Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, morgen na de middagpauze te stemmen over de moties die zijn
voorgesteld bij het debat over de Staat van de Europese Unie. Dit schijnt
noodzakelijk te zijn omdat enkele van de moties een relatie hebben met een
dit weekend plaatsvindende bijeenkomst.
De voorzitter:
Ik stel voor, het verslag van het algemeen overleg Toetsingskader basisonderwijs
van de agenda af te voeren.
Ook stel ik voor, de spreektijden bij het debat over de uitzending naar
Eritrea en Ethiopië volgens de gebruikelijke verdeling vast te stellen
op respectievelijk 10 minuten, 7 minuten en 5 minuten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Verhagen.
De heer Verhagen (CDA):
Mevrouw de voorzitter! De fractie van het CDA wil naar aanleiding van
een bericht in De Telegraaf van hedenochtend de minister-president om opheldering
vragen over de vraag of minister Van Aartsen daadwerkelijk heeft gedreigd
met aftreden, tenzij de minister-president zijn uitlatingen van vrijdag jongstleden
zou herroepen, dan wel zijn excuses zou aanbieden. Voorts willen wij vernemen
of de minister-president zijn excuses heeft aangeboden. Ook willen wij in
de brief van de minister-president opheldering krijgen over de uitlatingen
van minister Van Aartsen tijdens het algemeen overleg, waarin hij stelde dat
de minister-president het met hem eens was. Ofwel, wat was het kabinetsbeleid
in dezen? Voorts wil de CDA-fractie van de minister-president een reactie
hebben op de kwalificatie van VVD-fractievoorzitter Dijkstal die het optreden
van premier Kok als oncollegiaal kwalificeerde, alsmede op de wens van de
heer Dijkstal dat de minister-president eigenlijk in het openbaar zijn excuses
zou moeten maken.
De heer Weisglas (VVD):
De CDA-fractie heeft uiteraard het recht om te vragen wat zij wil vragen,
maar mij moet toch een procedurele opmerking van het hart. De heer Verhagen
stelt nu een vraag – en ik neem aan dat die per brief aan de minister-president
wordt voorgelegd – die slaat op uitlatingen, gedaan in een algemeen
overleg dat, nota bene, in deze zaal is afgerond in de vorm van een VAO-debat
en een stemming over een motie. Ik vind het merkwaardig om nu terug te komen
op de inhoud van dat algemeen overleg.
De voorzitter:
Ik heb de indruk dat dit alles is gebaseerd op een artikel in de krant
van hedenochtend. U hebt gelijk dat het merkwaardig is, als het echt zou gaan
over de inhoud van het algemeen overleg. Als het erom gaat te
achterhalen waarop het krantenartikel is gebaseerd, dan denk ik dat het kan.
Mijnheer Verhagen, het lijkt mij goed als ik u zeg dat ik bereid ben het
stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
De heer Verhagen (CDA):
De betrokkenen zijn in deze zaal aanwezig en hebben het inmiddels dus
al gehoord, maar toch bedankt, voorzitter!
De voorzitter:
Het woord is aan de heer De Cloe.
De heer De Cloe (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! Om 14.00 uur begint een algemeen overleg over de
JBZ-raad, die op 17 oktober a.s. bij elkaar komt. Het is niet uitgesloten
dat dit overleg uitmondt in een verzoek om het verslag ervan morgen op de
Kameragenda te zetten. Dat is het laatste moment waarop er nog plenair over
zou kunnen worden gesproken. Op dit moment is dat allemaal nog niet zeker,
maar ik wil het desalniettemin toch graag onder de aandacht brengen, zodat
er wellicht rekening mee kan worden gehouden.
De voorzitter:
Naar ik begrijp, vergadert de JBZ-raad komende dinsdag. De vraag om een
verslag van een AO op de Kameragenda te plaatsen, komt meestal voort uit de
wens om over een onderwerp een uitspraak van de Kamer te vragen. Zo nodig
zal ik een nader voorstel op dit punt doen, maar iedereen moet dan wel goed
weten dat het zo moet worden ingericht dat eventuele stemmingen morgen na
de middagpauze kunnen plaatsvinden. Anders moet er later nog weer over worden
gestemd. Ik neem aan dat dit uw goedkeuring kan hebben.
De heer De Cloe (PvdA):
U hebt het goed begrepen, voorzitter.
De voorzitter:
Ik zal hierover later een voorstel doen, gehoord de uitkomst van het algemeen
overleg van hedenmiddag.