Vragen van het lid Van der Steenhoven aan de minister van Verkeer en Waterstaat over het bericht dat station Leidsche Rijn waarschijnlijk wordt uitgesteld.

De voorzitter:

Voordat de heer Van der Steenhoven begint, zeg ik: het moet wat stiller worden. Ik wend mij dan vooral even tot de wandelgang; ik laat hem ontruimen als het nu niet helemaal stil wordt daar.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Voorzitter. Dit kordate optreden moeten wij ook hebben bij het station Leidsche Rijn.

Er wordt op dit moment bij Utrecht een stad gebouwd van de omvang van Leeuwarden. 70.000 mensen moeten daar gaan wonen en nu al wonen er vele duizenden. Zij zijn vanaf het begin van de bouw verstoken van goed openbaar vervoer. Acht jaar geleden is een afspraak gemaakt tussen gemeente en Rijk om het spoor tussen Vleuten en Geldermalsen te verdubbelen; tot op heden is er nog niets gebeurd. De files rond Ouderijn naast de woningbouwlokatie nemen met de dag toe. Alle mensen die daar weg moeten, gaan op dit moment met de auto. Milieu, leefkwaliteit en bereikbaarheid staan daarmee op gespannen voet. Dit jaar kan er een tijdelijke oplossing komen door de bouw van een tijdelijk station. Dat zou in december klaar kunnen zijn, maar Railned heeft geadviseerd om geen trein op dat station te laten stoppen. Daarom zegt Railinfrabeheer nu dat het station misschien maar helemaal niet gebouwd moet worden. Zo blijft Leidsche Rijn alweer verstoken van goed openbaar vervoer. De vraag is natuurlijk of de minister het met ons eens is dat het verder uitblijven van goed openbaar vervoer in Leidsche Rijn tot heel grote problemen kan leiden voor de mobiliteit rond Utrecht en Oudenrijn. Is de minister bereid om ervoor te zorgen dat het tijdelijke station wel gebouwd wordt, bediend zal worden en ook in de dienstregeling voor 2003 opgenomen wordt? Kan de minister het besluit dat Railned vrijdag genomen zou hebben, nog ter discussie stellen? De vraag is natuurlijk vooral wanneer er structureel iets gaat gebeuren om het probleem op te lossen. Met andere woorden: wanneer kan de spoorverdubbeling tussen Woerden Utrecht en Geldermalsen een aanvang nemen? Tot slot wil ik weten of de minister bekend is met het feit dat Utrecht alles in het werk gaat stellen om ervoor te zorgen dat er voldoende reizigers op het tijdelijke station komen om er de trein te pakken.

Minister Netelenbos:

Voorzitter. Ik dank de heer Van der Steenhoven voor zijn vragen. Wij hebben die vragen overigens al besproken tijdens het algemeen overleg op 6 februari.

Om te beginnen, wil ik melden dat er wel het een en ander aan openbaar vervoer in Leidsche Rijn wordt gedaan. Ik heb indertijd met de opvolger van de heer Van der Steenhoven de zogenaamde pionierspas ingevoerd. Helaas maken de mensen daar niet echt gebruik van, maar dat zijn nu eenmaal keuzes van individuen.

De beschikking voor de bouw van het tijdelijke station Leidsche Rijn is uitgegaan in december. Er kan dus gebouwd worden en dat moet ook gebeuren. De spoorverdubbeling is, zoals ook in het MIT staat, aan de orde vanaf 2007. Daarom is hier ook sprake van een tijdelijk station. Het definitieve station zal tegelijk met de spoorverdubbeling gebouwd moeten worden. Dit is trouwens allemaal bekend bij de Kamer.

Waar het om het spoorboekje voor 2003 gaat, heb ik in het algemeen overleg al gezegd dat het lastige is dat het station er nog niet is. Het spoorboekje voor 2003 is echter al vastgesteld en daarom staat een stop bij Leidsche Rijn daar niet in. Dit heeft er ook mee te maken dat de NS van mening zijn dat dit een forse ingreep vraagt. Als er ergens wordt gestopt, kunnen intercity's namelijk niet doorrijden. Daarom hebben de NS gezegd dat zij vanaf 1 januari 2004 gaan stoppen bij Leidsche Rijn, waar dan ook een station is. Ik heb dit ook gezegd tijdens het algemeen overleg van 6 februari en dat is op zichzelf niet veranderd. Het lijkt mij niet zinvol om dit eerder af te dwingen, want ten eerste is dat nieuwe station er nog niet aan het begin van het nieuwe spoorboekjesjaar en ten tweede kan het tot problemen met de punctualiteit leiden. Ik heb hier echt voortvarend geopereerd binnen de kaders die ervoor zijn.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

De minister heeft op 6 februari gezegd dat zij zou proberen om ervoor te zorgen dat het station, als het opengaat, meteen in de dienstregeling wordt opgenomen. Ik begrijp nu dat het haar niet is gelukt om dat voor elkaar te krijgen en dat het dus een jaar later wordt. Het station kan in december 2003 klaar zijn en daar kan de dienstregeling op afgestemd worden. Ik vraag de minister nogmaals of zij het, gezien de problemen die er in Leidsche Rijn zijn en het gebrek aan goed openbaar vervoer aldaar, verantwoord vindt dat het nog tot 2004 gaat duren voordat mensen gebruik kunnen maken van die dienstregeling. Heeft zij werkelijk geen andere middelen om ervoor te zorgen dat er in 2003 toch gestopt gaat worden op dat station, opdat mensen daar de trein kunnen pakken?

Minister Netelenbos:

De heer Van der Steenhoven zegt nu zelf dat het station in december 2003 klaar zal zijn. Vanaf 1 januari 2004 gaat het nieuwe spoorboekje gelden en kan er gestopt worden. Wij hebben het dus over een maand.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Neen, het station kan eind dit jaar klaar zijn en zou in 2003 in de dienstregeling worden opgenomen.

Minister Netelenbos:

Neen, het station is niet aan het eind van dit jaar klaar. Het spoorboekje is nu ook al vastgesteld voor 2003. Ik ga daar nu eenmaal niet over, zoals ten onrechte weleens gedacht wordt. Het station is er nog niet. De beschikking is afgegeven in december. Er wordt gestopt zodra het station klaar is en er een nieuw spoorboekje komt. Dan piept NS evengoed, want, zoals de Kamer weet, stopt zij niet graag. Ik ben het daar echter niet mee eens. De Kamer kent mijn voorkeur voor stoptreinen, hoewel zij het daar weer niet altijd mee eens is.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Zodra het station klaar is, moet het in gebruik kunnen worden genomen. Als de minister nu toezegt dat dit gebeurt, is zij in ieder geval aan onze wensen en ook aan die van vele anderen tegemoet gekomen.

Vindt zij zelf ook dat de realisering van de spoorverdubbeling in 2007 veel te laat is? Er wonen dan vele tienduizenden mensen in Leidsche Rijn. Wil zij alles in het werk stellen om te zorgen dat de spoorverdubbeling toch eerder gerealiseerd kan worden?

Minister Netelenbos:

Met behulp van mobiliteitsfondsen uit de regio Utrecht zou dit kunnen, want daarmee kun je versnellen. Daarom moeten wij dat eens goed bekijken met elkaar. Dat is alleszins bespreekbaar.

Ik wil best met de NS bespreken of er gestopt kan worden zonder dat dit in het spoorboekje staat. Ik kan er echter geen garantie voor geven, want uiteindelijk ben ik niet degene die daarover beslist. Dat is overigens al anderhalve eeuw het geval. Ik zeg dat maar even voor de liefhebber die anders foute conclusies trekt.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

U heeft toch als overheid een contract afgesloten met de regio? Daarin staat dat u ervoor zorgt dat Leidsche Rijn als grote woningbouwlokatie door goed openbaar vervoer ontsloten wordt. U heeft dan toch ook de verplichting om daarover goede afspraken te maken met de NS?

Minister Netelenbos:

Dat gebeurt ook, maar de vraag is of er sprake is van half 2003 – want eerder is het station niet klaar – of van 1 januari 2004. Wij hebben het dus over een aantal maanden verschil. Ik wil best bekijken of NS eerder kan stoppen, maar dat leidt dan wel tot grote ingrepen in het intercityverkeer. Het is namelijk een dicht bereden deel van het kernnet van de NS. Daar moet de Kamer echt begrip voor hebben, want het is niet zo simpel om er zomaar een trein tussen te schuiven. Ik ben het wel eens met uw benadering, maar ik kan geen ijzer met handen breken en de NS evenmin.

De heer Poppe (SP):

De minister zegt dat het ingewikkeld is en dat je daar niet zomaar een spoorlijn kunt aanleggen. Dat is toch vreselijk! Aan Leidsche Rijn wordt al zo lang gebouwd. De eerste mensen wonen er al; het is een stad van 30.000 inwoners en er is nog geen openbaar vervoer. Toen ik acht jaar geleden in de Kamer kwam, stelden wij dat aan de orde: als er grote nieuwbouwwijken gebouwd worden – Leidsche Rijn is een stad zo groot als de hele binnenstad van Utrecht – dan moet er vanaf de eerste bewoners openbaar vervoer zijn. "Ja", knikten alle bewindslieden. Binnenkort zwaai ik af en dan is er nog geen spoorlijn. De minister zegt dat zij erg voor stoptreinen is, maar ik moet vaststellen dat zij voor superstoptreinen is; die rijden namelijk niet.

Hoe kan het gebeuren dat de minister de NS er niet toe kan aanzetten om in Leidsche Rijn een station te vestigen? Het project Leidsche Rijn loopt al zo lang. De NS zegt dat er nog te weinig mensen wonen zodat het niet nuttig is om daar te stoppen. Dat is puur marktwerking! De leiding van de NS wil nog niet stoppen; het personeel wil overigens graag stoppen om mensen te laten instappen. Ik wil hiermee zeggen dat de minister op deze manier niet de minister van de filebestrijding, maar van de filevorming is. Als er echt veel mensen wonen, moet er een station zijn. Dat is nu al het geval, dus morgen moet er begonnen worden met de bouw van een station. Wanneer gaat de minister dat tegen de NS zeggen? Dat station heeft dit kabinet acht jaar geleden aan mij toegezegd.

Minister Netelenbos:

Ik heb blijkbaar zojuist Russisch gesproken. De beschikking voor de bouw van het station is in december uitgegaan. Daarmee wordt er dus een station gebouwd.

De heer Poppe (SP):

Daar bent u lekker vlot mee. De eerste heipalen gingen daar namelijk al tig jaar geleden de grond in.

Minister Netelenbos:

U citeert niet goed uit het verleden. Bij de Vinex-lokaties was afgesproken, hetgeen wij sinds de Vijfde nota niet meer doen, mijnheer Poppe, dat...

De heer Poppe (SP):

Die Vijfde nota is toch nog niet klaar?

Minister Netelenbos:

Neen, dat wordt tijd. De afspraak is dat tweederde van de woningen gebouwd is voordat sprake is van railvervoer. De heer Poppe doet nu voorkomen alsof er nu helemaal geen openbaar vervoer aldaar is. Hij moet wel reëel zijn; er rijden daar bussen en taxi's en er zijn fietsvoorzieningen gecreëerd.

De heer Poppe (SP):

Dus die trein hoeft voor u dus niet meer.

Minister Netelenbos:

De trein zal er komen op het moment dat tweederde van de bewoners woonachtig is in Leidsche Rijn. Dat maakt dus dat het station nu gebouwd moet worden. De beschikking hiervoor is de deur uit. Dat maakt vervolgens dat de NS daar moet willen stoppen. Nu is het probleem dat dit voor 2003 nog niet rond is. Het spoorboekje is inmiddels gedrukt.

De heer Poppe (SP):

Wat nou met dat spoorboekje? Met spoorboekjes kun je niet rijden, met treinen wel.

Minister Netelenbos:

Voorzitter. Dit is allemaal reuze grappig, maar het is in Nederland tot nu toe wel zo dat, zolang de Kamer geen metrosystemen wil – daar heeft de Kamer mij namelijk nooit in willen steunen – er spoorboekjes zijn, zodat je weet wanneer de intercity of de stoptrein langskomt en wanneer de treinen beginnen met rijden en wanneer zij stoppen. Dat is zeer belangrijke reizigersinformatie. De procedure daarvoor is inmiddels begin maart afgerond.

Mevrouw Giskes (D66):

De minister stelt nu wel heel zwart voor wat de Kamer wel en niet wil met de treinen. Eén van de argumenten die de minister aanvoert, is dat het intercitynet het zo moeilijk maakt om er nog een trein tussen te voegen. Als dat ons straks in 2004 weer parten gaat spelen, zijn wij nog verder van huis. Ik vraag de minister om hier te bevestigen dat die trein er komt, wat er ook voor argumenten worden aangevoerd. Ik wil wel meegeven dat ik regelmatig in treinen zit die stoppen op plekken die niet in spoorboekjes staan. Dat gaat allemaal wonderwel. Dus ik denk dat het verzoek om eerder te beginnen wel degelijk gehonoreerd zou kunnen worden.

Minister Netelenbos:

Dat laatste is onderdeel van de punctualiteitproblematiek en daar bestaan forse verschillen van opvatting over met de NS. Er moet vanaf 1 januari 2004 gestopt worden. Ook dat vindt de NS geen leuke boodschap. Dat zal men toch moeten accepteren. Dus wat er ook gebeurt, men zal de hele routing op het traject moeten herzien.

Naar boven