Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | nr. 84, pagina 4847-4850 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | nr. 84, pagina 4847-4850 |
Vragen van het lid Vergeer-Mudde aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de onderwijsovereenkomsten van regionale opleidingscentra die niet voldoen.
Mevrouw Vergeer-Mudde (SP):
Voorzitter. Mijn vragen gaan over de vrijwillige bijdrage voor schoolkosten en het sturen van een deurwaarder om die vrijwillige bijdrage te innen. Ik heb hierover in augustus al schriftelijke vragen gesteld, maar die zijn nog niet beantwoord.
Het schooljaar is begonnen. Vanochtend stond er in Trouw een artikel over een onderzoek van de JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB), dat 60% van de hbo-scholen niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden die gelden voor het vragen van een vrijwillige bijdrage. Een derde daarvan probeert de vrijwillige bijdrage verplicht te stellen.
Het Nova College in Haarlem heeft al een incassoprocedure in gang gezet om de vrijwillige bijdrage te innen. De studenten pikken dit niet. Morgen is er dan ook een demonstratie voor de deur van de school die ik uiteraard van harte steun.
Naar aanleiding van eerdere lokale acties van leerlingen en ouders met de SP-hulpdienst tegen het inzetten van deurwaarders, heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin wordt gevraagd om in een gedragscode op te nemen dat de inzet van incassobureaus en deurwaarders wordt afgewezen. De minister heeft daarop aangekondigd dat de sector met de JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs een gedragscode opstelt. Wanneer kunnen wij de gedragscode tegemoet zien? Wil de staatssecretaris zich ervoor inzetten dat deurwaarders en incassobureaus worden afgewezen in deze gedragscode? Wil de staatssecretaris zich er ook voor inzetten dat de instellingen de vrijwillige bijdrage niet in het onderwijscontract opnemen, maar apart vermelden en specificeren? Is de staatssecretaris het met mij eens dat in die aparte vermelding ook uitdrukkelijk moet staan dat het gaat om een vrijwillige bijdrage en dat er dus niet betaald hoeft te worden? Wil de staatssecretaris, ten slotte, het onderwijs beter gaan bekostigen, zodat de scholen, uit geldgebrek, geen extra bijdrage hoeven te vragen?
Staatssecretaris Nijs:
Mevrouw de voorzitter. De Jongerenbond van het mbo heeft vandaag een groot onderzoeksrapport uitgebracht. Ik ben blij dat zij dit onderzoek gedaan hebben. Het betekent dat deze jongerenbond, JOB, een steeds volwassener club wordt, waar wij rekening mee gaan houden. Ik zal dan ook heel serieus met dit onderzoek omgaan. Deze week nog zullen JOB en BVE-raad uitgenodigd worden voor een gesprek over de aanbevelingen die in het rapport staan. Er staan ongelooflijk veel aanbevelingen in. Eén daarvan is het punt dat mevrouw Vergeer mijns inziens terecht aansnijdt. Het kan niet zo zijn dat als er vrijwillige bijdragen worden gevraagd, deze op de een of andere manier ofwel door dwang, bij het ondertekenen van de onderwijsovereenkomst, ofwel op een andere manier toch een verplichtend karakter hebben. Wat dat betreft ben ik het volslagen met mevrouw Vergeer eens dat wij daar iets aan moeten doen. De deelnemers moeten ook een volledig inzicht hebben in het onderwijsprogramma dat zij krijgen. Het is belangrijk dat het mbo op dat vlak een soortgelijke ontwikkeling doormaakt als het hbo eerder heeft doorgemaakt.
Ik heb wel een beetje begrip voor de instellingen, omdat het natuurlijk maatwerk in het beroepsonderwijs is en omdat het inzichtelijk maken van wat bij het onderwijsprogramma hoort en wat daarnaast vrijwillig moet worden ingebracht, er wat meer voeten in de aarde heeft dan in andere sectoren. Maar overeind blijft dat vrijwillig ook vrijwillig moet zijn. Dat betekent dan ook dat de onderwijsovereenkomst dit moet uitdrukken.
Mevrouw Vergeer vraagt terecht hoe het zit met de gedragscode, want dit is een issue die al eerder aan de orde is geweest. Naar aanleiding ook van de discussie rondom het Nova College zijn wij met de partijen in gesprek en het blijkt dat het erg moeilijk is om de gedragscode met elkaar te ontwikkelen. Partijen zijn er niet uit gekomen. Ik ga nu eerst eens proberen of ik de partijen nader tot elkaar kan brengen. Mocht dat niet lukken, dan moeten wij wat een zwaardere maatregel nemen om te zorgen dat de vrijwillige bijdrage vrijwillige blijft. Ik denk dat het belangrijk is om de vraag hoe wij dat precies gaan doen, met partijen te bespreken. Het moet echter vaststaan dat het expliciet in de onderwijsovereenkomst moet worden opgenomen en dat je een keuze hebt op het punt van wat je wel en niet van de vrijwillige bijdrage af zou willen nemen. Wat dat betreft denk ik dat ik het helemaal eens ben met mevrouw Vergeer.
