Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend tijdens de interpellatie-Koenders over de escalerende situatie in het Midden-Oosten, te weten:

- de motie-Koenders/Hoekema over een internationaal vredesinitiatief (28290, nr. 1);

- de motie-Karimi over de VN-resoluties 1397 en 1402 (28290, nr. 2).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Koenders.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Wij trekken de motie op stuk nr. 1 in. De minister heeft namelijk toegezegd, te doen wat in de motie staat. Er wordt effectieve druk op Israël uitgeoefend. Tegelijkertijd wordt een staakt-het-vuren gekoppeld aan de totstandkoming van een vredesakkoord en een eventuele vredesmacht, waarbij de instrumenten steun en sancties afhankelijk van de medewerking kunnen worden ingezet. Dat is een grote vooruitgang.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Koenders/Hoekema (28290, nr. 1) is ingetrokken, hoeft er niet meer over gestemd te worden.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van Bommel (SP):

Mevrouw de voorzitter. Wij steunen volledig het eerste deel van het dictum van de motie-Karimi, waarin wordt aangedrongen op sancties. In het tweede deel van het dictum wordt aangedrongen op het sturen van een veiligheidsmacht en dat vinden wij voorbarig. Er is geen instemming van de strijdende partijen en er ligt geen VN-resolutie aan ten grondslag. Het sturen van waarnemers heeft wel onze steun.

Op grond van het voorgaande komen wij tot de conclusie dat wij niet voor de motie als geheel kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Karimi (28290, nr. 2).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Voorzitter: Weisglas

De voorzitter:

Wij gaan nu de verslagen van drie algemene overleggen behandelen. Vooraf zeg ik dat door het Presidium is besloten om het strenge regime in te voeren bij de behandeling van VAO's. Dat wil zeggen dat iemand alleen het woord kan voeren als hij een motie wil indienen. Daarna kan door andere leden alleen bij korte interruptie een vraag worden gesteld.

Van de voorzitter, mevrouw Van Nieuwenhoven, heb ik begrepen dat de Kamer werd overvallen door de mededeling dat dit regime al vandaag ingaat. Daarom stel ik voor om alleen nog vandaag – en dus niet de komende drie weken – het strenge gewone regime te volgen. Dat wil zeggen dat iemand die heeft ingetekend, twee minuten het woord kan voeren. Na twee minuten wordt de spreektijd beëindigd, ook al is dat midden in een motie.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van Vliet (D66):

Voorzitter. Ik dacht dat het strenge regime vandaag al inging. Daarom heb ik mij niet ingeschreven.

De voorzitter:

Dan voeg ik u toe aan de lijst van sprekers.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Ik stel het toch op prijs Voorzitterals ik in ieder geval de teksten van de moties kan voorlezen. De discussietijd is al beperkt. Als u dan ook nog moties gaat afkappen, wordt het een beetje te veel van het goede.

De voorzitter:

Dat is een kwestie van snel voorlezen.

Naar boven