Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Van 't Riet tot lid in plaats van het lid Ter Veer, en het lid Ter Veer tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van 't Riet.

Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u hierbij om een verslag van een algemeen overleg op de plenaire agenda te zetten. Het betreft het algemeen overleg van 15 mei jongstleden met de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Onderwijs over de transparantie van de financiële verhoudingen en onderwijshuisvesting. Dit heeft geen grote haast, het mag ook volgende week.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer hierover later een voorstel doen.

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Er is opnieuw sprake van oplaaiend geweld in Ambon, en tegelijkertijd zijn er berichten dat de aanwezigheid van een Nederlandse missie, onder leiding van de Nederlandse ambassadeur in Indonesië, blijkbaar ook van invloed is geweest op het uitbreken van het geweld. Over de actuele situatie in Ambon wil ik de minister van Buitenlandse Zaken vragen om een brief.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Het Energiecentrum Nederland (ECN) heeft op 6 mei een onderzoek gepubliceerd, waaruit blijkt dat de milieukwaliteit van importstroom steeds slechter wordt, en steeds meer wordt opgewekt met kolen en kernenergie. Daardoor neemt de milieukwaliteit van aan Nederland geleverde stroom af. Ik verzoek de ministers van EZ en van VROM om een reactie op dit rapport. Kunnen zij ingaan op de constatering van het EVN dat het slecht is gesteld met de transparantie: het is erg moeilijk om aan informatie te komen over de milieukwaliteit van stroom. Ten slotte vraag ik het kabinet, ook de gevolgen die dit heeft voor de schonere energieopwekking in Nederland aan te geven. Ik noem als voorbeeld de Berkelcentrale, die relatief schone stroom levert en moet worden gesloten. Ik vraag de ministers, op redelijk korte termijn deze brief aan de Kamer te sturen, zodat wij zo nodig nog voor het zomerreces hierover kunnen debatteren.

De heer Van Dijke (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik wil dit verzoek graag ondersteunen, met een vraag daarbij over de verwachtingen van de regering over de ontwikkelingen op langere termijn.

De heer Van Walsem (D66):

Voorzitter. We hebben morgen een algemeen overleg met de minister van Economische Zaken over aansluittarieven, importcapaciteit etc. Dus volgens mij kan het morgen ook.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Volgens mij gaat het overleg morgen echt over de importcapaciteit, en dat is iets anders dan de kwaliteit van de importstroom. Het lijkt mij daarom goed, een uitgebreide reactie te vragen op het door mij genoemde onderzoek, en daarover zo nodig nog eens apart te debatteren.

De heer Van Walsem (D66):

Het ging toch over import van vuile stroom?

De heer Klein Molekamp (VVD):

Voorzitter. VoorzitterIk was in zoverre verbaasd over het verzoek van mevrouw Vos, dat deze elementen allemaal aan de orde zijn geweest bij de bespreking van de Klimaatnota. Toen wisten wij dat deze elementen zouden voorkomen. Sterker nog: als we de lijn van mevrouw Vos hadden gevolgd, was het nog sterker gebeurd. Maar dat is een ander chapiter! Wat dat betreft, lijkt mij dus sprake van een zekere overbodigheid.

De voorzitter:

Het lijkt mij het verstandigst dat ik de Kamer voorstel, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, met alles wat hier is gezegd over dit onderwerp, door te geleiden naar het kabinet. Ik voeg daar nog aan toe dat het misschien verstandig is, die brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. Misschien kan de een of ander daarmee nog zijn voordeel doen bij het algemeen overleg van morgen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Meijer.

De heer Meijer (CDA):

Voorzitter. Eind vorige week is een rapport van het RIVM en het LEI verschenen over het berekende mestoverschot in Nederland. De cijfers vallen 60% lager uit dan wat de ministers tot nu toe hebben gehanteerd. Ik vraag om een brief van het kabinet waarin wordt ingegaan op de vraag, of dit aanleiding is om het beleid met betrekking tot de Meststoffenwet en het ammoniakbeleid tussentijds aan te passen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Balkenende.

De heer Balkenende (CDA):

Voorzitter. Vorige week vernamen wij dat de premier aan de minister van Financiën om informatie heeft verzocht over – ik citeer uit de kranten – de uit de hand lopende inflatie en de hoge loonstijgingen. In dat kader werd er melding van gemaakt dat er een notitie aan het kabinet zou zijn gepresenteerd die vrijdag aan de orde was geweest. Het lijkt mij dat het onderwerp inflatie van buitengewoon groot belang is. Ik wijs in dat kader op de mededelingen van de president van De Nederlandsche Bank en die van de directeur van het Centraal planbureau, die uiteenlopende geluiden laten horen. Ik denk dat wij baat hebben bij extra informatie van het kabinet over dit onderwerp en zou graag zien dat een eventuele kabinetsnotitie aan de Kamer wordt gezonden, inclusief de budgettaire aspecten die hieraan verbonden zijn. Als er geen notitie is, krijgen wij graag een brief van het kabinet over dit onderwerp, zodat wij die informatie kunnen betrekken bij de behandeling van de voorjaarsnota en bij andere zaken die op het ogenblik aan de orde zijn. Deze onderwerpen zijn van dusdanig belang, dat er meer informatie over moet komen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter. Op 18 januari heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken overleg gevoerd met de minister van Binnenlandse Zaken over de trage afhandeling van beroepszaken bij de Raad van State. Bij die gelegenheid heeft de minister een voortgangsverslag over de reorganisatie bij die afdeling toegezegd voor begin mei. Dat hebben wij nog niet ontvangen, terwijl de Tweede Kamer volgende week met de Raad van State gaat spreken, mede over dit onderwerp. Kan een verzoek worden doorgestuurd, waarbij de minister van Binnenlandse Zaken wordt uitgenodigd per ommegaande die gegevens te verschaffen?

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven