Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, woensdag 23 mei de vergadering om 10.15 uur te beginnen.

Ik stel voor, te behandelen donderdag aanstaande bij het begin van de vergadering de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (27464, nrs. 65 t/m 69).

Ik stel voor, de spreektijden bij de brief IC pasgeborenen vast te stellen op vijf minuten per fractie en een tweede termijn uitsluitend te gebruiken voor het voorstellen van moties.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel nog mee dat het VAO Afrikabeleid in verband met de beschikbaarheid van de minister van Buitenlandse Zaken hedenmiddag niet kan plaatsvinden.

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter! De afgelopen weken zijn er de nodige acties gevoerd in de zorg. Eerst waren het de huisartsen en sinds vorige week zijn er acties in de ziekenhuizen. Ik heb begrepen dat de minister van VWS en indirect via haar de minister-president zich met deze laatste acties heeft bemoeid.

Ik verzoek de Kamer, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar aanleiding van deze acties te mogen interpelleren.

De voorzitter:

Ik zal hieromtrent de Kamer later een voorstel doen. Misschien kunt u dan de interpellatievragen zo snel mogelijk inleveren?

Mevrouw Kant (SP):

Dat zal ik doen, voorzitter.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! De verkiezingen in Italië hebben duidelijk gemaakt dat er onvermijdelijk een regering onder leiding van de heer Berlusconi zal komen. Mijn fractie hecht eraan dat de EU een duidelijke lijn kiest ten opzichte van die regering. Tot op heden hebben wij moeten vaststellen dat er vanuit de verschillende Europese hoofdsteden verschillende reacties komen. Ik vraag de regering om een brief waarin zij ons helder maakt wat de houding van de Nederlandse regering ten opzichte van deze nieuwe regering zal zijn, wat het standpunt van de EU zal zijn en op welke wijze de EU tot nu toe de komst van deze nieuwe regering heeft voorbereid. Tot slot vraag ik de regering hoe de EU de monitoring van het beleid van deze nieuwe regering voorbereidt en vormgeeft.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wijn.

De heer Wijn (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Vorige week vernamen wij gelukkig dat de hongerstaking van een aantal uitgeprocedeerde, afgewezen Koerdische asielzoekers is beëindigd. Wij zouden graag van de regering een brief ontvangen waarin wordt aangegeven wat precies de toedracht rond die beëindiging is geweest, welke toezeggingen al dan niet gedaan zijn en wanneer op basis van de gezondheid van deze personen de opvang naar verwachting kan worden beëindigd.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van 't Riet.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Voorzitter! Uit de brieven van de minister van Defensie van 1 en 10 mei blijkt dat de meerkosten van de vredesoperatie in Ethiopië en Eritrea zijn opgelopen tot 145 mln gulden. De brieven gaan niet in op een aantal aspecten, die erg onduidelijk zijn: de coördinerende rol van de chef Defensiestaf, de afstemming tussen de krijgsmachtdelen, de kosten voor externe werving en de problemen op het punt van de operationele gereedheid voorafgaande aan de uitzending. Ik vraag de minister van Defensie om in een brief deze aspecten zo spoedig mogelijk te verhelderen. Aanvullend vraag ik om het openbaar maken en het naar de VoorzitterKamer zenden van het accountantsrapport. Na ontvangst daarvan kan worden bezien hoe nader door de Kamer kan worden gehandeld. Mijn fractie overweegt een verzoek in te dienen om de minister te mogen interpelleren of om een spoeddebat te houden; daarom wil ik graag op een zo kort mogelijke termijn antwoord.

De voorzitter:

Die brieven staan al op de agenda van de procedurevergadering van deze week.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Dat is mij een minuut geleden meegedeeld. Daar heb ik alle begrip voor. Het kan ook via de procedurevergadering, maar u weet net als ik dat een verzoek om een interpellatie niet via een procedurevergadering wordt gedaan, maar door een individueel lid.

De voorzitter:

Over een brief die al op een agenda van de Kamer staat, kan men geen interpellatie aanvragen. Dat probeer ik u duidelijk te maken.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

De door mij gevraagde aanvullende informatie staat nog niet op papier; daar is dus nog geen brief over.

De heer Valk (PvdA):

Voorzitter! Het is in onze commissie een goede gewoonte dat alle brieven van de minister aan de commissie geagendeerd worden voor de procedurevergadering. Het is dus geen verrassing dat de brief geagendeerd is. De procedurevergadering wordt komende donderdagochtend om 10.15 uur gehouden. Wellicht is dat het moment om te bezien hoe verder in deze kwestie geprocedeerd kan worden.

De voorzitter:

Kunnen wij niet afspreken dat dit verzoek van mevrouw Van 't Riet wordt doorgeleid naar het kabinet? Zij vraagt immers om spoed. Ik neem aan dat de minister dan in staat is om de Kamer voor donderdag de door mevrouw Van 't Riet gevraagde nadere informatie te verschaffen; dan kunt u in de procedurevergadering gezamenlijk bekijken wat u daar verder mee wilt doen.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Ik vind het uitstekend dat wij zo procederen, maar ik heb een aanvullende vraag die ik graag opgenomen wil zien in het naar het kabinet door te geleiden stenogram: waarom heeft de minister de Kamer vooruitlopend op de uitzending niet geïnformeerd over de overschrijding van de kosten?

De voorzitter:

Ik vind het prima. Dit is echter niet de manier waarop de Kamer moet omgaan met brieven van het kabinet. Als donderdag te laat is, dan had er een extra procedurevergadering aangevraagd moeten worden. Nu het echter zo is gegaan, stel ik voor om dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet en daarbij aan te geven dat de Kamer voor donderdagochtend antwoord wil hebben. Men kan dan bekijken hoe men er verder mee wil omgaan.

De heer Valk (PvdA):

Ik heb hier geen bezwaar tegen. Ik constateer echter dat er nu twee procedures parallel lopen. Normaal gesproken kunnen dit soort aanvullende vragen geformuleerd worden als een brief wordt besproken in een procedurevergadering. Nu worden er twee sporen bewandeld.

De voorzitter:

Dat is al geconstateerd. Mijn voorstel is daarom de beste oplossing. Misschien dat men gezamenlijk in de procedurevergadering voor de vaste commissie voor Defensie iets kan afspreken over het vervolg.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Verburg.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter! Toen de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Herfkens, in augustus 1998 aantrad had zij één hoofddoel: aantonen dat ontwikkelingshulp helpt. Inmiddels zijn wij bijna drie jaar verder. Een ambassadeur heeft via een stuk in de Volkskrant laten weten dat hulp niet helpt. Wie schetst onze verbazing toen wij vervolgens de reactie van de minister hoorden, inhoudende dat zij het volstrekt met deze ambassadeur eens is.

De voorzitter:

Mevrouw Verburg, u heeft samen met vier andere Kamerleden schriftelijke vragen over dit onderwerp gesteld. Dat kan het niet zo zijn dat het onderwerp via de regeling van werkzaamheden wederom aan de orde komt.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik wil een vraag stellen over de reactie van de minister. Ik heb vragen gesteld over het stuk van de ambassadeur, de heer Marres.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering even. In die schorsing kunnen wij het dan hierover hebben, mevrouw Verburg. Daarna gaan wij verder.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

In goed overleg met mevrouw Verburg zijn wij uit het procedurele geschil gekomen. U zult allemaal nog wel merken hoe dat opgelost is.

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Het voordeel van een bijna lege zaal is dat niemand je tegenspreekt.

De voorzitter:

Ik wel, hoor.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Ja, wij kennen elkaar een paar jaar.

Mevrouw de voorzitter! Het kwam bij het mondelinge vragenuur al even aan de orde. Het kabinet is er eind april in geslaagd om in ieder geval over een deel van de begroting voor 2002 overeenstemming te verkrijgen. De minister-president heeft daar op een persconferentie ook uitgebreid melding van gemaakt. Er is geen enkel stuk naar de Kamer gestuurd en er is geen enkel persbericht verschenen. Wij verzoeken de minister van Financiën echter wel om bij de Voorjaarsnota, die binnenkort naar de Kamer zal worden gestuurd, een doorkijk te geven naar 2002. Dan beschikken wij in ieder geval over de belangrijkste informatie, die overigens ook publiekelijk bekend is gemaakt in de nacht van 28 april.

De heer Melkert (PvdA):

Voorzitter! Ik vind het een begrijpelijk verzoek van de heer Rosenmöller. De afstand tussen wat wij in de kranten lezen en de informatie die wij als Kamer krijgen, is wel erg groot geworden. Ik vind het van belang dat het kabinet in het bijzonder ingaat op de arbeidsmarktknelpunten in de publieke sector en daarmee een vervolg geeft aan de brief die eerder is geschreven naar aanleiding van het rapport-Van Rijn.

De voorzitter:

Ik neem aan dat de heer Rosenmöller er geen bezwaar tegen heeft om dat eraan toe te voegen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Als het in aanvulling op mijn verzoek is en er niets op afdingt, dan kan het alleen maar goed zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, maar dan ook in zijn geheel, door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven