Vragen van het lid Wilders aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het financieel belonen van het ongezien herkeuren van arbeidsongeschikten.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. Verzekeringsartsen van Cadans die mensen ongezien keuren, krijgen daarvoor een financiële bonus die hoger is dan in het geval zij de arbeidsongeschikte voor een keuring oproepen. Dit maakt onderdeel uit van een overwerkregeling. Indien artsen tijdens hun overwerk aangeven dat een echte keuring nodig is en de WAO'er moet worden opgeroepen, krijgen zij dus minder geld dan wanneer zij het dossier administratief afdoen. Dat is onnozel, ongelukkig en onacceptabel.

Terwijl wij de miljoenste arbeidsongeschikte al aan de horizon zien naderen, geeft Cadans haar artsen een hogere financiële overwerkvergoeding indien mensen vooral niet voor een herkeuring worden opgeroepen en dus in de WAO blijven. Gelukkig heeft de staatssecretaris ervoor gezorgd dat Cadans de regeling met onmiddellijke ingang intrekt.

Is het waar dat het Ctsv niet op de hoogte was? Hoe vaak hebben dergelijke praktijken al plaatsgevonden en is het waar dat dit al bijna twee maanden gebeurt? Zijn er nog andere uvi's die ook zo werken? Kortom, een breed Ctsv-onderzoek naar de gehele keuringspraktijk is al aangekondigd en ook hard nodig.

Het aantal WAO-aanvragen is de laatste jaren gestegen van 100.000 naar 180.000 en dat toont maar weer eens aan hoe laagdrempelig de WAO is, hoe weinig deze wet deugt en hoe dringend vergaande ingrepen noodzakelijk zijn. Het is met dergelijke aantallen begrijpelijk dat de uitvoering zich primair heeft gericht op de zogenoemde eerste einde-wachttijdkeuringen. Volgens mij zijn er daardoor ook meer gedeeltelijk en minder volledig arbeidsongeschikten gekomen. Het zal echter niet aanvaardbaar zijn indien de ook zeer belangrijke herkeuringen minder serieus worden genomen met een zittend bestand van een miljoen mensen. Dat administratieve herkeuringen in een tijd waarin er keuringsachterstanden zijn plaatsvinden, is tijdelijk te billijken maar zeker niet in 80% van de gevallen, zoals wij nu lezen, en wel aan de hand van duidelijke criteria. Is de staatssecretaris dat met ons eens?

Welke criteria worden gehanteerd om te bepalen of mensen al dan niet in persoon worden opgeroepen voor een medische keuring? Is de staatssecretaris het ermee eens dat zoveel mogelijk echte keuringen dienen plaats te vinden en dat, zeker als de achterstanden slinken, pas in zeer uitzonderlijke omstandigheden daarvan mag worden afgeweken, bijvoorbeeld als iemand al jaren in een inrichting is opgenomen en de prognose blijvend slecht is? Is de staatssecretaris bereid, ons de criteria op korte termijn te doen toekomen zodat wij daarover kunnen praten? Is hij ook bereid ervoor zorg te dragen dat herkeuringen altijd plaatsvinden door artsen die niet de eerste keuring hebben gedaan?

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter. Wat was er precies aan de hand bij de uitvoeringsinstelling Cadans? Was er sprake van een financiële bonusregeling om mensen zoveel mogelijk administratief en niet in persoon te keuren? Dat was geenszins het geval. De regeling was aldus dat de artsen werden vergoed voor overwerk bij het inhalen van achterstanden naar de mate van geraamd tijdsbeslag. Als artsen van mening waren dat een te keuren persoon kansrijk was om weer aan het werk te gaan, werd deze meteen aangemeld door de arts voor een reguliere keuring. Die handeling had op zich heel weinig tijdsbeslag voor zo'n arts tot gevolg. Later volgde een echt spreekuur in normale werktijd hetgeen capaciteit en geld van Cadans vergt.

Als men daarentegen van mening was dat een keuring op grond van een vragenlijst en een administratieve afwikkeling zou kunnen worden gedaan, moest een schriftelijke verantwoording worden afgelegd. Dat zou meer tijd kosten en vandaar dat daar een hogere vergoeding tegenover werd gesteld. Er was dus echt geen sprake van kwade bedoelingen. Wel ben ik van mening dat dit in de praktijk ongelukkige prikkels kan geven die tot ongelukkige beeldvorming leiden. Wij hebben daarom met Cadans overlegd. Cadans is zelf tot het besef gekomen dat het niet echt verstandig is. Men heeft besloten ermee te stoppen en dat is met onmiddellijke ingang gebeurd.

Er is wel sprake van een onderliggend probleem. Het aantal aanmeldingen voor de WAO is in drie jaar tijd met 60% gestegen van 110.000 tot 180.000 per jaar. Dat betekent dat de uvi's meer dan 100.000 extra keuringen hebben moeten verrichten in die periode. Dat leidde tot een groot capaciteitsprobleem. Ik heb daarvoor ruim geld beschikbaar gesteld. Het aantal artsen is ondanks de artsenschaarste in Nederland met ruim 20% gestegen van 728 naar 890. Ook het aantal arbeidsdeskundigen is fors gestegen. Ik heb ook gezegd dat men voorrang moet geven aan de eerste keuringen bij entree in de WAO, omdat die verreweg het belangrijkste is. Ook dat heeft vruchten afgeworpen. Het aantal afwijzingen voor de WAO is procentueel sterk gestegen en ook het aantal volledige toekenningen is sterk gedaald. Dat heeft tot forse volumeresultaten geleid.

Hoewel er op het gebied van de eerste keuringen duidelijk vooruitgang is geboekt, zijn de achterstanden bij de herbeoordelingen fors opgelopen door het stijgende volume. Het Ctsv heeft mij daarop al vroeg attent gemaakt en gezegd dat het tijd is voor onorthodoxe maatregelen. Men vond het logisch dat het vaker gebeurde dat uvi's klare dossiers administratief afdoen. Het Ctsv heeft wel gezegd dat die onorthodoxe maatregelen goed gemonitord moeten worden. Ik heb het Ctsv daartoe ook aangezet. Er moet ook goed gekeken worden dat er geen vreemde dingen gebeuren. Het Ctsv heeft mij ook steeds voortgangsrapportages gegeven en gezegd dat er uniformiteit moet komen bij de uvi's. Er moeten uniforme selectiecriteria komen en een duidelijke behandeling. Dat is gebeurd. Inmiddels is een uniforme vragenlijst ontwikkeld.

De heer Wilders (VVD):

Welke criteria worden nu precies gehanteerd om te bepalen of iemand in persoon wordt opgeroepen of administratief wordt afgedaan? Zijn die criteria helder en worden die door de uvi's uniform toegepast?

Staatssecretaris Hoogervorst:

Die zijn in concept klaar. Ik zal de Kamer daarover graag informeren. Die criteria moeten nog in de praktijk worden getest. Dat kan de komende maanden gebeuren. Tegelijkertijd wil ik van de uvi's een plan van aanpak vragen om die criteria goed toe te passen en om de grote problemen te verhelpen. Zo kunnen wij gaandeweg tot een situatie komen waarin de verhouding tussen keuringen in persoon en keuringen die administratief worden gedaan gezonder wordt dan zij op dit moment is. Ik ben het geheel met de heer Wilders eens dat dit een tijdelijke zaak moet blijven.

De heer Wilders (VVD):

Ik ben blij dat de staatssecretaris dit toezegt. De staatssecretaris spreekt over regelingen die in concept klaar zijn. Feit blijft dus dat tot op de dag van vandaag niet uniform wordt beoordeeld hoe mensen worden herkeurd. Dat leidt er misschien toe dat, zoals wij lezen, maar liefst 80% van de gevallen administratief wordt afgedaan. Natuurlijk begrijpen wij dat er achterstanden zijn en natuurlijk begrijpen wij dat er onorthodoxe maatregelen zijn getroffen. Is hij het echter niet met mij eens dat 80% echt veel te veel is en dat dit percentage fors omlaag moet?

Staatssecretaris Hoogervorst:

Dat percentage is echt te hoog en moet fors omlaag. Ik wil de uvi's ook vragen een volledige nul-meting te doen van de huidige situatie, van het totale percentage administratieve keuringen afgezet tegen het totale percentage volledige keuringen in persoon. Ik wil ook een tijdplan zien om die verhouding te verbeteren in de naaste toekomst.

De heer Wilders (VVD):

Stel dat wij in een situatie komen – en laten wij hopen dat dit snel gebeurt – dat er geen achterstanden meer zijn bij de herkeuringen. Wanneer verwacht de staatssecretaris dat de achterstanden zijn weggewerkt? Is hij het ook met mij eens dat op het moment dat er geen achterstanden meer zijn, minstens 90% van de mensen in persoon moet worden gekeurd, tenzij men jaren in een inrichting zit met een slechte prognose? Zo heeft men immers de meeste kans dat mensen uit de WAO verdwijnen.

Staatssecretaris Hoogervorst:

Ook bij een preciezer manier wil ik eerst een realistische schatting van de uitvoeringsinstellingen zelf horen. Zij doen het werk; zij moeten dat kunnen inschatten. Ik aarzel om er op dit moment – het aantal aanmeldingen voor de WAO stijgt nog steeds, elk kwartaal – heel zonnige, optimistische verklaringen over af te leggen. Ik denk wel dat het een en ander mogelijk is. Ik heb al gezegd dat het aantal artsen in de afgelopen twee jaar met 20% is gestegen; dat is een forse capaciteitsexpansie. Eenderde van de artsen in totaal is echter nog in opleiding; het zijn nieuwe artsen die het vak nog moeten leren. Die zijn derhalve nog niet op stoom gekomen en de productiviteit van deze artsen kan nog omhoog. Ik denk ook dat de algemene productiviteit van de uvi's omhoog moet en omhoog kan.

De heer Wilders (VVD):

Dit is heel interessant, maar misschien kunt u mijn beide vragen beantwoorden. Mijn eerste vraag, in helder Nederlands, was: wanneer denkt u dat de keuringsachterstanden zullen zijn weggewerkt? Ik begrijp dat u dit niet glashard kunt zeggen, maar misschien kunt u daar een indicatie van geven. Mijn tweede vraag betrof de situatie dat deze achterstanden zijn weggewerkt. Bent u het met mij eens dat op dat moment – wanneer dit ook moge zijn – bijna alle mensen, bijvoorbeeld 90%, in persoon en niet administratief moeten worden gekeurd? Daar bereiken wij immers het meeste resultaat mee.

Staatssecretaris Hoogervorst:

De eerste vraag kan pas goed worden beantwoord nadat de discussie over het stelsel, die nu in volle gang is, is afgerond. U zult het met mij eens zijn dat een stelsel waarin in drie jaar tijd het aantal aanmeldingen voor de WAO met 60% kan toenemen, tekenen van instabiliteit vertoont. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk inlichten over de plannen die de uvi's hebben. Ik wil ook strakke afspraken met de uvi's maken over de naaste toekomst, maar ik aarzel om op dit moment een tijdsspanne van twee of drie jaar met de Kamer af te spreken. Ik kan wel zeggen dat het, gegeven de huidige problematiek, een illusie is om te denken het dit binnen één of twee jaar is opgelost.

Wat de tweede vraag betreft wijs ik erop dat als er een evenwicht is tussen capaciteit en aanvragen, er natuurlijk zoveel mogelijk mensen in persoon moeten worden gekeurd. Bij afwijking daarvan moet het eigenlijk alleen maar om echte uitzonderingen gaan.

De voorzitter:

Gezien de tijd zal ik nu de leden die bij de interruptiemicrofoon staan, de kans geven hun vraag te stellen. Vervolgvragen duren niet langer dan één minuut.

De heer Van der Knaap (CDA):

Kan de staatssecretaris ons informeren hoe de praktijk is bij de andere uitvoeringsinstellingen? Ik vraag dit met name omdat wij over een paar weken hier een debat hebben over de begroting en ik dan graag zou weten op welke wijze de keuringen plaatsvinden bij de andere uitvoeringsinstellingen. Kan dan ook geprobeerd worden om op dat moment een inkijk te geven in het plan van aanpak?

De heer De Wit (SP):

Ik wil de staatssecretaris vragen of de maatregelen die nu genomen zijn, ook betekenen dat er niet meer in de vrije tijd gekeurd wordt, want dat is in feite wat hier gebeurd is, zoals uit de berichtgeving blijkt. Vindt hij dat dit in ieder geval uitgesloten moet worden, omdat dit de zorgvuldigheid van de keuring beïnvloedt? Moet de oplossing niet veeleer gezocht worden in het stimuleren van in dit geval Cadans, opdat deze veel meer artsen aantrekt en daar ook geld voor uittrekt? Dat is in ieder geval de beste oplossing om de keuring zorgvuldig te doen verlopen.

Mevrouw Smits (PvdA):

De staatssecretaris heeft zojuist in zijn beantwoording de relatie gelegd met de hoge aantallen nieuwe aanvragen voor een WAO-beoordeling; het budget voor artsen en arbeidsdeskundigen is inderdaad verhoogd. Mijn vraag richt zich op het beperken van het aantal aanvragen. Dat kan volgens mij alleen, als de nieuwe uitvoeringsorganisatie voldoende budget krijgt plus instructies om het wetsvoorstel Poortwachter op een goede manier uit te voeren; daarmee krijgt de nieuwe uitvoeringsorganisatie ruimte om de herbeoordelingen goed uit te voeren. Ik heb op dit punt echter twijfels, want ik lees in de kranten dat er een bezuiniging van 25% wordt doorgevoerd op de nieuwe uitvoeringsorganisatie. Ik heb ook twijfel omdat de nieuwe uitvoeringsorganisatie, naar verluidt, maar minuten mag besteden aan het beoordelen van de reïntegratieverslagen, waarmee ook nieuwe WAO'ers potentieel teruggestuurd zouden kunnen worden naar het bedrijf om daar passend werk te doen. Is dat waar?

Voor de begeleiding van zieke werknemers die onder het vangnet vallen – de flexwerkers, de uitzendkrachten – zouden er maar een paar tientjes beschikbaar zijn voor de begeleiding in het eerste ziektejaar. Ook dat zou, als dit verbetert, moeten leiden tot het verminderen van de stroom aanvragen. Heeft de staatssecretaris slechts tientjescontracten over voor de uitzendkrachten of krijgen de nieuwe uitvoeringsorganisaties eindelijk voldoende budget om de reïntegratie en het voorkomen van aanvragen voor nieuwe uitkeringen gestalte te geven?

De heer Harrewijn (GroenLinks):

De staatssecretaris zegt dat wij voorlopig aangewezen blijven op onorthodoxe maatregelen om de achterstanden in te lopen. Ik zou hem willen vragen om in zijn toegezegde brief ook in te gaan op het voorstel van Cadans om met paramedici te werken. Cadans poogt steeds weer iets te doen maar wordt dan door de politiek teruggefloten. Hoe kan men dan daar het werk doen?

Staatssecretaris Hoogervorst:

In antwoord aan de heer Harrewijn zou ik willen zeggen dat wij als we dit probleem willen oplossen, inderdaad ruimte zullen moeten bieden voor onorthodoxe maatregelen. Het is immers beter dat iemand die gekeurd moet worden, bijvoorbeeld door een psycholoog wordt aangehoord in plaats van door een arts dan dat hij helemaal niet wordt gehoord. Ik verwelkom dit geluid en zal dit meenemen in de informatie die ik aan de Kamer zal verstrekken.

De heer Van der Knaap vroeg om meer informatie over andere uvi's. Ik wil de uvi's zelf vragen, een totaalbeeld te geven over hoe het er nu voorstaat. In de derde voortgangsrapportage van het Ctsv die ik u onlangs heb toegestuurd, staat al het een en ander vermeld over de praktijken bij het GAK. Ik zal kijken wat ik nog aan additionele informatie kan verstrekken. Ik geloof dat er 3 AO's gepland zijn over deze materie, dus wij hebben ruim tijd om hierover met elkaar van gedachten te wisselen.

De heer De Wit voelt er niet voor om artsen in hun vrije tijd te laten werken. Er staat een hele fatsoenlijke beloning tegenover. Het wordt ook niet met het geweer op de borst afgedwongen. Het gebeurt uit vrije wil. Er is echt niets op tegen. Heel Nederland werkt over en waarom artsen dan niet? Overigens is het aantrekken van artsen geen kwestie van geld want dat geld heb ik beschikbaar gesteld. Het probleem is dat wij die artsen niet kunnen vinden. Ik denk trouwens dat mevrouw Borst er heel wat voor over zou hebben om dezelfde capaciteitsexpansie te kunnen maken als de uvi's, namelijk een expansie van 20%.

Mevrouw Smits is bezorgd over de financiering van de Wet poortwachter. Ik deel overigens niet haar mening dat alleen door die wet het aantal aanmeldingen voor de WAO teruggedrongen kan worden. Daarvoor is echt méér nodig. Ik zal de Kamer zeer binnenkort het bedrijfsplan van het UWV doen toekomen. Daaruit zal blijken dat de cijfers die in de krant verschenen zijn, aanzienlijk genuanceerder liggen. Wij zoeken echt naar een goede financiering voor de Wet poortwachter en komen daarover uitgebreid te spreken als die cijfers bij u voorliggen.

Naar boven