Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen over:

  • - Uitvoering van het Statuut van het Internationaal Strafhof met betrekking tot de samenwerking met en bijstand aan het Internationaal Strafhof en de tenuitvoerlegging van zijn vonnissen (Uitvoeringswet Internationaal Strafhof) (28098, R1704);

  • - Aanpassing van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten aan de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof (28099).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de volgende week:

  • - Wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen teneinde de mogelijkheid tot stand te brengen dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën van gewezen zelfstandigen worden aangewezen die zijn vrijgesteld van de voorwaarden voor het recht op uitkering (28231);

  • - Wijziging van de In- en uitvoerwet (aanpassing aan de EG-verordening inzake controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik) (28060);

  • - Wijziging van de Prijzenwet in verband met de systematiek en de terminologie van de EG-richtlijn betreffende prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten (28184);

  • - Wijziging van de Wet overige OCenW-subsidies met verruiming van het toepassingsgebied (28082);

  • - Wijziging van enkele wetten in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (28061);

  • - Regels ter vergroting van de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken) (28218);

  • - Wijziging van de Huursubsidiewet en de Wet bevordering eigenwoningbezit (wijziging van enkele bedragen) (28232).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • maandag 8 april van 11.15-18.00 uur, van de vaste commissie voor Justitie over het wetsvoorstel Wijziging van de Opiumwet (27874).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden moties 27677, nr. 14, 28093, nr. 4, 28000-XI, nr. 24, en 28028, nr. 11, zijn vervallen.

Ik stel voor de stukken 26442, nr. 15, 26642, nr. 37, 28000-VIII, nrs. 106 en 110, voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Vanochtend verscheen een artikel op de voorpagina van de Volkskrant, waarin wordt gesteld dat het aantal IC-bedden voor kinderen dat wij met elkaar in de Kamer hebben afgesproken, nog steeds niet is gerealiseerd. De voorzitter van de landelijke werkgroep perinatologie en kinder-intensive care, Van der Meché, spreekt zelfs van een pingpongbeleid: iedereen wacht af en niemand voelt zich verantwoordelijk voor het realiseren van dit aantal bedden. Ik zou graag een brief van de minister ontvangen, waarin zij ingaat op deze berichtgeving. Tegelijkertijd zou ik graag een rapportage die over 30 dagen naar de Kamer zou worden gestuurd over de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot het realiseren van dat aantal bedden, het liefst nog deze week richting Kamer gestuurd willen zien.

De heer Buijs (CDA):

Ik ben het helemaal eens met mevrouw Arib, maar zou er nog graag een vraag aan willen toevoegen, namelijk of de minister ons een idee kan geven hoever het met de verzadiging van kinder-IC-bedden in Antwerpen en omgeving is gesteld.

De voorzitter:

Ik aarzel even, omdat ik denk dat de minister daar niet over gaat, maar misschien begrijpt de minister precies wat u bedoelt.

De heer Buijs (CDA):

Ik denk dat de minister het begrijpt. De vraag is eigenlijk: waar moeten onze kinderen dan naartoe, als ook Antwerpen vol ligt?

De voorzitter:

Ik neem aan dat mevrouw Arib daar geen bezwaar tegen heeft.

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Buijs.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. De Gezondheidsraad heeft een rapportage uitgebracht waarin nogal onthutsende cijfers staan over de te verwachten toename van het aantal demente bejaarden en de daartoe noodzakelijke aanpassing van het beleid, namelijk om veel meer nieuwe verpleeghuizen te bouwen dan tot nu toe gepland is. Ik zou de staatssecretaris van VWS om een brief willen vragen, waarin zij aangeeft op welke wijze zij wil anticiperen op die verontrustende geruchten die ons vanuit de Gezondheidsraad bereikten.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik ondersteun dit verzoek.

De voorzitter:

Ondersteuningen zijn wij allang niet meer gewend!

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Verburg.

Mevrouw Verburg (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Deze week is bekend geworden dat de artikel 24-procedure in het kader van de ESF-subsidies is afgerond en dat door de Europese Commissie een bedrag is vastgesteld dat door Nederland moet worden terugbetaald. Ik wil de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vragen ons een brief te sturen met een reactie van het kabinet op dit besluit en waarin ook wordt gerapporteerd hoe de onderhandelingen zijn verlopen. Verder wil ik graag dat daarbij gevoegd wordt het nieuwe rapport van de departementale accountantsdienst, dat de Kamer eerder is onthouden, alsmede het rapport van Robson Rhodes. Dat accountantskantoor is blijkbaar voor deze kwestie ingeschakeld. Verder wil ik het rapport van de heer Bethlehem ontvangen. De brief van de minister krijg ik graag voor dinsdag.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven