91ste vergadering

Dinsdag 26 juni 2001

14.00 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 137 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Arib, Atsma, Augusteijn-Esser, Bakker, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer, Bolhuis, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, De Cloe, Cornielje, Cörüz, Crone, Depla, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dijsselbloem, Van den Doel, Duijkers, Duivesteijn, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, De Haan, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Ten Hoopen, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Van Lente, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Molenaar, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, De Pater-van der Meer, Pitstra, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Slob, Smits, Snijder-Hazelhoff, Van Splunter, Spoelman, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, De Swart, Timmermans, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga en Zijlstra,

en de heren Van Aartsen, minister van Buitenlandse Zaken, Korthals, minister van Justitie, Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mevrouw Netelenbos, minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Vermeend, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Herfkens, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, en de heer Hoogervorst, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van Ardenne-van der Hoeven, wegens bezigheden elders;

Udo, wegens bezigheden elders, de gehele week;

Leers, wegens verblijf buitenslands;

Swildens-Rozendaal, Dittrich en Van 't Riet, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Hermann, wegens bezigheden elders, het eerste gedeelte van de vergadering.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan de heer Te Veldhuis tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Te Veldhuis:

voorzitter der commissie

Voorzitter. De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer J. ten Hoopen te Zoetermeer. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor, hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij wel eerst de eden af te leggen, zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad 120. De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik bedank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

De heer J. ten Hoopen is in het gebouw der Kamer aanwezig.

Ik verzoek de griffier hem binnen te leiden.

Nadat de heerVoorzitter Ten Hoopen door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eden af.

De voorzitter:

Ik wens u geluk met uw benoeming en verzoek u, in ons midden plaats te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven