76ste vergadering

Woensdag 11 juni 2003

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 143 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Adelmund, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink, Brinkel, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming-Bluemink, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Eijsink, Eski, Eurlings, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Geluk, Van Gent, Giskes, De Grave, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Kant, Karimi, Koenders, Koopmans, Kortenhorst, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Van Lith, Van Loon-Koomen, Luchtenveld, Marijnissen, Mastwijk, Meijer, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rijpstra, Rouvoet, De Ruiter, Samsom, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Terpstra, Tichelaar, Timmer, Tjon-A-Ten, Tonkens, Varela, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vergeer-Mudde, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, B.M. de Vries, J.M. de Vries, K.G. de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heren Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, Remkes, minister van Binnenlandse Zaken, De Hoop Scheffer, minister van Buitenlandse Zaken, Donner, minister van Justitie, mevrouw Van der Hoeven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de heren Zalm, vice-minister-president, minister van Financiën, Kamp, minister van Defensie, mevrouw Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat, de heren Brinkhorst, minister van Economische Zaken, Veerman, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Geus, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Graaf, vice-minister-president, minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de heer Nicolaï, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, mevrouw Nijs, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mevrouw Van der Laan, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de heren Wijn, staatssecretaris van Financiën, Van der Knaap, Ingekomen stukkenstaatssecretaris van Defensie, Van Geel, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, de heer Rutte, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Ross-van Dorp, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden Timmermans, Kalsbeek en Van Dijk, wegens verblijf buitenslands, ook morgen, ten dele in verband met de Europese Conventie.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Geachte medeleden. Een delegatie uit de vaste commissie voor Defensie heeft vorige week een bezoek gebracht aan Nederlandse militairen in Kirgizië en Afghanistan. De delegatie heeft in Afghanistan ervaren hoe goed en intensief de Duits-Nederlandse samenwerking binnen ISAF is. Op de dag van haar vertrek is de delegatie van nabij betrokken geweest bij de gevolgen van een aanslag die het leven kostte aan een aantal Duitse ISAF-militairen en vele gewonden tot gevolg had. Ik deel de Kamer mee dat ik op voorstel van de delegatie aan de Duitse Bondsdag een betuiging van medeleven zal zenden.

Ik geef het woord aan de heer Rijpstra tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Rijpstra:

voorzitter der commissie

Mijnheer de voorzitter. De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer P.L.M. Pex te Rotterdam.

De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen, dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van het Europees Parlement.

De commissie stelt vast, dat hij op grond van de nationale bepalingen tot lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten.

De commissie stelt voor, dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de benoemde.

Tot slot stelt de commissie voor, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat tegen het opnemen van een noot in de Handelingen geen bezwaren bestaan.

(De noot is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven