Aan de orde is de behandeling:

het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Geldrop en Mierlo (28840).

De voorzitter:

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties had even verplichtingen bij de formateur. Zijn verontschuldigingen dat hij daardoor iets te laat is worden uiteraard geaccepteerd.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Fierens die haar maidenspeech zal houden.

Mevrouw Fierens (PvdA):

Voorzitter. Voor ons ligt een onomstreden wetsvoorstel inzake gemeentelijke herindeling. Op zichzelf is dit zeer opmerkelijk omdat gemeentelijke herindelingen in onze rijke historie van bestuurlijke maakbaarheid de gemoederen altijd stevig hebben beziggehouden. In de recente geschiedenis lag ook de samenvoeging van Geldrop en Mierlo gevoelig. Als onderdeel van de gemeentelijke herindeling van Eindhoven en Helmond koos Geldrop er in eerste instantie voor om zelfstandig te blijven. Nu hebben beide gemeenten tot een gezamenlijke toekomst besloten, die al gemarkeerd is met de gezamenlijke website www.geldropmierlo.nl, onder het motto: samen meer, meer samen. Kan het mooier?

De PvdA heeft geen bezwaren tegen de voorgestelde herindeling. Het CDA heeft de minister gevraagd om het wetsvoorstel te toetsen aan het herindelingskader uit december 2002. Deze kaderstelling is nog niet besproken door de Kamer. Ik wil er twee punten toevoegen. De kaderstelling gaat uit van het basisprincipe van vrijwilligheid. Gemeenten moeten zelf met wensen tot herindeling komen. De minister ziet voor zichzelf geen rol meer weggelegd. De PvdA is van mening dat het Rijk altijd een eigen verantwoordelijkheid houdt ten aanzien van de bestuurlijke inrichting van ons land. Bij de herindeling van Eindhoven en Helmond en ook bij die van Geldrop en Mierlo zie je dat het zich wreekt als het Rijk steeds wisselende opvattingen naar voren brengt over de bestuurlijke indeling van Nederland. Een eigen visie en eventueel ook eigen initiatief horen ten principale bij de bevoegdheden van het Rijk. Dit kan politiek zeer onaantrekkelijk zijn, want je wordt niet populair met gemeentelijke herindelingen. Dat neemt niet weg dat het Rijk zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid moet nemen. Blijkbaar hebben de ervaringen van de afgelopen jaren betrokkenen kopschuw gemaakt. Herindeling is en blijft het enige adequate middel voor een goede inrichting van ons bestuurlijke landschap.

Daarnaast wijs ik erop dat herindelingen een duurzaam karakter moeten hebben. Het gaat om het wonen, het werken en het groeien in de toekomst. De herindeling moet de betrokken gemeenten de slagkracht geven om beter faliciterend te kunnen optreden, juist rond deze thema's. Herindelingen kunnen niet alleen gebaseerd zijn op de emoties van het heden. Onze kinderen moeten kunnen werken op het nieuwe bedrijventerrein en moeten de nieuwe woningen kunnen betrekken waarvoor door de herindeling ruimte is gecreëerd.

Voorzitter. De herindeling van Geldrop en Mierlo voldoet aan alle criteria. Het zijn prachtige, mooie Brabantse gemeenten met een goede sociale samenhang. Zij hebben samen ook een actief verenigingsleven en liggen in een prachtig groengebied, dat hen verbindt. Geldrop heeft ruimte nodig voor woningbouw, voor een bedrijventerrein en voor nieuwe voorzieningen, terwijl Mierlo toe is aan een breder bestuurlijk verband. Ziehier de synergie. Beide gemeenten zijn op elkaar georiënteerd. Beide gemeenten staan open voor bestuurlijke samenwerking met Eindhoven en de regio. Beide gemeenten zijn bereid tot het voeren van nadere gesprekken met Eindhoven. Die zijn reeds gaande. Beide gemeenten hebben zodoende een goede manier gevonden om hun schaal aan te passen aan de huidige én aan de toekomstige situatie. Wij wensen die gemeenten daarmee dus heel veel succes.

