Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen met betrekking tot de ordening en modernisering van voorzieningen (27507);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer alsmede een regeling voor diverse politieke ambtsdragers met betrekking tot geheven Waz-premie (aanpassing onkostenvergoedingen en compensatie Waz-premie) (27827).

De voorzitter:

Ik wil en moet u houden aan de maximumspreektijd die u heeft opgegeven. Wanneer iemand daar overheen gaat, kap ik de behandeling af en zetten wij die op een ander moment voort. Ik vind het namelijk niet nodig om wederom vreselijk laat te gaan vergaderen.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Luchtenveld (VVD):

Mijnheer de voorzitter. Op de wetsvoorstellen die voorliggen, hebben wij lang gewacht. Wij kunnen nu het hele pakket in samenhang bezien. Op één punt hebben de fracties van de VVD en het CDA gemeend een amendement te moeten indienen. Wij denken namelijk dat het erbij hoort om te voorkomen dat er toch inkomensachteruitgang optreedt als gevolg van de bruteringsoperatie. Dat is namelijk niet het uitgangspunt van het wetgevingstraject. Als dit amendement op stuk nr. 27827, nr. 7 wordt aangenomen, ligt er volgens ons een evenwichtig pakket.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA):

Voorzitter. Ik wil nog twee opmerkingen maken. De eerste betreft de toezegging rond de standaardformulieren en de afwikkeling daarvan. Ik neem aan dat wij dat heel snel tegemoet kunnen zien. Verder neem ik aan dat dit vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat in de richting van zowel de parlementariërs, als van de europarlementariërs, die dit betreft.

Mevrouw Duijkers (PvdA):

Mijnheer de voorzitter. Vanavond staan een aantal wetswijzigingen op de agenda die te maken hebben met voorzieningen, onkostenvergoedingen en een compensatieregeling voor politieke ambtsdragers en bewindspersonen. De PvdA is uit een oogpunt van de bevordering van integriteit binnen het openbaar bestuur, voorstander van een transparant systeem van voorzieningen en uitgavenvergoedingen op basis waarvan het afleggen van verantwoording adequaat kan gebeuren. In onze ogen voldoen de voorliggende wetsvoorstellen aan die eisen. De PvdA is eveneens voorstander van het toepassen van het reguliere fiscale regime op bewindspersonen en andere politieke ambtsdragers. Wij zijn van mening dat waar het gaat om de financiële voorwaarden voor het uitvoeren van deze functies, alleen dan afwijkingen wenselijk zijn, indien de bijzondere positie of de onafhankelijkheid van een politicus dat noodzakelijk maakt.

De wetswijzigingen die vandaag voorliggen, laten zien dat er niet voor gekozen is om tot bijzondere afspraken te komen. Zij hebben dan ook onze instemming. Onderhavige wetgeving leidt ertoe dat de Kamerleden die bij de uitvoering van de bezoldigde nevenwerkzaamheden een gebruteerde onkostenvergoeding ontvangen, eerder de drempel zullen bereiken waarop verrekening met de schadeloosstelling zal plaatsvinden. Dit zal niet het geval zijn voor onder meer netto onkostenvergoedingen, waar daadwerkelijke kosten tegenover staan.

De consequentie ontstaat ten gevolge van algemene fiscale maatregelen. De PvdA staat dan ook zeer aarzelend ten opzichte van het amendement van de VVD en het CDA om een algemene maatregel te verruimen voor het oplossen van een deelprobleem. Desalniettemin horen wij graag de zienswijze van de minister terzake. Wellicht kan hij eveneens aangeven hoeveel Kamerleden momenteel reeds met hun neveninkomsten in aanmerking komen voor verrekening. Is het de minister bekend of dit aantal onevenredig zal toenemen nu de fiscale wetgeving zich heeft gewijzigd?

Een andere onderwerp van de wetswijzigingen die vandaag aan de orde zijn, heeft betrekking op de regeling voor het inkomensverlies van de niet door de overhevelingstoeslag gecompenseerde WAZ-premie. De PvdA heeft zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor de totstandkoming van de voorliggende compensatieregeling. De gekozen oplossing kan dan ook op onze instemming rekenen.

De voorbereiding van onderhavige wetswijzigingen hebben de nodige tijd gevergd. Gelet op de inwerkingtreding van de fiscale wetgeving en het belang van de termijn waarop de WAZ-compensatie uitgekeerd wordt, hecht de PvdA er zeer aan om onderhavige wetgeving zo snel mogelijk door te geleiden naar de Eerste Kamer.

Minister De Vries:

Voorzitter. Ik dank de leden voor hun inbreng. Er is veel werk van de Kamer aan deze behandeling voorafgegaan. Ik ben erkentelijk dat nu het eind van deze buitengewoon ingewikkelde operatie, die samenhangt met het nieuwe fiscale stelsel, in zicht is.

De europarlementariërs worden eigenlijk niet geraakt door dit wetsvoorstel. Hun vergoedingen zijn niet belast.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA):

De europarlementariërs krijgen wel het standaardformulier voor de teruggave van de WAZ-premie. Daar sloeg mijn vraag op.

Minister De Vries:

Dat is juist. Dan is daarmee uw vraag beantwoord.

Ik wil graag mijn oordeel over het amendement geven. Er wordt voorgesteld, de drempel voor bijverdiensten met 2% te verhogen. Dit leidt tot een verhoging in orde van grootte van ƒ 3400. Ik vind dat de Kamer zelf zich een oordeel moet vormen over de drempel voor de neveninkomsten. Ik spreek daar geen oordeel over uit.

Het bijzondere van dit amendement is dat het zijn rechtvaardiging zoekt in de bruteringsoperatie. Er worden neveninkomsten genoten, terwijl er ook onkostenvergoedingen worden verstrekt waardoor de grenzen van de drempel eerder bereikt worden. Ik heb totaal geen inzicht in de neveninkomsten van Kamerleden en dat wil ik ook niet. Ik neem aan dat de Kamer daar systemen voor heeft. Ik weet dus ook niet of veel Kamerleden eerder de drempel bereiken omdat de fiscus onkostenvergoedingen als inkomen beschouwt. Als mij gevraagd was, een en ander in de gaten te houden en, zo nodig, te zijner tijd een correctie aan te brengen, had ik daar geen enkel bezwaar tegen gehad. Nu ligt het amendement echter op tafel. Ook gezien de hoogte van de bedragen waar het om gaat, lijkt mij dat hier geen overwegende bezwaren behoeven te bestaan, nog afgezien van de vraag of deze kwestie voor veel of weinig Kamerleden relevant is. Het gaat om een drempel waar de Kamer zelf over moet beslissen. Ik heb geen beeld van de inkomens uit neveninkomsten. Ik kan dus ook niet zeggen of deze verhoging daardoor gerechtvaardigd is.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag zal over beide wetsvoorstellen en het amendement worden gestemd.

Sluiting 23.15 uur

Naar boven