Vervolgens vraagt mevrouw Vergeer of wij het onderwijs niet beter kunnen bekostigen, zodat scholen niet uit geldgebrek een extra bijdrage hoeven te vragen. Ik kan mij wel voorstellen dat zij dit zegt, maar wij hebben in Nederland een systeem waarin de rijksbijdrage voldoende is om al die eindtermen te halen. Hij is misschien wat sober maar wij hebben er de inspectie voor om te zorgen dat de kwaliteit toch goed blijft.
Mevrouw Vergeer-Mudde (SP):
Ik vind het jammer dat de gedragscode nog niet klaar is, maar ik begrijp dat u wel van mening bent dat er op dit moment maatregelen nodig zijn om het vrijwillige karakter te benadrukken. Ik zou u dan ook graag uitdrukkelijk willen horen zeggen dat deurwaarders niet mogen worden ingezet, evenmin als incassobureaus, omdat dit niet hoort bij het vrijwillige karakter. U zegt ook dat er bij het vermelden van de vrijwillige bijdrage bij moet staan dat deze vrijwillig is en dat deze ook niet door een koppeling aan het contract mag worden opgelegd. Het contract moet immers ondertekend worden en dan kun je niet een uitzondering maken als het niet apart vermeld wordt. Verder heeft u gezegd dat er een specificatie moet zijn.
Dat zijn allemaal heel positieve dingen. Het komt voor mij nu nog hierop neer dat u iets over de deurwaarders zou moeten zeggen, namelijk om het beroep daarop uit te sluiten, want de nood is nu hoog. Het Nova College gaat morgen demonstreren.
Ik ben erg teleurgesteld in het antwoord op de laatste vraag, daar waar u zegt dat u de scholen sober bekostigt. Dat is wel iets te zacht gezegd. Ik denk dat de scholen op dit moment zodanig bekostigd worden dat wij rustig van armoede bij de scholen kunnen spreken, waardoor er sponsorcontracten moeten worden afgesloten en de scholen afhankelijk zijn van ouderbijdragen. Ik zal bij de begrotingsbehandeling er voorstellen voor indienen om het onderwijs beter te bekostigen.
Staatssecretaris Nijs:
Mevrouw Vergeer geeft een goede samenvatting van mijn korte betoog. Haar vragen van 13 augustus betreffen vooral het Nova College. De antwoorden zullen de Kamer tijdig bereiken. Wij hebben contact met beide partijen en weten dus van de plannen van zowel het college als de deelnemers. Wij wisten gisteren al dat er vandaag een gesprek zal plaatsvinden en wij gaan ervan uit dat de partijen er zelf zullen uitkomen. Ik vind het dan ook niet nodig om reeds op dit moment iets te doen.
Ik ben het helemaal met mevrouw Vergeer eens dat het inschakelen van een incassobureau absoluut niet past in de geest van de desbetreffende wetgeving en in de manier waarop wij met elkaar omgaan. Het is belangrijk dat dit soort elementen meegenomen wordt in de gedragscode.
Het is natuurlijk mogelijk dat iemand toezegt te zullen betalen, maar uiteindelijk niet kán of niet wíl betalen. Als een deelnemer echter heeft toegezegd te zullen betalen, moet hij dat natuurlijk wel doen. Daarvoor moet dus een oplossing gevonden worden.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Als een school in Nederland een deurwaarder of een incassobureau op een ouder afstuurt om een nota bene vrijwillige bijdrage te incasseren, past daarvoor niet alleen een veroordeling door de staatssecretaris – gelukkig doet zij dat en daarvan neem ik met plezier kennis – maar moet zij haar eigen deurwaarder op die school afsturen met de mededeling dat dit absoluut niet kan. Zij heeft een inspectie die toeziet op het onderwijs. Ik neem aan dat zij vandaag nog de inspecteur vraagt die school te bezoeken met de krachtige mededeling dat dit gewoon niet deugt!
Staatssecretaris Nijs:
Ik ben het eens met de heer Vendrik dat er geen deurwaarders moeten worden gestuurd om vrijwillige bijdragen te innen. Er is contact met die school. Ik vind het belangrijk dat de school en de desbetreffende deelnemers dit probleem samen oplossen. Scholen hebben immers een zekere autonomie.
De medezeggenschapsraad van het Nova College is akkoord gegaan met die vrijwillige bijdrage. Het is mij op dit moment onduidelijk wat daar precies gebeurt. Het lijkt mij verstandig de partijen de kans te geven er vandaag samen uit te komen. Als zij daarin niet slagen, is het naar mijn mening terecht dat wij ons ermee gaan bemoeien. Dan kunnen wij inderdaad de inspecteur vragen om eens goed te kijken wat er aan de hand is.
De heer De heer Tichelaar (PvdA):
De voorbeelden van mevrouw Vergeer hebben betrekking op de mbo-sector. Ik adviseer de staatssecretaris, eens op internet te kijken als het gaat om het primair en het voortgezet onderwijs. Wij zijn van mening dat de wet stelselmatig wordt overtreden.
