Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. de volgende brieven:

een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken, over feiten en cijfers over het kabinetsbeleid (28000, nr. 27);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, over de inzet van wetenschappelijke instituten bij de uitvoering van de ICB (28000-V, nr. 51);

een, van de staatssecretaris van Justitie, over de uitkomsten van het onderzoek naar de positie van vrouwen in de asielprocedure (19637, nr. 656);

een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, over de uitvoering van een aantal beleidsvoornemens die in de nota Integratie in het perspectief van immigratie staan (28198, nr. 4);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van de beleidsnotitie Planningsvrijheid in het vmbo (27903, nr. 4);

twee, van de minister van Financiën, te weten:

  • een, inzake het stuk "praktische voorbeelden van dubbel toezicht" (28122, nr. 4);

  • een, ten geleide van de Voorjaarnota 2002 (28295);

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, inzake de verouderingsaftrek (27926, nr. 7);

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, ten geleide van het Tracébesluit Kortsluitroute 2001 (22589, nr. 194);

  • een, over meerlaagsautosnelwegen (28000-A, nr. 26);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de actuele stand van zaken over het medisch onderzoek vliegramp Bijlmermeer (26241, nr. 43).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federatieve Republiek Brazilië;

  • een, ten geleide van een notawisseling met de Universiteit van de Verenigde Naties en met het Internationale Gerechtshof;

een, van de minister van Justitie, ten geleide van het eindrapport inzake het programma Versterking rechterlijke organisatie;

een, van de staatssecretaris van Justitie, inzake uitstel kabinetsreactie op het rapport Nèt Loke Falta, ontbrekende schakels;

een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, ten geleide van het onderzoeksrapport Sociale pijler;

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van de voortgangsrapportage Stad & Milieu 2001/2002;

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake doorrekening van een extra WAO-variant door het CPB.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

3. de volgende brieven:

een, van het advocatenkantoor Böhler, Franken, Koppe en De Feijter, inzake het overlijden van A. El Bakiouli en K. El Hassnoui;

een, van J.J.C.M. Ruis, inzake de oorlog tussen Israël en Palestina;

een, van S. Pieplow, inzake civiel recht/Wetboek van Rechtsvordering, artikel 69 RO;

een, van B. Ankersmit, over onder andere jeugdcriminaliteit;

een, van B.G. Daal, inzake onregelmatigheden van de minister van Justitie van Nederland en de Nederlandse Antillen;

een, van R. van Albada, inzake enquête van het Centraal bureau voor de statistiek (CBS);

een, van J. Hornung, inzake administratie Indonesische pensioenen;

een, van A. Lohmann-Gaasbeek, over onder andere huisarts, thuiszorg en verzorgingstehuizen;

een, van J. Res, over onder andere verspillende overvloed en terugdringen van de armoede.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies.

Naar boven