Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Bakker aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de veiligheid van en de beveiliging van ziekenhuizen.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Op 23 februari jongstleden is een baby ontvoerd uit het Sophia Kinderziekenhuis. Gelukkig zijn de baby en de verwarde vrouw die de ontvoering kennelijk had gepleegd, een uur later gevonden. Het was voor de makers van het programma Crime Café aanleiding om eens de proef op de som te nemen hoe het staat met de veiligheid en de beveiliging van ziekenhuizen. Het resultaat hiervan hebben wij afgelopen vrijdag kunnen zien. In het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het AMC in Amsterdam bleken de makers van het programma met een camera in de hand min of meer vrije toegang te hebben. Wij konden zien hoe zij een babyroof in scène zetten door eerst een pop in een bedje te leggen en haar tien minuten later op te halen zonder dat iemand ervan opkeek. Wij konden zien hoe de makers vrijelijk toegang hadden tot medische dossiers, laboratoriumuitslagen en zelfs bloedmonsters en geprepareerde organen.

Dit roept enkele serieuze vragen op. Enerzijds is een ziekenhuis natuurlijk een gebouw met een publiek karakter waar mensen op bezoek komen en mensen de polikliniek bezoeken. Essentiële zaken als de veiligheid van verder weerloze patiënten of baby's geregeld moeten desondanks goed geregeld zijn. Behalve het meenemen van een baby kan men in een ziekenhuis immers ook nog andere snode plannen ten uitvoer brengen. Ik moet er niet aan denken wat er allemaal kan gebeuren. In dat licht heb ik een aantal vragen aan de minister. Welke verplichtingen kent de wet in dezen, met name de wet inzake de kwaliteitszorg? Welke verplichtingen stelt deze wet aan de ziekenhuizen? Moet de gang van zaken dienaangaande aan de ziekenhuizen worden overgelaten of heeft ook de minister in deze kwestie een verantwoordelijkheid? Bestaan er hierover afspraken, protocollen en welke mogelijkheden zijn er voor een betere beveiliging? Is de minister bereid om op korte termijn met de ziekenhuizen te overleggen over een mogelijke verbetering van de situatie? Speelt deze situatie ook elders in de zorg? Ik denk daarbij aan verpleeg- en verzorgingshuizen. Wat is de rol van de Inspectie voor de volksgezondheid in dezen en zijn zaken als deze eerder voorgekomen en, zo ja, wat is er toen mee gebeurd?

Minister De Geus:

Voorzitter. Toen ik vandaag deze vragen en het dossier onder ogen kreeg, was mijn eerste indruk dat dit een redelijk wrange en misplaatste 1-aprilgrap was. Ik heb het betreffende programma van Veronica's Crime Café niet gezien. Ik heb er verder ook niets over in de media gelezen. Nogmaals, ik had de indruk dat het hier een zeer wrange 1-aprilgrap betrof. Ik moet er echter van uitgaan dat het wel degelijk de wrange werkelijkheid is. Ik neem de vragen van het Kamerlid Bakker dan ook zeer serieus.

Ik zie twee lijnen met betrekking tot de veiligheid van patiënten – of dit nu baby's zijn of anderen – en de zaken die in dit programma aan de orde zijn gekomen. Op dit moment zijn ziekenhuizen niet onderworpen aan allerlei wettelijke verplichtingen op het gebied van de toegankelijkheid en de veiligheid. Zij hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid. De gang van zaken, zoals deze gemeld is in het programma Crime Café, geeft mij aanleiding om mij te verstaan met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, waarbij alle ziekenhuizen zijn aangesloten. Ik zal de ziekenhuizen daarbij de vraag voorleggen wat zij op dit moment doen en wat zij nog meer kunnen doen om de veiligheid van patiënten beter te waarborgen. Ik zal de ziekenhuizen vragen om mij daarover binnen een maand te informeren, zodat ik de Kamer verder kan informeren.

De tweede lijn die ook al even door de heer Bakker werd aangeroerd, betreft de kwaliteit van de medische verrichtingen. Deze zou in het gedrang kunnen komen door wat de een of andere onverlaat, of hij nu van een Veronicaprogramma komt of door een andere waanzin is bevangen, kan aanrichten. Het lijkt me goed dat ik mij hierover nog nader versta met de Inspectie voor de gezondheidszorg, die het toezicht heeft op de kwaliteit van het medisch handelen. Deze kwaliteit kan onder druk komen te staan als bijvoorbeeld bloedmonsters toegankelijk en dus vatbaar zouden kunnen zijn voor manipulatie of andere zaken.

Ik zie dus twee lijnen. De eerste is de verantwoordelijkheid van de ziekenhuizen. Ik zal mij daarover verstaan met de Nederlandse vereniging van ziekenhuizen met de vraag om binnen een maand een bericht hierover te ontvangen, dat ik vervolgens aan de Kamer kan doorzenden.

De tweede is dat ik mij zal verstaan met de Inspectie voor de gezondheidszorg met de vraag om in het normale toezicht op de kwaliteit van het medisch handelen extra attent te zijn op mogelijke mazen in het veiligheidsnet van ziekenhuizen.

De voorzitter:

Ik vraag aan een ieder die de schoen past, om de gesprekken in de zaal niet te voeren en de gesprekken buiten de zaal zachtjes te voeren.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik ben blij met het antwoord van de minister dat het, als het niet zo wrang was, een goede 1-aprilgrap geweest zou zijn. Hij noemt de situatie ernstig en vindt dat we er iets aan moeten doen.

De minister zal ons binnen een maand inlichten over wat de NVZ aan hem laat weten. Ik dank hem daarvoor. Zou de situatie zich ook kunnen voordoen in andere zorginstellingen? Ik heb verpleeg- en verzorgingshuizen genoemd. Je zult daar niet zo snel een baby kunnen roven, maar ik kan me voorstellen dat daar ook veiligheidsissues aan de orde zijn. Ik vraag de minister of hij met de koepels daar of via de lijn van de inspectie ook daaraan aandacht wil besteden en of dat alle verschillende aspecten zal betreffen die in de documentaire van afgelopen vrijdag getoond werden, dus niet alleen om de baby's maar ook de toegang tot laboratoria, vertrouwelijke gegevens, patiëntendossiers en dat soort zaken. Mag ik ervan uitgaan dat de activiteiten van de minister zich al dan niet via de inspectie ook tot die zaken uitstrekken?

Minister De Geus:

Voorzitter. Ik heb in eerste termijn al aangegeven dat het wat mij betreft om de breedte van thema's gaat. Tot de andere koepelorganisaties zal ik mij niet met dezelfde pertinentie wenden als tot de Nederlandse vereniging van ziekenhuizen. Er is immers geen aanleiding om dat te doen. Ik zal hen wel in kennis stellen van het feit dat ik de Nederlandse vereniging van ziekenhuizen hierop heb aangesproken. Ik zal hun ook vragen, in eigen kring een vergelijkbare attentie te betrachten. In het verzoek aan de inspectie zal ik geen onderscheid maken naar ziekenhuizen. Dat zal ik dus in het algemeen doen.

De heer Bakker (D66):

De minister zal de Kamer over een maand inlichten, als hij antwoord krijgt van de Nederlandse vereniging van ziekenhuizen. Mag ik ervan uitgaan dat wij dan ook vernemen of de minister initiatieven neemt om de situatie te verbeteren en, zo ja, welke?

Minister De Geus:

Ik zal de Kamer het antwoord van de Nederlandse vereniging van ziekenhuizen op mijn vraag en mijn conclusies toesturen.

De heer Bakker (D66):

Dank u wel.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

De minister is van plan met de ziekenhuizen te overleggen over de veiligheid. Wil hij daarbij ook de agressie van patiënten betrekken? Een project ter zake, veiligheid in de zorg, heeft nog geen duidelijk vervolg. Misschien kan de minister dit thema daarbij betrekken.

Minister De Geus:

De stand van de communicatie met de ziekenhuizen over dit project heb ik niet paraat. Als het verloop van het project het rechtvaardigt om dit in één brief te behandelen, als dat verstandig is, zal ik dat zeker doen. Ik neem de suggestie van mevrouw Tonkens dus in beraad.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

Laat de minister het ook even weten als hij dat niet verstandig vindt?

Minister De Geus:

Ik vind het zonder meer verstandig om over de voortgang van dit project te communiceren. Is of wordt hierover echter al anderszins met de ziekenhuizen gecommuniceerd, dan laat ik die trajecten separaat lopen. Mevrouw Tonkens vraagt mij nu niet te vergeten om over dit punt te communiceren. Van de communicatie op dit punt kan zij een afschrift krijgen.

Naar boven