De staatssecretaris dient te wet te controleren. Mijn vraag is, op welke wijze zij dat gaat doen en op welk moment wij het plan van aanpak tegemoet kunnen zien.
Staatssecretaris Nijs:
Zoals ik zei, partijen hebben destijds gevraagd een gedragscode te ontwikkelen die ertoe bijdraagt dat de scholen op een juiste manier handelen. Minister Hermans heeft dat toegezegd. Het is jammer dat men er niet uitgekomen is. Ik zal proberen een brug te slaan. Zodra er een gedragscode is, kan de inspectie toezien op de naleving daarvan. Lukt het niet, dan zullen er maatregelen genomen moeten worden. Dat kan gebeuren in een wettelijke vorm waarbij wordt vastgesteld dat de onderwijsovereenkomst aan bepaalde voorwaarden dient te voldoen: het moet duidelijk zijn dat het gaat om een vrijwillige bijdrage en er moet een keuzemogelijkheid zijn. Wij houden het in de gaten.
Mevrouw Lambrechts (D66):
Volgens mij ligt de zaak toch nog iets ingewikkelder. Immers, een gedragscode moet gaan over dat deel van de activiteiten waarvoor je een bijdrage zou mogen vragen. Twee jaar geleden waren we het er al over eens, met iemand anders, maar van dezelfde partij als de staatssecretaris, dat je voor zaken als stagebegeleiding, computergebruik en het afleggen van examens geen bijdrage mag vragen. Ik vraag deze staatssecretaris daarom dringend dat die contracten die zijn gesloten, waarvoor vrijwillig of anderszins een bijdrage wordt gevraagd, alsnog nietig worden verklaard, overeenkomst of niet.
Staatssecretaris Nijs:
We hebben er absoluut geen meningsverschil over dat de bijdrage een vrijwillig karakter heeft. Natuurlijk moet iemand zijn eindtermen kunnen halen zonder dat de vrijwillige bijdrage daarvoor benodigd is. De overheid financiert immers het mbo. Het is verstandig om te zien of partijen er met de gedragscode uitkomen. Als dat niet lukt, moeten we dat zoals gezegd op een andere manier vorm gaan geven. Dan moet duidelijk zijn, wat er wel en niet in de vrijwillige bijdrage mag zitten, en aan wie deze moet worden gevraagd.
Mevrouw Kraneveldt (LPF):
In het artikel waaraan mevrouw Vergeer refereert, wordt over meer zaken gesproken dan alleen dingen waarvoor een vrijwillige bijdrage kan worden gevraagd. Over sommige bepalingen in het contract bestaan nogal wat onduidelijkheden, terwijl andere zaken niet goed worden gedefinieerd. Bent u van plan, daarvoor in uw hoedanigheid van staatssecretaris nog maatregelen te nemen?
Staatssecretaris Nijs:
Ik ben blij dat u die vraag stelt, want dat geeft mij de gelegenheid, aandacht te besteden aan een dik rapport, dat ik nu omhoog houd, met bijna drie pagina's aanbevelingen, die wij serieus nemen. Deze week proberen we een datum te regelen voor een gesprek over deze materie, om te zien welke aanbevelingen we moeten overnemen. De Kamer zal op de hoogte worden gebracht van de uitkomst van dat gesprek. Wij moeten echt reageren op de verzoeken die op dit punt zijn gedaan.
De heer Slob (ChristenUnie):
De staatssecretaris heeft een aantal malen gezegd dat partijen er zelf uit moeten komen als het gaat om de gedragscode. In principe ben ik dat met haar eens, maar we weten allemaal dat het ondertussen al heel erg lang duurt, waar de deelnemers inmiddels de dupe van zijn geworden, iets wat wij niet willen. Wanneer is wat de staatssecretaris betreft het moment aangebroken om in te grijpen?
Staatssecretaris Nijs:
Dat moment moet niet ver van ons afliggen. Er is inderdaad al heel lang gesproken over de gedragscode. In het gesprek dat wij gaan voeren over de aanbevelingen is belangrijk om te zien, hoever partijen uit elkaar liggen, en waar dat aan ligt. Ik stel mij voor dat we dat gesprek uiterlijk in oktober, nog voor de begroting, zullen hebben, en dat we op basis van dat gesprek een deadline opstellen. De precieze datum laat ik liever even afhangen van dat gesprek. Als betrokkenen aangeven dat zij er bijvoorbeeld eind januari uitkomen, zou ik dat prima vinden. Maar als zij niet weten of zij eruit komen, geef ik hun de ruimte ook niet. We moeten zeker proberen, voor het volgende collegejaar zoveel mogelijk van deze punten op te nemen in de nieuwe onderwijsovereenkomst.
De voorzitter:
Hiermee komt er een einde aan de mondelinge vragen. Met de heer Kortenhorst heb ik afgesproken dat zijn vragen worden toegevoegd aan de regeling van werkzaamheden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20022003-4847-4850.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.