Dit wetsvoorstel kan niet los van het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Eindhoven en Helmond worden gezien, want dit maakte oorspronkelijk deel uit van de behandeling daarvan. De samenvoeging van Eindhoven en Helmond is afgeschoten, kort samengevat. Daarom wil ik de minister vragen naar de voortgang in het overleg met de gemeente Eindhoven en met de andere gemeenten in de regio. De bestuurlijke inrichting van de grootstedelijke regio Eindhoven is immers van immens belang voor de regionale en voor de nationale ontwikkelingen. Dat sleept zich nu, onbegrijpelijk genoeg, zo'n twintig jaar voort. Dat staat werkelijk haaks op alle voornemens van bestuurlijke daadkracht. Het staat ook haaks op de wil om een bestuurlijke schaal te ontwerpen, waar wonen en werken optimaal mogelijk wordt gemaakt. Dit doet zich nota bene voor in een tijdsgewricht, waarin de economie juist ruim baan moet krijgen en waarin banen met deze werkloosheid zo hard nodig zijn.

De minister heeft via de directeur-generaal in Eindhoven de toezegging gedaan om er nauwlettend op toe te zien dat de verplicht vrijwillige samenwerking in Eindhoven en omgeving vruchten gaat afwerpen. Als dat niet gebeurt, moet er volgens hem worden gekeken naar andere opties van bestuurlijke samenwerking en moet mogelijk zelfs de herindeling opnieuw uit de kast worden gehaald. Kan de minister deze in de gemeente Eindhoven gedane toezegging bevestigen? Wat is volgens hem de vervolgstap in het proces rond Eindhoven? Welk tijdschema heeft hij gepland, gezien de urgentie ervan?

Voorzitter. Ik heb misschien nog een minuut over, maar ik schenk hem u graag uit principe om de werkwijze van de Kamer efficiënter te maken. Ik weet dat een nieuweling altijd in hetzelfde stramien terechtkomt, maar ik zal proberen om daar af en toe aan te ontsnappen.

De voorzitter:

Veel dank voor deze laatste bemoedigende woorden.

Ik feliciteer u van harte met uw maidenspeech. In uw vorige leven hield u zich bezig met vele landen over de hele wereld; vandaag heeft u zich met Mierlo en Geldrop beziggehouden. Alleen dat toont al aan hoe veelzijdig uw nieuwe vak van volksvertegenwoordiger is. Daar staat tegenover dat u volgende week in Iran bent, dus het blijft veelzijdig.

De vergadering wordt enige minuten geschorst.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om collega Fierens vanaf deze plaats niet alleen te feliciteren maar ook te complimenteren met haar maidenspeech. Zij heeft terecht de vrijheid genomen om bij deze heuglijke gebeurtenis tegelijkertijd een iets bredergaande beschouwing over haar visie op binnenlands bestuur weer te geven. Ik zal dat vandaag niet doen, maar het voorspelt in ieder geval een aardige gedachtewisseling voor de toekomst. Ik verheug me daar alleszins op.

Voorzitter. Het is vandaag een blijde dag voor de gemeenten Geldrop en Mierlo. Na een jarenlang traject kan de herindeling in beide gemeenten nu eindelijk haar beslag gaan krijgen. De leden van de CDA-fractie kunnen van harte instemmen met het voorstel. Het betreft hier, zoals ook de minister heeft aangegeven, een vrijwillige herindeling waarvoor bestuurlijk en maatschappelijk veel draagvlak bestaat. Bovendien ontstaat een robuuste gemeente die ook vanuit een langeretermijnperspectief bezien de toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien.

Het precieze grensverloop van de nieuwe gemeente Geldrop/Mierlo is in nauw en goed overleg met de betrokken buurgemeente totstandgekomen. Dat geeft aan dat de twee gemeenten niet alleen samen willen gaan maar gelukkig ook niet met de rug naar de rest van de regio gaan staan. Dat geeft vertrouwen dat de samenwerking ook in een wat breder perspectief op een vruchtbare wijze een vervolg kan krijgen. Mijn fractie kan dan ook zonder enige terughoudendheid instemmen met het wetsvoorstel. Ik wil echter wel graag de aandacht vragen voor een tweetal punten die voor ons van belang zijn.

Het is de uitdrukkelijke wens van beide gemeenten om de herindeling zo snel mogelijk en dus per 1 januari 2004 in werking te laten treden. Wij willen graag tegemoetkomen aan dat verzoek en hebben daaraan door een voortvarende behandeling hier graag onze medewerking willen verlenen. Tegelijkertijd is met de afronding van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer nog steeds onzeker of deze termijn ook daadwerkelijk gehaald gaat worden. Ook de Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog met dezelfde voortvarendheid willen behandelen. Wij moeten echt proberen om de gemeenten zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de gewenste datum van inwerkingtreding. Ik maak mij enige zorgen over het feit dat ons nog steeds verschillende signalen bereiken over wat de uiterste termijn is waarop beide Kamers het wetsvoorstel behandeld moeten hebben om de datum van 1 januari 2004 te halen. Sommigen hanteren 1 juli als fatale termijn, anderen geven aan dat besluitvorming in de Eerste Kamer ook in september nog mogelijk zou zijn. Ik zou hierover graag uitsluitsel van de minister willen krijgen.

Voorzitter. Mijn fractie heeft al eerder aangegeven dat het CDA er geen misverstand over wil laten bestaan dat het wetsvoorstel voor de totale regio Eindhoven/Helmond wat ons betreft van tafel kan. Het kabinet wil dit besluit overlaten aan het volgende kabinet. Ik zou de minister echter toch willen uitnodigen om daarover iets meer te zeggen. Als hij al aan de overkant is geweest, kan hij mij misschien uit de droom helpen of dit onderdeel in de portefeuille bestuurlijke vernieuwing zit of dat het daar geen onderdeel van uitmaakt. Ik zou in ieder geval graag zijn advies aan zijn ambtsopvolger op dat punt willen vernemen.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Ook van mijn kant feliciteer ik mevrouw Fierens graag met het uitspreken van haar maidenspeech. Ik hoop dat er nog zeer vele speeches mogen volgen.

Het voorstel dat voor ons ligt, de samenvoeging van Geldrop/Mierlo is onomstreden. Ik wilde om die reden het voorstel graag behandelen. Ik ben in de twintig jaar dat de discussie over de bestuurlijke organisatie in Brabant speelt, in allerlei verschillende fases en functies bij de herindeling betrokken geweest. In onze fractie is het normaal dat je niet een herindeling in je eigen provincie behandelt als er moeilijke discussies over komen. Deze herindeling wilde ik graag zelf afwerken. Vandaar dat ik hier sta.

Ik zal niet alles vertellen wat er over dit onderwerp te vertellen is, want dat zou een heel lang betoog opleveren. Ik noem slechts enkele punten die belangrijk zijn voor het voorstel dat voor ons ligt. Het voorstel heeft betrekking op de zogenaamde witte vlek, het stukje dat was opengehouden in de totale herindelingsdiscussie in Brabant, en heeft een relatie met het wetsontwerp over het hele gebied Eindhoven-Helmond waarop wij eigenlijk zaten te wachten.

Heel lang is door een groot aantal mensen geprobeerd om voor de hele regio een herindelingsvoorstel te krijgen, met name als alternatief voor de discussie over de stadsprovincie die destijds speelde. Uiteindelijk is het toch niet gelukt om een voorstel van wet daarover aan de Kamer aan te bieden. In vrijwel alle voorstellen die er tot nu toe zijn geweest, beginnend bij het advies van de commissie-Schampers, werd voorgesteld Geldrop te voegen bij Eindhoven en Mierlo bij Helmond. Nu die voorstellen van de baan zijn, hebben deze twee gemeenten besloten voor elkaar te kiezen en het samen te gaan doen. Wie het gebied kent – en ik was er gisteravond nog – weet hoe goed die gemeenten bij elkaar passen. Deze combinatie is volstrekt logisch. Dit idee is overigens al jaren geleden lokaal in VVD-kring geopperd. Het is dus wat dat aangaat een onomstreden voorstel.

Echter, als wij nu kiezen voor dit voorstel – en dat doen wij zoals ik al in het verslag heb gemeld – dan heeft dat natuurlijk consequenties voor het hele gebied. Ik ben erg benieuwd wat de minister doet met het voorstel over de herindeling van Eindhoven en Helmond dat nog ergens moet liggen en waarvan dit een stukje is. Ik heb er met name in het verslag op gewezen dat als deze gemeente eenmaal is gevormd er niet later in wat voor proces dan ook weer discussie mag ontstaan over de grenzen en over de vraag of er een stukje naar Helmond of naar Eindhoven moet. Deze gemeenten hebben zo lang in een onrustige politieke situatie gezeten dat zij nu zij deze keuze hebben gemaakt en iedereen in de Kamer daarop positief reageert, er zeker van moeten zijn dat de in dit wetsvoorstel vastgelegde grenzen voor een groot aantal jaren de grenzen zijn waarbinnen zij kunnen werken.

Ik ben zeer benieuwd naar wat de minister antwoordt op de vragen die door collega Spies zijn gesteld.

In het voorstel wordt ook nog even iets geregeld voor de gemeente Lith. Ik ken de procedure en weet dus dat dit kan, maar ik had een heel ander antwoord verwacht op de vraag die ik erover heb gesteld. Ik zou het in de aanhef en de considerans van de wet hebben vermeld, omdat ik het wat vreemd vind dat er in het voorlaatste artikel van de wet over Geldrop-Mierlo iets wordt geregeld over de secretarie in de gemeente Lith. Als dat keurig in de aanhef was vermeld, zou het voor iedereen duidelijk zijn geweest. Misschien kan ik in dit debat dit onderwerp in vragende zin nog eens aan de minister voorleggen.

Voorzitter. De VVD-fractie steunt dit voorstel, maar is erg benieuwd naar een aantal antwoorden van de minister op gestelde vragen.

Minister Remkes:

Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigden voor de brede parlementaire steun voor dit wetsvoorstel. In feite heb ik het zo verstaan dat er door de Kamer waardering is uitgesproken – en daarbij sluit ik mij aan – voor de zorgvuldigheid van het proces zoals dat door beide gemeentebesturen en door het provinciaal bestuur in het verleden is gevolgd. Dat heeft ertoe geleid dat de gemeentebesturen nauwe samenspraak hebben gehad met de bevolking, in casu een aantal burgercomités. Er is aanzienlijk draagvlak onder de bevolking verworven. Dat gebeurt niet bij alle herindelingen. De vlekkeloze behandeling nu en het proces dat daaraan voorafging, hebben natuurlijk alles met elkaar te maken.

Mevrouw Fierens heeft een aantal meer algemene opmerkingen over het herindelingsbeleid gemaakt. Zij ging namelijk wat nader in op het kader. Vanwege de demissionaire status kan ik niet met de Kamer in discussie gaan over het kader, hoewel ik dat graag had gewild. Ik hoop dat wij er op korte termijn toch wat uitvoeriger bij stil kunnen staan. Alles aanhorende, ben ik ervan overtuigd dat wij ook daar op een goede manier uitkomen met elkaar. Wij weten dat herindeling geen wiskunde is. Bovendien bevat het kader een aantal afwegingselementen die niet lijken op een spoorboekje. Dat kan ook niet, zoals je beseft als je goed tot je door laat dringen welke elementen bij de afweging van onze bestuurlijke organisatie een rol horen te spelen. Vrijwilligheid is een van die elementen. Maar is vrijwilligheid hetzelfde als een minister van BZK die niet meer handelt? Nee, want de minister van BZK houdt natuurlijk een belangrijke verantwoordelijkheid voor de oplossing van een aantal bestuurlijke knelpunten in ons land.

Herindeling is niet het enige middel dat je kunt inzetten om bestuurlijke knelpunten op te lossen. Ik meende het tegendeel wat teveel te horen in de woorden van mevrouw Spies. Soms kan ook veel worden opgelost door vrijwillige samenwerking; soms zijn bovenregionale samenwerkingsvormen nodig. Ik wijs de Kamer er overigens op dat haar een notitie inzake WGR+ is toegezonden. Ik hoop dat wij daarmee na het aantreden van het nieuwe kabinet voortvarend aan de slag kunnen. Ook als lid van de Kamer heb ik mij altijd afgezet tegen te veel grootschaligheidsnotie; alsof je daarmee automatisch het bestuurlijke leven in de gemeentelijke samenleving beter maakt. Die notie is wat lang aan de orde geweest. Ik ben zelf blij dat ook in de Kamer het element van vrijwilligheid, hoewel met kanttekeningen, breed wordt ondersteund. Mevrouw Fierens heeft opgemerkt dat de discussie de afgelopen 20 jaar erg heen en weer is gegaan. Ik herken dat beeld. Nogmaals, ik zeg niet dat er niets hoeft te veranderen, maar ik onderschrijf dat het de komende jaren echt nodig is om op het terrein van het binnenlands bestuur een zekere eenduidige koers te bepalen. Op die manier wordt de aandacht primair op de inhoud gericht.

Dat geldt wat mij betreft ook voor de discussie inzake Eindhoven en Helmond. Verschillende geachte afgevaardigden hebben gevraagd wat daarmee gebeurt. Het kabinet heeft welbewust gesteld dat het de nieuwe ministersploeg niet voor een voldongen feit wil plaatsen. Op die manier valt er voor het nieuwe kabinet nog iets te kiezen. Als het oude, demissionaire kabinet het wetsvoorstel had ingetrokken en het nieuwe kabinet zou toch nog iets anders willen, dan had namelijk de hele procedure over gemoeten. Dat is niet elegant. Daarom hebben wij onze keuze gemaakt.

Mevrouw Spies heeft gevraagd wat het nieuwe kabinet gaat doen. Dat weet ik nog niet; daarover is bij de informatieronde niet gesproken. Ik kan wel zeggen dat ik de kans redelijk aanwezig acht dat het nieuwe kabinet dat wetsvoorstel intrekt. Het blijft dan niet boven de markt zweven.

In het bestuurlijk overleg over dat wetsvoorstel en het onderhavige herindelingsvoorstel heb ik de provincie gevraagd om nadrukkelijk verantwoordelijkheid te nemen voor de regionale problematiek. Dat heeft inmiddels tot actie geleid. GS van Noord-Brabant hebben mij namelijk in een brief van begin mei jl. meegedeeld dat er een regiegroep is ingesteld waarin de randgemeenten en het provinciale bestuur zijn vertegenwoordigd. Die regiegroep heeft een bestuursopdracht verstrekt aan het Brabants overleg randgemeenten. Die opdracht bevat drie onderdelen. In de eerste plaats is dat de opdracht om de mogelijkheden te verkennen om in de komende vijfentwintig jaar voldoende woningen te bouwen in het stedelijk gebied, alsmede voorstellen te ontwikkelen om de scheve verhouding tussen huur- en koopwoningen meer recht te trekken. In de tweede plaats is er de opdracht om gezamenlijke activiteiten te verkennen ter versterking van de economische structuur. In de derde plaats is er de opdracht om vormen van niet-vrijblijvende samenwerking te verkennen waarbij de inhoud de vorm van de samenwerking bepaalt.

Mevrouw Fierens (PvdA):

Wie zijn er bij dat overleg betrokken? Zijn dat alleen de omliggende gemeentes of de grote steden?

Minister Remkes:

Gezien de regionale problematiek speelt vanzelfsprekend ook het gemeentebestuur van Eindhoven op dat terrein een rol. Ter onderstreping van ook de betrokkenheid van het departement is mijn directeur-generaal zeer recent naar een symposium ter zake gegaan. Daarmee wil ik zeggen dat de ontwikkelingen door BZK natuurlijk gevolgd worden. Ik zal mijn ambtsopvolger dan ook aanbevelen om, als de resultaten volgens planning in juni op tafel liggen, in het gebied met alle betrokken deelnemers het overleg aan te gaan. Hiermee wil ik een beetje het beeld weerspreken dat de minister van BZK in dit soort gevallen helemaal niets meer gaat doen. Die doet dus terdege wat, maar wel primair langs de inhoudelijke lijn.

Mevrouw Fierens heeft gevraagd wat er gebeurt als het allemaal niet lukt. Dat is echter buiten en achter mijn denkhorizon. Ik ga er namelijk van uit dat het provinciale bestuur van Noord-Brabant en de betrokken gemeentebesturen ook hun verantwoordelijkheid voor de regionale problematiek zullen kennen. De vraag "wat, als...?" is door mij nu dus niet te beantwoorden. Het kan namelijk heel gemakkelijk als chantage uitgelegd worden. Ik ben echter optimistisch over de bestuurlijke verhoudingen in het Brabantse land. Vooralsnog ga ik er dan ook van uit dat het gaat zoals ik heb aangegeven.

Mevrouw Spies heeft nog gevraagd hoe het precies zit met de termijnen. Ik kan zeggen dat vóór het bestaan van de tijdelijke referendumwet de fatale termijn medio september was. Dat was in verband met de voorbereiding van de herindelingsverkiezingen. Sinds de tijdelijke referendumwet is die fatale termijn ongeveer zes weken vervroegd. Je komt dan uit bij 1 augustus, middenin het zomerreces. De parlementaire procedure moet voor het zomerreces afgehandeld zijn, wil de datum van 1 januari 2004 haalbaar zijn. Ik ga ervan uit dat wij dit samen kunnen realiseren.

De heer Van Beek vroeg of Lith in de considerans moet worden genoemd. Dat was mogelijk, maar in dit geval is bij de herindelingswetgeving de praktijk uit het verleden gevolgd waarbij kleine aparte onderwerpen meeliften in een herindelingswet.

Tot mevrouw Fierens merk ik op dat wij er alles aan moeten doen om de discussie over de herindeling, de WGR-plus en andere bestuurlijke organisaties zodanig te voeren dat de stabiliteit en continuïteit voor de komende vier jaar – en zo mogelijk wat langer – verzekerd zijn. Je wordt inderdaad niet populair van herindeling, maar ik heb geleerd dat je voor dit soort functies niet in de eerste plaats ingehuurd bent om populair te worden. Ik maak mij ook voor de toekomst daarover geen enkele illusie. Besturen, zo zei eens iemand, is het toebrengen van leed.

De heer Van Beek (VVD):

Ik heb niet voor niets de minister uitgenodigd iets te zeggen over de houdbaarheid van de huidige grenzen. Ik wil voorkomen dat als er in het gebied een discussie ontstaat, deze grenzen weer ter discussie worden gesteld.

Minister Remkes:

In algemene zin heb ik over de regio Eindhoven gesproken. Ik zou het niet durven, zeker gelet op de grote betrokkenheid van de heer Van Beek bij dit punt, de houdbaarheid van deze grenzen in twijfel te trekken. Een gemeente met 38.000 inwoners moet voor de komende 25 jaar haar taken op een redelijke manier kunnen uitoefenen.

De voorzitter:

Ik sprak al het vermoeden uit dat er geen tweede termijn nodig is.

Mevrouw Spies (CDA):

Wellicht ten overvloede merk ik op dat de termijn van 1 juli heel belangrijk is.

Minister Remkes:

Aan de overzijde van het Binnenhof wordt meegeluisterd!

De voorzitter:

Uw woorden staan bij deze in de Handelingen.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

Het wetsvoorstel wordt, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Het is nu 12.45 uur, maar afgesproken is dat om 14.00 uur de behandeling van het wetsvoorstel gemeentelijke herindeling Westland begint. Omdat waarschijnlijk de mensen uit het Westland zich aan dat aanvangstijdstip houden, schors ik de vergadering tot 14.00 uur.

De vergadering wordt van 12.45 uur tot 14.00 uur geschorst.

Voorzitter: Cornielje

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven