Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen op donderdag 12 oktober bij het begin van de vergadering:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake enkele technische aanpassingen (27266).

Ik stel voor, de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (pensioenopbouw, waarde-overdracht en waarde-overname, alsmede enige andere onderwerpen) (26043) van de agenda af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat de voor gisterenavond geplande interpellatie over de verkiezingen in het voormalige Joegoslavië niet door heeft kunnen gaan. U moet er rekening mee houden dat er een plenaire afronding, inclusief eventuele stemmingen, zal zijn na afloop van het algemeen overleg daarover in het Europa-overleg van hedenmiddag. Dit AO zal, naar mijn inschatting, plaatsvinden tussen vijf en zes uur vanmiddag. Aansluitend zal dan nog vóór de avondpauze worden gestemd.

De heer Hillen (CDA):

Voorzitter! Ik zou in dit verband willen vragen of u, als er een motie wordt ingediend, deze sowieso in stemming laat komen dan wel of u dit laat afhangen van het karakter van de motie.

De voorzitter:

Als ik zeg "u moet er rekening mee houden", dan is het antwoord op uw vraag daarin eigenlijk ingebouwd. Ik kan er niets over zeggen, want het is natuurlijk ook een beetje aan de indiener. Als het zoveel haast heeft dat het nog vanmiddag besproken moet worden, dan kan het ook zoveel haast hebben dat er nog over de motie gestemd moet worden.

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Gisteren, op Werelddierendag, stond het voor mij alarmerende bericht in NRC Handelsblad: Brinkhorst wil proef doen met varkensflats. Daarom zou ik een brief willen vragen aan de minister van LNV, waarin hij nadere uitleg geeft over het plan zoals het gisteren in NRC Handelsblad is gepubliceerd. De minister wil geld ter beschikking stellen voor een proef met een agroproductiepark in het Rotterdamse havengebied voor grootschalige industriële landbouw. Daar zouden 300.000 varkens en 1,2 miljoen kippen gehouden moeten worden in een gebouw van zes verdiepingen. Kortom, een computergestuurde vleesfabriek. Ik zou graag uitleg in de brief willen hebben over de volgende aspecten.

Dit plan van de minister lijkt in tegenspraak met de huidige beleidsdoelstellingen: terugdringen van de bio-industrie, en duurzame en biologische vormen van productie in deze sector stimuleren.

De voorzitter:

Maar, mijnheer Poppe, u weet zelf wel dat u nu bezig bent mondelinge vragen te stellen.

De heer Poppe (SP):

Nee, voorzitter. Ik wil...

De voorzitter:

Ja, u wilt ze schriftelijk beantwoord hebben; dat begrijp ik ook wel. Maar misschien kunt u iets korter zeggen wat de inhoud van de brief moet zijn, want anders kunt u beter een extra procedurevergadering van de vaste commissie aanvragen.

De heer Poppe (SP):

Dit zijn aspecten die ik nu wil noemen, waarop de minister zou moeten reageren in een brief.

In de nota Voedsel en groen gaat hij uit van kwaliteitsproductie in plaats van bulkproductie en daar is dit geheel mee in tegenstelling. De minister heeft gisterenavond nog bij Werelddierendag op TV1, bij de AVRO, lippendienst aan de biologische landbouw bedreven. En daarom...

De voorzitter:

Mijnheer Poppe, aangezien u kennelijk niet mee wilt werken, zal ik het u dan zeggen. Noemt u de onderwerpen die de minister in de brief moet behandelen en geeft u geen oordeel in de zin van wat u vindt van hetgeen de minister eerder gezegd heeft; noch hoeft u op te sommen wat de minister eerder gezegd heeft. U kunt de onderwerpen noemen die u in de brief behandeld wilt hebben.

De heer Poppe (SP):

Eén van de onderwerpen, zo heb ik aangegeven, betreft de mogelijke negatieve gevolgen voor de omschakeling naar biologische landbouw, omdat dit financieel een groot probleem is, juist vanwege de concurrentie, door de lage prijzen, van de bulkproductie. Daarom wil ik de minister vragen om een nadere uitleg over dit project. De minister zegt dat het een proef is...

De voorzitter:

Nee, mijnheer Poppe, het spijt me. Dan ontneem ik u het woord.

De heer Poppe (SP):

Pardon, mevrouw de voorzitter, ik moet toch een klein beetje aan kunnen geven...

De voorzitter:

Nee, mijnheer Poppe, ik ga hier over de procedures. Als u dat niet goedvindt, moet u dát aan de orde stellen. Zolang ik daarover ga, voer ik ze uit zoals we ze met elkaar afgesproken hebben. En dat is: als je een brief vraagt en die beantwoord wilt hebben, dan noem je de onderwerpen die je in de brief beantwoord wilt hebben en onthoud je je van commentaar, noch negatief, noch positief; noch hoef je precies op te sommen in welke context het staat.

De heer Poppe (SP):

De aspecten heb ik nu genoemd.

De voorzitter:

Dan zijn wij klaar!

De heer Poppe (SP):

Nee, voorzitter, de minister heeft nog een aspect genoemd, namelijk dat het een proef is om een ethische discussie op gang te brengen. Ik zou willen vragen of dat nog nodig is, omdat die discussie allang loopt.

De door mij genoemde aspecten zou ik graag in de brief beantwoord willen zien, alsmede de vraag uit welk potje de minister dit project denkt te financieren. Dat was het.

De voorzitter:

Ja, ik heb het goed gehoord.

De heer Geluk (VVD):

Wij hebben aanstaande maandag procedurevergadering. Het was waarschijnlijk veel beter geweest als de vragen van de heer Poppe daar gesteld waren en niet hier vandaag plenair.

De voorzitter:

Ook instemming met mijn beleid hoeft niet uitgesproken te worden, maar ik ben u er wel zeer dankbaar voor.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Barth.

Mevrouw Barth (PvdA):

Voorzitter! De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft vorige week een algemeen overleg gevoerd over het toezichtskader basisonderwijs. De uitkomst van dat debat is voor mijn fractie reden u te vragen het verslag van dat AO op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Kan dat volgende week, mevrouw Barth?

Mevrouw Barth (PvdA):

Dat is uitstekend, voorzitter.

De voorzitter:

Dan zal ik daartoe later een voorstel doen.

Naar boven