Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de algemene financiële beschouwingen, te weten:

- de motie-Wijn over de WW-premie (28000-IXB, nr. 5);

- de motie-Wijn over de OZB (28000-IXB, nr. 6);

- de motie-Crone c.s. over het pakket lastenverlichtende maatregelen (28000-IXB, nr. 7);

- de motie-Vendrik/Marijnissen over maatschappelijke opvang (28000-IXB, nr. 8);

- de motie-Marijnissen/Vendrik over een ecotaks (28000-IXB, nr. 9);

- de motie-Van Dijke over het lesgeld in het secundair onderwijs (28000-IXB, nr. 10).

(Zie vergadering van 11 oktober 2001.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag een stemverklaring afleggen over de motie-Vendrik/Marijnissen over de maatschappelijke opvang. De VVD-fractie is van mening dat de problematiek in de maatschappelijke opvang zodanig nijpend is dat snel extra geld nodig is. De VVD-fractie is geen voorstander van het verwijzen van posten naar de Voorjaarsnota 2002, zeker nu het ernaar uitziet dat er begin volgend jaar wellicht geen extra middelen te verdelen zijn. Vorig jaar heeft de Kamer de motie-Dijkstal voor extra geld voor de maatschappelijke opvang aangenomen. Ook dit jaar heeft dit onderwerp onze aandacht. Ten behoeve van de behandeling van de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mijn collega mevrouw Van Blerck reeds een amendement voorbereid dat ertoe strekt binnen de betreffende begroting 15 mln euro extra ten behoeve van de maatschappelijke opvang vrij te maken. Om deze reden zal de VVD-fractie thans deze uitstelmotie stemmen.

De heer Van Dijke (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn stemverklaring betreft de motie-Crone c.s. De overwegingen in deze motie kan mijn fractie positief noemen. Mijn stemverklaring gaat met name over het derde gedachtestreepje, waar gesproken wordt over de variabilisatie van de autokosten. Variabilisatie is iets anders dan verlaging van de autokosten. De staatssecretaris gaf op dat punt de juiste interpretatie, in tegenstelling tot collega Wijn. Mijn fractie zal met het oog op de positieve zaken die worden genoemd, voor deze motie stemmen. Dit houdt echter niet in dat wij meegaan in de begripsbepaling van collega Wijn. Variabilisatie van de kosten leggen wij namelijk op dezelfde manier uit als de staatssecretaris.

In stemming komt de motie-Wijn (28000-IXB, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wijn (28000-IXB, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Crone c.s. (28000-IXB, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vendrik/Marijnissen (28000-IXB, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Marijnissen/Vendrik (28000-IXB, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Op verzoek van de heer Van Dijke stel ik voor zijn motie (28000-IXB, nr. 10) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven