Noot 2 (zie blz. 2230)

BIJVOEGSEL

Schriftelijke antwoorden van de minister en de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op vragen, gesteld in de eerste termijn van de behandeling van de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voor het jaar 2002 (28 000-VIII).

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

De CDA-fractie wil dat het non-vaccinatiebeleid doorbroken wordt.

antwoord:

Voor mijn inzet op dit punt verwijs ik u naar de brief die ik op 28 november jl. aan de Kamer heb doen toekomen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

De CDA-fractie wil dat onderscheid gemaakt wordt in het beleid tussen dierziekten die directe gevolgen voor de volksgezondheid en dierziekten die dat niet hebben. Graag een reactie van de minister op dit punt

antwoord:

In het huidige dierziektebestrijdingsbeleid wordt reeds een onderscheid gemaakt tussen beide categorieën van dierziektes. Per dierziekte worden de risico's beoordeeld. Op basis van deze beoordeling is voor de belangrijke dierziektes een bestrijdingsplan ontwikkeld. Voor dierziektes met een volksgezondheidsrisico worden, naast de maatregelen om de dierziekte te bestrijden, specifieke verdergaande maatregelen genomen om de volksgezondheid te beschermen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Hoe is de stand van zaken met de Nederlandse Voedselautoriteit?

antwoord:

Binnenkort zult u middels de tweede Voortgangsrapportage NVa hiervan op de hoogte worden gebracht.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

SGP, Van der Vlies

Samenvatting vraag of opmerking:

Vraagt aandacht voor de problematiek van de compartimentering van de kalverenhandel. Ik verwijs u naar een brief van de BHV die wijst op grote problemen. Wil de minister toezeggen dat hij met de sector hierover nogmaals in overleg wil treden om tot een snelle en goede oplossing te komen?

Eenzelfde actie vragen wij rondom het opladen van dieren.

antwoord:

Op dit moment is nog steeds een pakket maatregelen van kracht dat erop gericht is verspreiding van MKZ te voorkomen. Het gaat dan onder andere om de compartimenteringsregeling voor de kalversector en het beladen van veewagens op de weg. De afgelopen weken zijn deze maatregelen mede in samenwerking met het bedrijfsleven op nut en noodzaak beoordeeld. Op korte termijn zal ik mede aan de hand van het verloop van de MKZ-situatie in het VK bekend maken welke maatregelen (voorlopig) nog gehandhaafd kunnen worden en de Kamer daarover informeren.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

SGP, Van der Vlies

Samenvatting vraag of opmerking:

Wat is de oorzaak dat de nota Landbouw en Fiscus er nog niet is? Wanneer kunnen we nu over de nota discussiëren?

antwoord:

Zoals aangegeven in de schriftelijke beantwoording op vraag 10 zal de notitie Landbouw en Fiscus rond de jaarwisseling aan de TK worden gezonden. Door prioriteitstelling t.a.v. het Belastingplan 2002 is de totstandkoming van de notitie wat vertraagd.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

D66, Ter Veer

Samenvatting vraag of opmerking:

Wat vindt de Minister van het artikel van Wouter van der Weijden van CLM in het NRC over de terreuraspecten die ook aan het moedwillig verspreiden van MKZ virus zitten?

antwoord:

In het artikel van Van der Weijden wordt het risico van bioterrorisme met dierziektes beschreven. Bioterrorisme met dierziektes is meegenomen in de overheidsbrede evaluatie van risico's van bioterrorisme. Conclusie van de evaluatie is dat bestaande draaiboeken in het algemeen ook een goed instrument zijn bij de bestrijding van moedwillig verspreidde dierziektes.

In het artikel van Van der Weijden wordt aangegeven dat vaccinatie het risico van moedwillige verspreiding van MKZ kan verminderen. Dit is op zich juist. Het risico van een specifieke dierziekte kan door vaccinatie worden beperkt. Onderbelicht is dat meer besmettelijke dierziektes met eenzelfde risico's als MKZ moedwillig verspreid kunnen worden. Vaccinatie als beschermende maatregel tegen al deze ziektes is niet mogelijk.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

D66, Ter Veer

Samenvatting vraag of opmerking:

Is het waar dat de FAO een waarschuwing aan de EU heeft gegeven dat ze met het non-vaccinatiebeleid een groot risico liepen?

antwoord:

Een waarschuwing van de FAO over de risico's van het non-vaccinatiebeleid van de EU is mij niet bekend. Wel ben ik op de hoogte van een verklaring van de FAO, dat de strijd tegen MKZ alleen gewonnen kan worden als wereldwijd alle mogelijke haarden van MKZ worden gedoofd, waarbij op internationaal niveau verdergaande afspraken en maatregelen ter bestrijding van MKZ worden genomen. Tijdens de Ministeriële rondetafelbijeenkomst, die en marge van de FAO-conferentie is gehouden, pleitte de FAO voor een internationaal actieprogramma.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

D66, Ter Veer

Samenvatting vraag of opmerking:

Hoe schat de minister de houding van de Britten in?

antwoord:

Ik heb geen aanwijzingen dat de houding van het Verenigd Koninkrijk ten opzicht van het non-vaccinatiebeleid op dit moment is veranderd als gevolg van ervaringen met de bestrijding van de MKZ-epidemie, noch van risico's verbonden aan moedwillige verspreiding van dierziektes.

Het non-vaccinatiebeleid is onderdeel van de MKZ-conferentie die in december zal plaatsvinden. Deze conferentie is mede op initiatief van het VK tot stand gekomen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

PvdA Waalkens

Samenvatting vraag of opmerking:

Veenkoloniën.

antwoord:

De suggesties van de heer Waalkens zijn nuttig voor de versterking van (de landbouw in) de Veenkoloniën en komen ook voor in de kabinetsreactie op het rapport Hoekstra. Daarbij de volgende aantekeningen: Gegeven de onkruidgevoeligheid en de bodem van de Veenkoloniën is dit niet het meest voor de hand liggende landbouwgebied voor biologische teelt; voor inplaatsing van melkveehouderij is door het kabinet in de reactie op het rapport Hoekstra f 5 miljoen aan Koopmansgelden toegezegd; Emmen heeft onlangs ruim f 19 miljoen uit de Stidug-regeling toegekend gekregen; voor natuur, recreatie en waterberging is aansluiting bij de door de regio op te stellen regiovisie van belang.

Het is de vraag of modulatie de meest aangewezen financieringsbron is: deels zijn de voorgestelde activiteiten al financieel gedekt en voor een structurele verbetering van de situatie in de Veenkoloniën is meer nodig, ook buiten de landbouw (uit te werken in de regiovisie).

Maar als de geïntegreerde regiovisie van beide provincies begin komend jaar ter tafel ligt, zijn we ook zover dat de contouren van de modulatie-aanpak voor 2003 zichtbaar zijn en zullen we de suggestie van de heer Waalkens graag mee nemen.

Ik deel overigens zijn visie op de noodzaak dat de veenkoloniën zich voorbereiden op het wegvallen van de Europese steun voor de aardappelzetmeel. Dat was ook mijn reden om de Commissie Hoekstra in het leven te roepen en op basis daarvan met de provincies toe te werken naar een zo integraal mogelijk regioplan.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

VVD, Oplaat en CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Waarom neemt minister geen maatregelen t.a.v. dioxine in eieren? Zou bij gangbare landbouw allang gebeurd zijn!

antwoord:

In mijn brief over deze zaak heb ik aangegeven dit zeer serieus te nemen. De aangekondigde maatregelen leiden er toe dat de risico's voor de consumenten tot een minimum worden beperkt.

Dat het hier niet om gangbare, maar om biologische landbouw gaat, speelt in mijn besluit geen enkele rol.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

VVD, Oplaat

Samenvatting vraag of opmerking:

Kan de Minister zorgen voor een aanspreekpunt voor de gehele keten/agribusiness binnen zijn departement.

antwoord:

Recente nota's van mijn departement zoals Voedsel en Groen, de innovatiebrief en de visie agrologistiek gaan allen uit van een (vraaggestuurde) ketenbenadering. Naast het regulier overleg met LTO, overleg ik – als sinds lang – een aantal malen per jaar met de top van de Nederlandse agribusiness en de Consumentenbond. Er is sprake van een veelheid aan contacten vanuit mijn ministerie, structureel en incidenteel. En binnen mijn departement fungeert de directie Industrie en Handel als aanspreekpunt voor de agribusiness. De Recente Rondetafelconferentie die ik onlangs samen met mijn Duitse collega mevrouw Kunast heb gehouden met Duitse en Nederlandse agri-ondernemers is een illustratie van het feit dat mijn betrokkenheid zich niet beperkt tot de nationale aspecten.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

VVD, Oplaat

Samenvatting vraag of opmerking:

RVV is logge organisatie; niet klantvriendelijk. Veel klachten van importeurs over bureaucratie RVV etc.

antwoord:

RVV is een organisatie die kwaliteit en betrouwbaarheid hoog in het Vaandel heeft staan. De RVV wil naar waarheid certificeren. Dat betekent dat er goed en degelijk gecontroleerd moet worden; het voorbeeld van de heer Oplaat over zeecontainers illustreert dat. De RVV voert in dat geval de controles uit volgens de EU-voorschriften.

Het kan niet zo zijn dat met de EU-regels de hand gelicht wordt. Op dit moment wordt in EU-verband gewerkt aan de modernisering van regels.

Natuurlijk betekent een degelijke controle soms oponthoud voor b.v. de importeur. Maar dat kan men toch de RVV niet verwijten. De RVV probeert hun werkprocessen zo goed mogelijk af te stemmen op de logistieke processen bij het bedrijfsleven.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Binnen gebiedsgerichte subsidiëring geld oormerken voor antiverdrogingsmaatregelen.

antwoord:

Tijdens notaoverleg natuurbegroting reeds in antwoord op motie-Vos aangegeven dat binnen de SGB middelen niet geoormerkt worden, maar decentraal en gebiedsgericht worden ingezet. Ik zal wel – zoals toegezegd – in overleg met provincies de effectiviteit van de SGB – óók op gebied van verdrogingsbestrijding – bezien.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Draagvlakcampagne natuur, analoog aan Draagvlakcampagne Milieu.

antwoord:

Draagvlak Natuur is belangrijk.

Ik heb momenteel een subsidieregeling Draagvlak Natuur en we hebben het Programma Leren voor Duurzaamheid.

Binnen LNV zijn we continue bezig om te bezien of we de communicatie naar buiten kunnen versterken; hoe goed het soms al lijkt te zijn.

In dat verband wil ik bezien of een draagvlakcampagne natuur iets toevoegt aan hetgeen er momenteel al loopt. Daarbij zal ik gebruik maken van de ervaringen bij de draagvlakcampagne voor Milieu.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

PvdA, Waalkens

Samenvatting vraag of opmerking:

Derogatieverzoek Nitraatrichtlijn. Mestprobleem niet opgelost.

antwoord:

Het kabinet tracht nu door een totaalpakket aan maatregelen tot een oplossing te komen voor de mestproblematiek. Ik noem daarbij de invoering van het stelsel van mestafzetcontracten, de aanscherping van de normen in MINAS en de uitvoering van de opkoopregeling.

Al deze maatregelen zijn nodig om aan de eisen van de Europese Nitraatrichtlijn te voldoen. De derogatie vormt een essentieel onderdeel van het totaalpakket.

In het mestafzetstelsel wordt uitgegaan van een norm van 250 kg N uit dierlijke mest per hectare op grasland. Deze norm is daarmee bepalend voor de ruimte voor mestproductie in Nederland.

Het kabinet acht het van groot belang met de Europese Commissie overeenstemming te bereiken over de Nederlandse derogatie.

Met de realisatie van de huidige opkoopregeling is het mestoverschot weggenomen. Het kabinet is ervan overtuigd dat het totaalpakket ook daadwerkelijk voldoet aan de eisen van de Nitraatrichtlijn.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, M.B. Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Etikettering en binnen 5 jaar transplantatie in de keten (Beleidsvoornemen Dierenwelzijn)

antwoord:

In het beleidsvoornemen dierenwelzijn is de lijn verwoord dat dieren hun soort eigen gedrag moeten kunnen vertonen. Uitgangspunt is dat het dier zich niet hoeft aan te passen aan het houderijsysteem maar dat het houderijsysteem is aangepast aan het dier. Binnen 10 tot 20 jaar moet de veehouderij in Nederland in die richting zijn omgebogen. De termijn van 5 jaar voor de door het bedrijfsleven te realiseren transparantie in de keten moet worden bezien in relatie tot de duur van voornoemd transitieproces. Zoals ik ook al heb aangegeven bij de behandeling van het beleidsvoornemen dierenwelzijn ga ik er vooralsnog vanuit dat het bedrijfsleven deze taak op zich zal nemen. Een discussie over de regierol van de overheid in deze is mijns inziens pas nadien aan de orde.

Zoals is aangegeven in de kabinetsreactie op het rapport Wijffels wil ik benadrukken dat het tot stand brengen van transparantie in samenwerking met betrokken organisaties met kracht zal worden bevorderd. Labelling kan een belangrijke prikkel zijn voor producenten, retailers en consumenten om meer duurzame producten te produceren en af te nemen. Een verplichte aanduiding van duurzaamheidseisen zal in een Europese context dienen plaats te vinden.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

ChristenUnie, Stellingwerf

Samenvatting vraag of opmerking:

Dierenwelzijn: overvragen sectoren.

antwoord:

Inderdaad dient het proces van verandering zowel versneld als geïntensiveerd te worden. De consumentenvoorkeuren en maatschappelijke opvattingen zijn sterk in beweging. De productiestructuren zullen zich daarop moeten aanpassen. Het maken van één of meer tussenstappen binnen een bestand systeem in plaats van het zoeken naar nieuwe systeemoplossingen kan betekenen dat men gedurende de looptijd van de investering door de markt wordt ingehaald en dat de investering vroegtijdig moet worden afgeschreven.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Hoe zit het met de BSE-kosten in Nederland ten opzichte van andere lidstaten?

antwoord:

Een recent onderzoek van Europese Commissie heeft uitgewezen dat er grote verschillen binnen de EU bestaan. Van belang daarbij is te constateren dat de kosten van een BSE-test niet zonder meer vergeleken kunnen worden, omdat de situatie van land tot land verschilt. In lang niet alle lidstaten worden bijvoorbeeld de kosten van de keuringsdienst per test berekend omdat de keuringsdienst door de overheid wordt betaald. Harmonisatie van de testkosten is om deze reden dan ook moeilijk te realiseren. Overigens verwijs ik u voor de financiering van de testkosten naar de brief die ik op 27 november jl. aan uw Kamer deed toekomen.

Nederland was één van de eerste lidstaten die op 1 januari 2001 voldoende testcapaciteit had opgebouwd om alle betrokken runderen te kunnen testen. Het is van het grootste belang dat de testen op een kwalitatief hoogwaardige en objectieve manier worden uitgevoerd. Daarom gebeurt het testen onder strikte controle en toezicht om het maken van fouten te voorkomen. Mede hierdoor is het aantal vals positieven dat wij vinden, erg laag vergeleken met dat in de andere lidstaten. Overigens is de verwachting dat de testkosten in Nederland zullen dalen omdat er binnenkort private laboratoria erkend kunnen worden die de BSE-test ook mogen uitvoeren.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Nu al afspraken maken met provincies over te begrenzen hectares EHS, volgens watersysteembenadering in te vullen. Niet wachten op SGR2 of bestuursakkoord water.

antwoord:

Ik wil tussen deel 1 en deel 3 van het SGR2 afspraken maken met de provincies over de begrenzing van de EHS in relatie tot de watersysteembenadering. Onderzoek naar het functioneren van de grote eenheden van de EHS en de uitwerkingen van de WBE21 leveren de input voor deze afspraken.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

We maken ons zorgen over de realisatie van een gentechvrije keten. Zolang de overheid dit volledig aan de markt overlaat, zal er weinig van terecht komen. Dan alleen biologisch voedsel bijna gentechvrij. En zonder beschermende maatregelen, zoals afstandeis voor velden waar genetisch gemodificeerde gewassen worden geteeld, ...heel moeilijk om gentechvrij te produceren.

De overheid draagt verantwoordelijkheid voor de realisatie van een gentechvrije keten. Wanneer zien we een plan van aanpak?

antwoord:

Het aanbieden van ggo-vrije, danwel gentechvrije producten acht het kabinet in de eerste plaats een zaak van marktpartijen. Het beleid is erop gericht om de totstandkoming van deze ggo-vrije ketens waar mogelijk te stimuleren. Eerder is dit beleid uiteengezet in een brief van de minister van LNV aan de Tweede Kamer d.d. 20 maart 1998 (TK, 1997–1998, 25 126, nr. 5).

Wat betreft mogelijke beschermende maatregelen voor de teelt van biologische en gangbare (non-ggo) gewassen, heb ik de Kamer het rapport van het Centrum voor Landbouw en Milieu inzake een onderzoek naar de landbouwkundige risico's van uitkruising van ggo-gewassen toegezonden. In de begeleidende brief bij het rapport d.d. 2 november 2001 (PBB.2001/140) heb ik aangekondigd dat ik de Kamer later zal informeren over beleidsmaatregelen die ik voornemens ben te treffen.

Ten slotte verwijs ik naar de op dit onderwerp betrekking hebbende antwoorden op de Kamervragen naar aanleiding van Integrale Nota Biotechnologie, die binnenkort aan de Kamer worden toegezonden.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Kan het Ministerie van LNV het LEI de opdracht verstrekken uit te zoeken wat goed of fout gaat met de prijsvorming in de voedsel- en verwerkingsketen? Dit met het oog op meer gerichte beleidsvoering.

antwoord:

De analyse waar hier om wordt gevraagd is recentelijk door het LEI uitgevoerd.

In 12 juli 2000 heb ik aan de Tweede Kamer twee LEI-rapporten aangeboden: «Prijzenswaardig; Prijzen en prijsopbouw in de agrokolom» en het rapport «Onderweg: concurrentiepositie Nederlandse Agrosector», beiden bouwstenen voor de visienota Voedsel en Groen (kenmerk: IH-2000–639 d.d. 12 juli 2000).

«Prijzenswaardig» beschrijft de ontwikkelingen in de jaren 1990–1999. De ontwikkelingen van deze prijzen worden beschouwd in samenhang met die van de kosten van de verschillende schakels als geheel en in de afzonderlijke agrokolommen. Eén van de belangrijkste conclusies van dit rapport is:

Verschillen in de productiviteitsgroei – naast extra diensten, veranderende consumptiegewoonten en veranderende kwaliteitseisen – spelen een rol in de verdeling van de consumentengulden over de verschillende schakels van de agrosector. De doorgaans hogere productiviteitsgroei in de primaire landbouw is één van de verklaringen voor het dalend aandeel van deze schakel in de consumentengulden. De productiviteitsgroei is mede het gevolg van sterke onderlinge concurrentie in de primaire landbouw.

«Onderweg» beschrijft de concurrentiepositie van diverse agroketens aan de hand van het aanpassingsvermogen van de markt, de ketenhechtheid, de kostenefficiency en het toekomstig potentieel. Hierin worden de sterktes en de zwaktes geanalyseerd.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Commissie Wijffels heeft voorgesteld in de Mededingingswet ruimte te maken voor prijsafspraken in ketenverband, gericht op het realiseren van duurzame landbouw. De NMA is zeer kritisch over prijsafspraken (MKZ-dubbeltje in de zuivel).

Natuur en Milieu stelt duurzaamheidsbijdrage op voedselproducten voor. Hieruit kunnen dan investeringen in duurzaamheid worden ondersteund.

Wil de minister serieus kijken naar aanpassingen in de mededingingswet?

antwoord:

Met de Commissie Wijffels ben ik van mening dat ketenafspraken, gericht op het borgen van kwaliteit en duurzaamheid, van groot belang zijn. Binnen de bestaande mededingingswetgeving bestaan hiervoor ook mogelijkheden. Deze afspraken mogen echter niet leiden tot de vorming van prijskartels. Als we dat doen spannen we het paard achter de wagen. Ook duurzame landbouw moet zich zoveel mogelijk marktconform ontwikkelen. Ik acht aanpassingen in de mededingingswet dan ook niet aan de orde.

Ketenafspraken moeten naar mijn mening een belangrijke rol spelen bij de transparantie voor de consument over de herkomst, kwaliteit en duurzaamheid van voedselproducten. Door middel van labelling en voorlichting kan hier veel worden bereikt. Dat past ook in de marktgerichte benadering van de landbouw die ik voorsta.

Met betrekking tot de voorgestelde duurzaamheidsbijdrage, waaruit investeringen in duurzaamheid zouden kunnen worden gesubsidieerd, merk ik op dat er voor duurzaamheidsinvesteringen reeds de nodige voorzieningen bestaan (Vamil, Mia). We moeten in dit verband, ook in verband met de EG-rechtelijke toelaatbaarheid, goed kijken dat we hier geen dingen dubbel gaan doen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

In begroting niets terug te vinden over de noodzaak tot afbouw van de Europese landbouwsubsidies.

antwoord:

In de begroting heb ik nadrukkelijk mijn inzet aangegeven voor de aanpassing van het Europees landbouwbeleid.

Onderdeel daarvan is een vermindering van de steun en bescherming van de landbouw.

Ook in de brief van het kabinet over de financiering van het GLB na uitbreiding van de EU is uitdrukkelijk gesteld dat een geleidelijke vermindering van de landbouwsubsidies noodzakelijk is.

Echter, dit is alleen op Europees niveau realiseerbaar. Dit slechts op nationaal niveau toepassen leidt niet alleen tot concurrentieverstoringen en belemmeringen op de interne markt, maar tast ook de grondslagen van het Europees landbouwbeleid aan.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Er zit (zat) 85 miljoen in het MKZ-noodfonds, klopt dat?

25 miljoen aanvankelijk

35 miljoen van anderen (provincie/bedrijfsleven)

25 miljoen amendement-Schreijer

antwoord:

Een correctie van het amendement-Schreier-Pierik dat ertoe strekt f 25 mln. extra in het Fonds MKZ te storten, zal in de Najaarsnota worden verwerkt. Het initieel beschikbaar gestelde voorschot zal niet volledig worden uitgeput. Het resterende bedrag zal een alternatieve aanwending krijgen, gericht op gebiedsgerichte inzet en preventieve gezondheid.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

VVD, Oplaat

Samenvatting vraag of opmerking:

Eerst GLB hervormen, voordat je toetreding regelt. Hoe zit het met de financiën?

antwoord:

Ten aanzien van het proces van hervorming van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid en het toetredingsproces is een coherente inzet noodzakelijk:

De gewenste hervorming mag geen conditionaliteit voor de uitbreidingsonderhandeling zijn.

Tegelijkertijd mag het resultaat van de uitbreidingsonderhandelingen de gewenste beleidshervormingen niet onmogelijk maken. Hervormingen zijn om een aantal redenen nodig. Eén daarvan is de budgettaire houdbaarheid van de EU, na uitbreiding.

Nederland blijft van mening dat het onwenselijk is om producenten in de nieuwe lidstaten inkomenstoeslagen toe te kennen. Indien de toetredingsonderhandelingen in die richting zouden gaan, dan zal de Nederlandse inzet moeten zijn dat hieraan gekoppeld wordt een afspraak over degressiviteit van de inkomenssteun voor de EU als geheel. De suggestie vanuit LNV in die richting is destijds in de IBO als terugvalmogelijkheid overgenomen.

Overigens zijn de financiële consequenties van de uitbreiding aanzienlijk, maar de verhoudingen moeten ook niet overtrokken worden. Volgens het door het kabinet ingestelde Interdep. Beleidsonderzoek zijn de kosten tot 2007 in beginsel op te vangen in de huidige begroting. Dan schieten als het beleid niet zou worden gewijzigd de kosten voor een EU van dan 27 lidstaten fors omhoog om in 2015 via de aan inflatie inherente erosie uit te komen bij een goede 10% groei ten opzichte van datgene waarmee in Berlijn, agenda 2000, werd gerekend. Gezien de begrotingsgevolgen voor Nederland is er niettemin alle aanleiding voor de beleidsinzet als hiervoor geschetst.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

SGP, Van der Vlies

Samenvatting vraag of opmerking:

Bij de behandeling van de wet stankemissie is het amendement-Vos aangenomen, waardoor de verwevingsgebieden uit het wetsvoorstel zijn gehaald. Hoe gaat de regering nu verder met de verwevingsgebieden?

antwoord:

Bij de Kamerbehandeling van het wetsvoorstel zijn door een Kamermeerderheid voor het amendement Vos de verwevingsgebieden uit het wetvoorstel stankemissie veehouderijbedrijven gehaald. Het wetsvoorstel is vervolgens met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen.

Als dit wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen, dan betekent dit dat voor de verwevingsgebieden het bestaande, strengere regime zal blijven gelden, en niet het versoepelde regime van het wetsvoorstel. In de toekomst zal voor de verwevingsgebieden, net zoals voor de rest van Nederland, het nog verder uit te werken, nieuwe beoordelingskader gaan gelden.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

PvdA, Waalkens

Samenvatting vraag of opmerking:

NMP4 stelt hoge eisen: mestprobleem nog niet opgelost.

antwoord:

In NMP4 geeft het kabinet zijn visie op welke wijze de landbouwsector zich de komende decennia moet ontwikkelen in de richting van een duurzamere landbouw. De sector staat daarmee voor een grotere uitdaging.

Uitgaande van de huidige situatie is er geen mestoverschot meer. De situatie zoals beschreven in NMP4 gaat uit van een verdergaande extensivering bij een dalende vee-intensiteit; gaat uit van 30 jaar termijn.

Het totaalpakket aan regionale maatregelen zal een toename van de veestapel tegengaan en zo de ontwikkeling van een nieuw mestprobleem voorkomen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

VVD, Oplaat

Samenvatting vraag of opmerking:

VVD stelt voor dat de overheid en dat is dan het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, met mensen uit de sectoren rond de tafel gaat om één formulier te ontwerpen waarop de ondernemers in één keer alle relevante gegevens invullen, waarna iedere overheid er gebruik van kan maken.

antwoord:

Het kabinet beoogt met het project Stroomlijning Basisgegevens een impuls te geven voor een stelsel van zogeheten authentieke registraties, waarin de daarin vastgelegde gegevens voor alle overheden beschikbaar zullen zijn. Overigens moet in een aantal gevallen nog voorzien worden in een wettelijke titel voor onderlinge uitwisseling. LNV heeft in haar ICT-brief van 6 juli 2001 (TK 26 643 nr. 29) aangegeven dat zij streeft naar de inrichting van een beperkt aantal basisregistraties, voor percelen, relaties en dieren. Door de inrichting van zogenaamde basisregistraties en gemeenschappelijke databanken wordt een meer samenhangend en geïntegreerd gegevensbeheer gerealiseerd, dat gericht is op enkelvoudige inwinning en meervoudig gebruik van gegevens. LNV streeft daarbij naar een netwerk van gegevensuitwisseling met andere partijen binnen en buiten de overheid.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

Oplaat, VVD

Samenvatting vraag of opmerking:

Zou het niet nuttig zijn een onafhankelijke commissie te vragen een uitspraak te doen over de hoogte van noodzakelijke rijksbijdrage in een verzekering tegen oogstschades?

Hoe wordt er opgetreden als er weer grote tegenvaller plaatsvindt?

antwoord:

In opdracht van het ministerie van LNV en LTO-Nederland heeft het onafhankelijke Institute for Risk Management in Agriculture (IRMA) onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een schadeverzekering. Uit het onderzoek blijkt dat een redelijk deel van de potentieel verzekerden bereid is 8 tot 9 gulden per 1000 gulden verzekerd bedrag te betalen. Ik heb daarom aangegeven dat ik een oogstschadeverzekering betaalbaar acht bij een premie van ongeveer 8 tot 9 gulden per 1000 gulden.

De mogelijke vraag voor een onafhankelijke commissie is derhalve reeds beantwoord. Ik hecht groot belang aan de eigen verantwoordelijkheid van de sector. En daarom wil ik niet verder gaan dan een subsidiecomponent van 50%. Ik heb een goede handreiking gedaan, het landbouwbedrijfsleven is nu aan zet.

Voor nationale rampen hebben we de WTS achter de hand. In geval van oogstschades echter heeft het bedrijfsleven een eigen verantwoordelijkheid.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Het CDA heeft nog niets van een onderzoek gemerkt naar aanleiding van de motie-Schreijer vorig jaar en acht haast geboden.

antwoord:

Tot mijn spijt ben ik niet tijdig tot de uitvoering van de motie-Schreijer kunnen komen. Daarbij speelt, zoals ik al eerder heb aangegeven, de MKZ-crisis een belangrijke rol en het feit dat ik afhankelijk ben van de medewerking van andere ministeries. Inmiddels zijn duidelijke afspraken met name met SZW gemaakt. Ik zal met kracht de uitvoering van de motie bevorderen en zeg ik toe in januari met een notitie hierover te komen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

De minister komt met een voorstel voor vestigingspremie voor vernieuwende jonge agrariërs. De situatie is voor jonge boeren en boerinnen moeilijk, er komen steeds minder bedrijfsopvolgers. Dit kan tot een ongewenste leegloop van het platteland leiden. Hoe schat de minister de huidige situatie in?

antwoord:

Daling van het aantal bedrijven betekent zeker niet per definitie leegloop van het platteland. Situatie in Nederland is wat dat betreft anders dan in een aantal andere EU-landen.

Vestigingspremie is van weinig betekenis in het licht van de totale kosten van de bedrijfsovername die in de miljoenen lopen. Een dergelijke premie zal misschien in enkele gevallen tot extra toetreding kunnen leiden, doch deze zal in grote lijnen de daling van het aantal bedrijven niet tegen houden.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

SGP, Van der Vlies

Samenvatting vraag of opmerking:

Kan de regering een overzicht geven van het aantal geëmigreerde boeren in de afgelopen 10 jaar.

antwoord:

Een dergelijk overzicht is niet beschikbaar. Het LEI doet op dit moment een studie naar de activiteiten van Nederlandse agrariërs in het buitenland, voor een aantal landen zal dit wel een beeld gaan opleveren hoeveel agrariërs emigreerden.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Wil het Kabinet nadenken over een voorstel van CLM om grondgebonden veehouderij in heel Nederland te bevorderen door de mestafzet te beperken tot 50 km?

antwoord:

Acht dit op voorzienbare termijn geen haalbare optie.

Op dit moment vindt de mestproductie nog erg geconcentreerd plaats.

Een dergelijk afstandscriterium zou een rigoreuze ingreep in de landbouwstructuur betekenen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Het aantal bedrijven vermindert met 90 per week sneller dan ooit. Er moeten bredere startersfaciliteiten komen. Het CDA pleit voor een bedrijfsopvolgingsfonds.

antwoord:

Het aantal bedrijven vermindert de laatste jaren inderdaad snel doch in het verleden zijn er perioden geweest met een nog veel forsere teruggang. Zo verminderde tussen 1964 en 1970 6 jaar lang het aantal bedrijven met zo'n 150 per week!

Vestigingssteun zal het proces van de vermindering van het aantal bedrijven niet noemenswaardig kunnen beïnvloeden, op het totaal van de kosten van de vestiging vormt de mogelijke steun immers slechts een zeer klein bedrag.

De ontwikkeling van het aantal bedrijven is vooral afhankelijk van de economische mogelijkheden voor een rendabele bedrijfsvoering, steun leidt niet tot een duurzaam perspectief.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

SGP, Van der Vlies

Samenvatting vraag of opmerking:

De SGP-fractie bepleit dat wordt afgestapt van het aangiftesysteem en wordt overgegaan op een systeem zoals bij de Belastingdienst.

antwoord:

De MINAS-systematiek is nadrukkelijk onderwerp geweest vóór invoering van het systeem. Daarbij is de keuze gemaakt voor een belasting op aangifte i.p.v. aanslag.

Het voordeel van een aangiftesysteem is dat sprake is van een actieve verantwoording van de ondernemer. Hij of zij moet zelf gegevens overleggen en meteen betalen bij overschrijding van de normen (lik-op-stuk-beleid).

Het overgaan op heffing op aanslag betekent géén administratieve lastenverlichting voor de ondernemer. Hij of zij moet immers nog steeds gegevens overleggen op basis waarvan de aanslag wordt gebaseerd.

Daarnaast is sprake van afbreuk aan lik-op-stuk-beleid. Bureau Heffingen moet eerst de aanslagen berekenen waardoor men pas op een later moment in financiële zin) geconfronteerd wordt met het eigen handelen.

Kortom: geen reden om af te zien van belasting op aangifte.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Voortzetten van de omschakelingsregeling en openstellen van de regeling voor andere sectoren, zoals de varkens- en pluimveehouderij met een vergoeding van 75% (nu 50%) van het prijsverschil.

antwoord:

Zoals aangekondigd in de Beleidsnota Biologische Landbouw ben ik voornemens om de omschakelingsregeling in 2002 weer open te stellen, met een vergoedingspercentage van 50%. Voor eind 2002 heb ik een evaluatie toegezegd van de vraaggerichte benadering en de omschakelingsregeling. Aan de hand van de uitkomsten van deze evaluatie zal het besluit vallen over de toekomst van de omschakelingsregeling. Wat betreft de dierlijke sectoren is de omschakelingsregeling niet het juiste instrument omdat hier een gedeeltelijke compensatie van de opbrengstverliezen gedurende de omschakelperiode wordt gegeven. Voor omschakeling naar de biologische varkenshouderij en pluimveehouderij moeten ondernemers vooral investeren in de aanpassingen van hun stallen. Vandaar dat ik in het geval van de stimulering van de biologische varkenshouderij gekozen heb voor een investeringsbijdrage.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Investeringssubsidie van 30% van de investeringen voor de varkens en kippensector.

antwoord:

Zoals ik afgelopen maandag heb aangekondigd en ook gepubliceerd is in de Staatscourant, zal op 11 december a.s. voor de biologische varkenshouderij een investeringsregeling worden opengesteld. Varkenshouders kunnen door deze regeling in aanmerking komen voor een subsidie van 30 procent voor de extra kosten van omschakeling, zoals voor de bouw van onroerende zaken, voor machines en apparatuur. Voorwaarde is dat de ondernemer een afzetcontract heeft van tenminste twee jaar.

Mocht de pluimveehouderij net als de varkenshouderij tot langdurige ketenafspraken komen dan zal ik eveneens passende vormen van stimulering bekijken.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Het afschaffen van de BTW op biologisch varkens- en pluimveevlees. Als dit niet haalbaar zou zijn in Europa zou wellicht een experiment met het 0-tarief van bijv. 3 jaar mogelijk zijn. De andere weg is het niet duurzaam geproduceerde vlees in het hoge BTW-tarief te brengen. Kan de opbrengst besteed worden aan investeringen in verduurzaming?

antwoord:

In het schriftelijk antwoord op vraag 138 heb ik al aangegeven dat het perspectief voor invoering van een 0-tarief voor biologische producten gering is, vooral omdat in EU-verband op fiscaal terrein unanimiteit vereist is. Ook een experiment met het 0-tarief voor bijvoorbeeld 3 jaar acht ik geen reële mogelijkheid.

Op de aspecten die verbonden zijn aan overbrenging van niet duurzaam geproduceerd vlees naar het hoge BTW-tarief, ben ik uitvoerig ingegaan in de schriftelijke beantwoording op vraag 139. Hierop heb ik op dit moment niets toe te voegen. In beginsel is het mogelijk de opbrengst van bedoelde overheveling te besteden aan investeringen in verduurzaming. Overigens zijn er thans diverse instrumenten gericht op verduurzaming van de productie. Dit zijn de Willekeurige Afschrijving op Milieuinvesteringen (VAMIL), de Energie-Investerings-Aftrek (EIA), de Milieu-Investerings-Aftrek (MIA) en Groen Beleggen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Tijdelijke directie Biologische landbouw

antwoord:

In mijn benadering ligt de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van nieuwe afzetmarkten bij de sector. Wel wil ik deze ontwikkelingen stimuleren en ondersteunen zoals ook gebeurt door de inzet van de Task Force. Voorts ben ik van mening dat een integratie van biologische landbouw binnen LNV (een traject waarmee een vliegende start is gemaakt) effectiever is dan een aparte directie biologische landbouw.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Aanstellen ketenmanagers voor het bemiddelen van vraag en aanbod in de biologische keten, uitmondend in afzetcontracten tussen leveranciers en retailers.

antwoord:

Op initiatief van LNV is het convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw begin dit jaar tot stand gekomen. Koepels van alle ketenpartijen en maatschappelijke organisaties nemen hier aan deel. De uitvoering ligt bij de Task Force. Het is dan ook in eerste instantie aan de Task Force om te beoordelen voor welke productgroepen de inzet van een ketenmanager nuttig is. Zij zullen dit beoordelen aan de hand van de ketenbusinessprogramma's die op dit moment voor de verschillende productgroepen worden ontwikkeld.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Supermarkten en winkels hoeven geen winstbelasting te betalen over de biologische omzet.

antwoord:

Dit voorstel zou een niet gewenste inbreuk vormen op het Nederlandse belastingstelsel, waarin winst belast wordt.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Supermarkten publiceren jaarlijks wat ze hebben gedaan voor het bevorderen van de verkoop van biologische en andere duurzame producten.

antwoord:

Ik vind dit een interessante gedachte, de verantwoordelijkheid hiervoor ligt mijns inziens echter in eerste instantie bij de supermarkten. In een gesprek dat ik binnenkort met supermarkten zal voeren, zal ik deze gedachte aan de orde stellen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Er komt een plan voor het aanstellen van een groene commissaris, vanuit milieu en consumentenorganisaties etc. in de raad van commissarissen van supermarktketens of het idee van MVO commissaris.

antwoord:

Ook dit vind ik een interessante gedachte, de uitwerking van dit plan is in eerste instantie een zaak van maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Stimuleren biologische catering.

Project van Stichting Milieufederatie toont aan dat een omzet van 10% biologisch bij de drie grote cateraars in 2004 zorgt voor een toename in de vraag naar biologische producten met 30%.

antwoord:

De Task Force onderzoekt samen met betrokkenen op dit moment de haalbaarheid van het biologische catering project. Stimulering van biologische catering is in principe een goede en gezonde manier om de afzet van biologische producten te bevorderen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos

Samenvatting vraag of opmerking:

Consumentenvoorlichting over de toegevoegde waarde van de biologische landbouw, speciaal voor de biologische varkens- en pluimveehouderij.

antwoord:

Het doet mij genoegen u te kunnen meedelen dat binnenkort de publiciteitscampagne voor biologische producten van start gaat. In week 50 zal onder verantwoordelijkheid van de Task Force een biologische pagina verschijnen in 5 miljoen huis-aan-huisbladen, deze vorm van publiciteit zal doorlopen tot aan de zomer. In tussentijd wordt door de Task Force, samen met een gerenommeerd reclamebureau gewerkt aan de ontwikkeling van een meer grootschalige campagne, deze zal midden volgend jaar starten. In kader van de doorbraak op gebied van de biologische varkenshouderij heb ik 0,5 miljoen gulden gereserveerd voor ondersteuning van de promotie van biologisch varkensvlees.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Veel biologische boeren stoppen er mee i.v.m. onvoldoende perspectief. Dus toch geen succes?

antwoord:

Ik ben van mening dat er gunstig perspectief is voor de biologische landbouw. Dit blijkt uit de groei van de biologische landbouw in de afgelopen jaren en deze week nog uit de meerjarenafspraak die is gemaakt tussen marktpartijen in de biologische varkenshouderij. Dat individuele boeren (ook biologische) stoppen doet daar niets aan af en is in de landbouw maar ook buiten de landbouw een normaal verschijnsel. De biologische sector als zodanig heeft naar mijn mening dus een positieve toekomst.

Overigens blijkt uit cijfers van het LEI dat het inkomen van biologische boeren hoger ligt dan het gemiddelde inkomen in de agrarische sector.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

VVD, Klein Molenkamp

Samenvatting vraag of opmerking:

Extra gelden voor agrarisch natuurbeheer halen uit de POP-gelden, ten koste van gelden voor verwerving.

antwoord:

Ik ben momenteel bezig met de voorbereiding van wijzigingsvoorstellen voor het POP voor de jaren 2002 e.v. Onlangs heb ik met de provincies in het Comité van Toezicht afgesproken om de POP-middelen voor grondverwerving vanaf 2002 op nul te zetten. De hierdoor vrijkomende middelen worden ingezet op maatregelen voor de landbouw, waaronder agrarisch natuurbeheer. De uitwerking daarvan, inclusief de financiële vertaling in de POP-tabel, vindt momenteel plaats.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Kwartaaloverzicht en MINAS-aangifte is dubbel werk voor veehouder/akkerbouwer.

Heffingplicht is niet afgestemd op economische bedrijfssituatie. Een economische maatschap moet met meerdere mestnummers werken.

Is titel waarop een grondgebruiker percelen heeft wel van belang voor Bureau Heffingen?

Kan een MINAS-inspecteur individuele knelgevallen niet beoordelen en oplossen?

antwoord:

Kwartaaloverzichten zijn ook bedoeld ter ondersteuning van de boeren en het opmaken van de aangifte. Daar komen alle gegevens (gehaltes en gewicht) samen. Op deze manier is het in een vroegtijdig stadium mogelijk te communiceren over verschillen in registratie en fouten. Op de lange termijn zullen we bezien wat de meest efficiënte werkwijze is waarbij insteek is meer verantwoordelijkheid te leggen bij de intermediaire sector.

Mestnummer is hulpmiddel van Bureau Heffingen om het bedrijf zoals we dat kennen in de Meststoffenwet als eenheid te benoemen. Bekend is dat er in verschillende regelgeving verschillende begrippen worden gehanteerd. In het kader van het LNV-loket en de kanteling wordt gewerkt aan uniformering van begrippen. Dit vergt in de meeste gevallen een wetswijziging. Het zal dus nog even duren voor alles is opgelost.

Titels van de grond hebben BRP en Bureau Heffingen nog nodig i.v.m. het stelsel van dierrechten. Niet aan alle titels kunnen rechten worden ontleend, dus zijn titels nog noodzakelijk.

Ondernemers kunnen bezwaar maken tegen eigen aangifte en nadien tegen een eventuele naheffingsaanslag, opgelegd door Bureau Heffingen. Een bezwaarschrift leidt per definitie tot een individuele beoordeling van het geval.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

PVDA, Waalkens

Samenvatting vraag of opmerking:

Modulatie is nodig om delen van landbouwsteungelden regionaal in te zetten in plaats van voor individuele bedrijven. Het laatste wil ik toelichten met de casus van de Veenkoloniën. Hier wil ik voorstellen om 5% van de individuele steunbedragen af te romen en regionaal ten behoeve van het gebied weer in te zetten als project op de volgende punten:

– clustering biologische bedrijven

– inplaatsing melkveehouderijbedrijven

– vestiging van glastuinbouw rond Emmen/Klazienaveen

– versterken van natuur, recreatie en waterberging

– versterking Veenkoloniaal bouwplan via ICT (precisielandbouw)

antwoord:

Zoals ik heb aangegeven wil ik met ingang van 2003 modulatie gaan inzetten. Modulatie beschouw ik als belangrijke mogelijkheid om middelen vrij te maken voor de versterking van de kwaliteit van het landelijk gebied door de inzet van groene diensten. Op basis van de aanzetten uit de Beleidsbrief Landelijk Gebied en het SGR 2 zal ik, in overleg met betrokken maatschappelijke organisaties, de inzet van het instrument verder uitwerken. Het idee van een regionale inzet van middelen zal ik daarbij betrekken.

Overigens stellen de Europese regels wel voorwaarden voor de wijze waarop modulatie plaatsvindt en de doelstellingen waaraan de middelen besteed kunnen worden. Brussel spreekt in dat verband over vier onderdelen van de Kaderverordening Plattelandsontwikkeling, te weten maatregelen voor vervroegde uittreding, probleemgebieden (gebieden met natuurlijke handicaps), milieumaatregelen in de landbouw en bosbouw. Voor Nederland is het onderdeel «milieumaatregelen in de landbouw» zeer interessant, omdat hierbij boeren vergoedingen kunnen krijgen voor inspanningen die zij leveren op het gebied van milieu, natuur en landschap. Modulatiegelden kunnen aldus worden ingezet voor maatregelen waarbij boeren begunstigden zijn. Dit zal nadrukkelijk betrokken worden bij de verdere uitwerking.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

D66, Ter Veer

Samenvatting vraag of opmerking:

Op welke wijze gaat de minister handhaven indien een bedrijf na 1-1-2002 geen mestafzetcontract heeft?

antwoord:

Ik ga ervan uit dat de sector wil meewerken aan het finaal oplossen van het mestprobleem. Dit is ook in haar eigen belang.

In goed overleg met de primaire landbouwsector en de intemediairs zijn vele praktische knelpunten intussen opgelost en resterende knelpunten worden nog aangepakt om het proces te versnellen.

Bureau Heffingen heeft kort na 1 januari een overzicht van alle overeenkomsten die voor 1 januari zijn ingediend Daaruit blijkt dan direct welke bedrijven evident in gebreke blijven.

Mochten er op 1 januari te weinig mestafzetovereenkomsten zijn afgesloten, dan zal er handhavend worden opgetreden Het handhavingsprotocol hiervoor wordt momenteel samen het Openbaar Ministerie opgesteld

Hierbij zullen eerst bestuurlijke middelen worden gekozen die zijn gericht op het ongedaan maken van de overtreding (last onder dwangsom, daarna bestuursdwang). Het strafrecht is daarbij ultimum remedium.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

ChristenUnie, Stellingwerf

Samenvatting vraag of opmerking:

Moet geconcludeerd worden dat, als b.v. in Europees verband de legbatterij verboden wordt, aan de Europese grenzen een heffing wordt geïntroduceerd op batterij-eieren die van buiten Europa in dreigen te komen. Doen we dat niet dan zijn we alleen bezig met het verschuiven van het problemen. Hoe kijkt de minister daar tegenaan? Hoe beoordeelt de minister een sloopregeling voor legbatterijen?

antwoord:

Het zou in de rede liggen dat, indien in Europa de legbatterij verboden wordt, de invoer van batterij-eieren in Europa te bemoeilijken, b.v. door een heffing. In WTO-verband is dit echter niet mogelijk. Indien die mogelijkheid er wel zou zijn, zou dat overigens een internationaal erkend keurmerk vereisen. Zoals ik reeds eerder heb opgemerkt, is een sloopregeling voor legbatterijen niet aan de orde. De datum van beëindiging van de huidige legbatterijsystemen is gekoppeld aan de daarvoor geldende afschrijvingstermijn. Een sloopregeling zou worden aangemerkt als vorm van staatssteun, die door de Europese Commissie niet is toegestaan.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

SGP, Van der Vlies

Samenvatting vraag of opmerking:

De SGP-fractie betwijfelt of deze strikte eisen (bij partiële ruiming) nodig zijn

antwoord:

Bij partiële ruiming van BSE-bedrijven worden alle dieren met een verhoogd risico op BSE geruimd. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is er geen reden aan partieel geruimde bedrijven beperkingen op te leggen. Kanalisatie van producten van partieel geruimde bedrijven is echter noodzakelijk als het Nederlandse bedrijfsleven wil blijven exporteren naar derde landen die eisen stellen ten aanzien van BSE. Het Nederlandse bedrijfsleven vraagt de overheid verklaringen af te geven dat producten voldoen aan de eisen van de betreffende derde landen. Deze verklaringen kunnen alleen afgegeven worden als de exporteur garanties kunnen bieden over de herkomst van de te exporteren producten. Eén van de eisen van derde landen voor BSE is dat producten niet afkomstig zijn van partieel geruimde bedrijven. De Nederlandse overheid heeft daarom ten behoeven van het faciliteren van de export naar derde landen eisen opgesteld voor partieel geruimde bedrijven.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

ChristenUnie, Stellingwerf

Samenvatting vraag of opmerking:

De mogelijkheid om bedrijven te verplaatsen naar extensieve akkerbouwgebieden, teneinde (grondgebonden) gemengde bedrijven te creëren.

antwoord:

Binnen provincies en gemeenten in de niet concentratiegebieden bestaan grote aarzelingen ten aanzien van de nieuwvestiging van veehouderijbedrijven of van veehouderijtakken op bestaande akkerbouwbedrijven. Een en ander vindt ook zijn weerklank in de bestemmings- en streekplannen.

In het kader van het mestbeleid wordt dit aangeduid met de term «schone gebieden schoonhouden». De Wet herstructurering varkenshouderij voorziet daarom alleen in de verplaatsing van niet-grondgebonden varkensrechten vanuit het concentratiegebied naar het niet-concentratiegebied, mits deze rechten grondgebonden worden. Dit betekent dat per hectare landbouwgrond ongeveer 15 varkensrechten mogen worden benut. Voor een soortgelijke verplaatsing van pluimveerechten geldt de grondgebondenheidseis niet.

Mits de bestemmings- en streekplannen dit toelaten is de vorming van een gemengd bedrijf met een akkerbouwtak en een varkens- of pluimveetak reeds mogelijk.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

SGP, Van der Vlies

Samenvatting vraag of opmerking:

Opgelegde eisen voor gescheiden afvoer van melk etc.

antwoord:

Per 1 juli is de nieuwe TSE verordening van kracht geworden. Deze biedt de lidstaten de mogelijkheid om in geval van BSE niet het hele bedrijf, maar alleen die dieren met een verhoogd risico op BSE te ruimen.

Voor de export naar met name derde landen kan deze verandering van het ruimingsbeleid echter vergaande gevolgen hebben. Zo wordt er bijvoorbeeld geëist dat levende dieren, vlees- en zuivelproducten afkomstig zijn van BSE-vrije bedrijven. Een dergelijke verklaring kan alleen worden afgegeven indien gegarandeerd kan worden dat dieren en producten niet afkomstig zijn van bedrijven waar BSE is geconstateerd. Dit betekent dus dat de dieren die niet zijn geruimd van een bedrijf waar BSE is geconstateerd en de producten daarvan, gekanaliseerd moeten worden afgezet. Dit kan voor de veehouder diep ingrijpen in zijn bedrijfsvoering en daarom heb ik de aanleiding gezien om de veehouder de mogelijkheid te laten behouden om wél de overige runderen op zijn bedrijf te laten ruimen indien hij van mening is dat gedeeltelijke ruiming tot een onaanvaardbare beperking van zijn bedrijfsvoering leidt.

Het gaat hier dus niet om door de regering opgelegde strenge eisen, maar om eisen die derde landen stellen aan producten. Het is een verantwoordelijkheid van de sector zelf om hiervoor passende oplossingen te vinden. Ik zal hierover met de sector in gesprek treden.

In Duitsland heeft men gekozen voor gedeeltelijke ruiming. Er is daar nog geen besluit genomen over hoe om te gaan met de problematiek rond de export naar derde landen.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

D66, Ter Veer

Samenvatting vraag of opmerking:

Wat is het oordeel van de Minister over de nu weer aan de dag tredende kapitaalzwakte van Dumeco; de vleescoöperatie. Stemt het droef, dat na al die jaren van ketendenken en ketenbelijdenis een zo essentiële schakel als vertegenwoordigd door Dumeco kapitaalzwak op de rug ligt? Wil de Minister als hij het aangekondigde gesprek met het CBL heeft ook indringend met hen daarover praten?

antwoord:

In mijn gesprekken met het CBL komt de financiële positie van individuele bedrijven, zoals Dumeco, niet aan de orde. Ik vind dit niet tot mijn competentie behoren.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

CDA, Atsma

Samenvatting vraag of opmerking:

Wet- en Regelgeving Voedselveiligheid:

Wat te doen met geïmporteerde eieren?

Welke methode hebben de Nederlandse bedrijven om salmonella uit te roeien?

Hoe is de Nederlandse concurrentiepositie?

Waarom houdt Nederland zich afzijdig bij het geven van een voorbehandeling van pluimveevlees?

antwoord:

Toen mij duidelijk werd dat het tempo waarin het percentage salmonellabesmettingen onvoldoende te laag was, heb ik aangedrongen op aanscherping van de afspraken met het PVE. Vooruitlopend op aanscherping van de afspraken met het PVE is het traject van etikettering ingezet. De naleving van de etiketteringsregels laat evenwel te wensen over. Tegen deze achtergrond en mede naar aanleiding van het advies van de Gezondheidsraad zult u binnenkort een brief ontvangen waarin ik, samen met de minister van VWS, nader op deze problematiek inga.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

ChristenUnie, Stellingwerf

Samenvatting vraag of opmerking:

Legkippenbesluit: verzoek aan Minister om in de AMvB de ruimte te scheppen zodat groepshuisvesting van leghennen niet wordt uitgesloten. Is de Minister hiertoe bereid en ziet hij hierin een mogelijkheid om uit de impasse te komen?

antwoord:

Op korte termijn zal ik de Kamer per brief hierover informeren.

Afkomstig van Kamerlid/Fractie:

GroenLinks, Vos en PvdA, Waalkens

Samenvatting vraag of opmerking:

Vernieuwende initiatieven en samenwerkingsverbanden hebben last van belemmerende regelgeving. Er moet meer ruimte komen voor experimenten en aanpassing van regelgeving die innovatie belemmert. Innovatietoets is goed idee.

Kunnen agrarische natuurverenigingen en milieucoöperaties wel op subsidie blijven rekenen?

Antwoord

Zoals ik in de innovatiebrief heb aangekondigd zal in een MDW-traject onderzoek worden gedaan naar de innovatiebelemmerende aspecten van regelgeving. Uitgangspunt daarbij is het perspectief van de landbouwer. Waar heeft deze concreet last van? Van daaruit zal worden geprobeerd een toetsingskader voor toekomstige wet- en regelgeving te ontwikkelen, zodat in de toekomst reeds vanaf het begin van de beleidsontwikkeling rekening wordt gehouden met eventuele innovatiebelemmerende facetten.

De verenigingen kunnen voor de activiteiten die zij organiseren in het kader van agrarisch natuurbeheer een subsidie op grond van de regeling organisatiekosten samenwerkingsverbanden krijgen (ROS). In dat geval ontvangen zij een subsidie voor de organisatiekosten die samenhangen met een aanvraag voor een subsidie voor agrarisch natuurbeheer. De subsidie geldt voor 4 jaar met een aflopend tarief van f 35 tot f 15 per hectare. Bij uitbreiding van het aantal hectares kan een nieuwe aanvraag worden ingediend. De subsidies zijn een startpremie en geen permanente ondersteuning van apparaatskosten. Dit zal worden betrokken bij de evaluatie van Programma Beheer in 2003.

Naar boven