

Vanzelfsprekend moet er dan vandaag gestemd worden. Betekent dit dat er meteen na afloop van het VAO gestemd moet worden, of kan dat later op de dag gebeuren?

De voorzitter:

Ik zou meteen willen stemmen, dan weet iedereen waar hij aan toe is. De stemming is over ongeveer tien minuten.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Laan.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Zoals u weet, was het de bedoeling dat wij naar aanleiding van de eerste Europese top een debat zouden houden over de Europese grondwet. Dat debat is helaas niet doorgegaan vanwege het Mabel-debat. Wij dachten dat het wel even kon wachten totdat hierover in EU- of RAZEB-verband gesproken werd.

Nu blijken er echter wat misverstanden te bestaan over het standpunt dat de Nederlandse regering moet uitdragen. In de eerste plaats heeft de premier in de Eerste Kamer gemeld dat de Tweede Kamer en hij elkaar zijn genaderd inzake de joods-christelijke tradities. Ik heb die toenadering nooit gezien. In de tweede plaats schijnt er een meningsverschil te bestaan over de vraag of de heer Balkenende of de heer Zalm het voortouw neemt bij de IGC-inzet over de financiële perspectieven. Ik denk dat het handig is als wij op korte termijn die onduidelijkheden ophelderen. Het gaat immers om het mandaat dat deze Kamer de regering in dezen geeft in de onderhandelingen, die elke dag doorgaan.

Ik vraag u, voorzitter, of wij daarover op zeer korte termijn een spoeddebat kunnen voeren met de premier.

De voorzitter:

Maar het debat over de Europese top is inmiddels gehouden.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Ja.

De voorzitter:

En het verslag van die top komt in een algemeen overleg aan de orde.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Dat is de vraag.

De voorzitter:

Dat is de regel. Wat u nu zegt, zou toch in dat algemeen overleg aan de orde kunnen komen.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Dat zou kunnen, maar de vraag is wanneer wij dat algemeen overleg houden en ondertussen gaan de onderhandelingen gewoon door en wordt door de regering een standpunt uitgedragen dat niet is gedekt door de Tweede Kamer.

De voorzitter:

Maar hiervoor geldt een regulier proces. Er is namelijk een top gehouden en het is de gewoonte dat daarover een algemeen overleg wordt gehouden. Mijn voorkeur zou daarom zijn eerst de commissie hierover te laten vergaderen en als dat nodig is zou de commissie het algemeen overleg kunnen vervroegen. Ik vraag echter de andere leden wat hun mening is.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft naar aanleiding van hetgeen mevrouw Van der Laan heeft gezegd geen enkele behoefte aan een spoeddebat. Zij is zeer geneigd om de interpretatie die u geeft, te volgen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik begrijp het voorstel van mevrouw Van der Laan niet zo goed, want er is een aantal keren met de regering over dit punt gesproken, zowel in een plenair debat als tijdens een algemeen overleg ter voorbereiding van de IGC en de top. Daarin zijn de standpunten van de Kamer geventileerd en met de regering besproken. Na afloop van de top zouden wij een regulier debat hebben. Dat debat zal gehouden worden in een algemeen overleg en alles wat er over de top gezegd moet worden, kan dan aan de orde komen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik sluit mij hier kortheidshalve geheel bij aan. Volgens mij kunnen wij hierover goed debatteren aan de hand van de reguliere procedures.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. Mij lijkt het dat mevrouw Van der Laan een punt heeft. Er bestaat immers de kans dat de onderhandelingen doorgaan met een inzet die niet door deze Kamer is gedekt. Het zou daarom heel prettig zijn daarover met de regering te spreken. Er kunnen dan wel reguliere procedures zijn, maar als die ertoe leiden dat wij hierover spreken als het te laat is, lijkt mij die gang van zaken niet goed voor de Kamer.

De heer Herben (LPF):

Voorzitter. Het voorstel dat u deed, kan ik heel goed volgen. Ik meen dat voor 13 november al een commissievergadering is gepland. Wat mij betreft kunnen wij dan het onderwerp aan de orde stellen.

De heer Blok (VVD):

Voorzitter. Ook de VVD-fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat en zij volgt uw voorstel.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Als de meerderheid van de Kamer mijn verzoek niet steunt, leg ik mij daar natuurlijk bij neer. In ieder geval is nu alvast duidelijk dat wij afstand nemen van de bewering van de premier dat we elkaar hier genaderd zijn, want ik neem aan dat het stenogram van dit deel van de vergadering naar het kabinet wordt gestuurd. Op 13 november moeten wij ons standpunt nog maar preciseren.

De voorzitter:

Ik stel voor om de voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken te vragen om op korte termijn te bezien wanneer een algemeen overleg gehouden kan worden. Als het de bedoeling was dat overleg "pas" op 13 november te houden, zou mijn verzoek zijn dat overleg te vervroegen, opdat dan tijdig in commissieverband met de Kamer kan worden gesproken over de ontwikkelingen bij de Europese onderhandelingen. Aangezien mevrouw Van der Laan dat expliciet heeft verzocht, stel ik bij uitzondering voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de betrokken bewindslieden, maar laat dit geen precedent worden. Dat impliceert dan niet een expliciet verzoek aan hen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven