Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van morgen, donderdag 24 april, de brief van het Presidium inzake de tussenrapportage van de tijdelijke commissie onderzoek integratiebeleid (28689, nr. 5).

Ik stel voor, morgen te stemmen over wetsvoorstel 28173 (Kaderwet diervoeders).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De Kamer zou deze week de dupliek van de behandeling van het rapport van de enquêtecommissie Bouwnijverheid behandelen. Ik stel voor, dit onderwerp van de agenda van deze week af te voeren, omdat de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer helaas ziek is. Als hij hier morgen al had kunnen zijn, dan had hij niet met ons kunnen spreken. Dat is weinig effectief en er zit dus niets anders op, hoewel er een behoorlijk uitstel komt door het tussenliggende reces. Wij wensen de minister beterschap.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik realiseer mij dat je aan ziekte van iemand natuurlijk nooit iets kunt doen, maar ik heb begrepen dat het laatste deel van het debat vooral is gericht op de minister van Justitie. Omdat de woordvoerder van mijn fractie afwezig is, verzoek ik u, mijnheer de voorzitter, om in ieder geval dit agendapunt morgen bij de regeling opnieuw aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Dan zou u het als het ware moeten delegeren. De voorzitter zou het onderwerp dan vanmiddag in overleg met de woordvoerders moeten bekijken. Als wij hierover morgen opnieuw spreken en er wordt dan gevraagd om het debat alsnog morgenmiddag te houden, is het namelijk wel erg laat. Als voorzitter van het eerste deel van het debat herinner ik mij dat de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zo'n centrale rol had, dat het moeilijk wordt om zonder hem te vergaderen. Aan het eind van dat eerste deel heb ik bovendien na een korte schorsing, waarin overleg met alle woordvoerders plaatsvond, aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gevraagd om tijdens de Voorzitterrest van het debat in ieder geval zelf aanwezig te zijn. De Kamer heeft aan de regering overgelaten wie van de overige drie bewindslieden verder nog aanwezig moeten zijn. Daarom denk ik dat het lastig wordt om zonder minister Kamp te debatteren.

Ik zie dat de woordvoerder van de fractie van GroenLinks inmiddels is binnengekomen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik stel voor, in de eerste week na het reces te debatteren. Ik heb begrepen dat sommigen dat nog een week later wensen te doen. Dat zou ik heel ongelukkig vinden. Ik zou verder graag naast minister Kamp minister Donner aanwezig zien.

De voorzitter:

Ik kan nu alleen zeggen dat ik daartoe mijn uiterste best doe. Ik moet even rustig bekijken of een en ander in te passen is.

De heer Atsma (CDA):

Ik zou de heer Hofstra geen recht doen als ik niet zou vragen om er rekening mee te houden dat hij in de week na het reces voor de Kamer in het buitenland is. Het lijkt mij logisch dat dit wordt gemeld, zodat de afweging iets breder kan worden.

De voorzitter:

Deze omstandigheid was gemeld. Precies om die reden heb ik de formulering gekozen, zoals ik haar heb gekozen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg over arbeidsomstandigheden, dat vorige week heeft plaatsgevonden, op de plenaire agenda te zetten. Het zou mooi zijn als het nog op de agenda van deze week kan, maar er zijn geen onoverkomelijke bezwaren als het verslag na het reces wordt behandeld.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het verslag aan de agenda van morgen toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg over de havenontvangstinstallaties van 16 april jl. toe te voegen aan de plenaire agenda. Ook voor mijn verzoek geldt: fijn als het deze week nog kan, maar er is geen bezwaar als het na het reces wordt behandeld.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook aan dit verzoek te voldoen en het verslag eveneens aan de agenda van morgen toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Tonkens.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

Ik verzoek eveneens om het verslag van een algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen, namelijk dat van het overleg over SARS van 10 april jl. Ik wil dit verslag graag wel voor het reces behandelen, omdat dit een dringende zaak is.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook aan dit verzoek te voldoen en het verslag toe te voegen aan de agenda van morgen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. Gisteravond berichtte het televisieprogramma NOVA dat de Amerikaanse inlichtingendienst FBI in Bosnië bij een Saoedische stichting een lijst heeft gevonden van twintig Saoedische zakenlieden die Al Qaida financieel zouden hebben ondersteund. Een van de zakenlieden zou de Saoediër Hamad Al-Husaini zijn, die bestuurslid is van de in Eindhoven gevestigde stichting Al Waq al Islami. Zij heeft een hoofdkantoor in de Eindhovense moskee Al Furkaan. Dat is zeer onacceptabel. Ik wil graag deze week een brief van de regering ontvangen waarin staat of de berichtgeving juist is en, zo ja, of de regering hiervan wist en op welke wijze zij tegen zowel de stichting als het desbetreffende bestuurslid heeft opgetreden. Ook wil ik weten wat de precieze banden zijn met de Eindhovense moskee Al Furkaan, waar volgens de Wall Street Journal van vorige week moslimradicale seminars werden en nog steeds worden gehouden. Tenslotte wil ik van de ministers van Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken horen hoever de Saoedische tentakels in ons land reiken. Welke organisaties, stichtingen, activiteiten, moskeeën en scholen worden door gouvernementele, non-gouvernementele en individuele geldschieters uit Saoedi-Arabië gefinancierd, welk doel wordt daarbij formeel nagestreefd en in hoeverre wordt materieel radicalisme, extremisme en terrorisme in Nederland en daarbuiten gevoed? Ik zou deze brief graag nog deze week ontvangen.

De heer Eerdmans (LPF):

De LPF-fractie ondersteunt het initiatief van de heer Wilders van harte, want de situatie is zorgelijk. Wil de minister van Binnenlandse Zaken in deze brief ook ingaan op het pleidooi van de LPF-fractie voor een verbod op de stichting Al Waq al Islami?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Aangezien wij ernaar streven zo min mogelijk keren per week te stemmen en er morgen aan het einde van de vergadering wordt gestemd, zijn er vandaag geen stemmingen.

De vergadering wordt van 15.20 uur tot 15.25 uur geschorst.

Naar boven