Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend tijdens het notaoverleg over seksueel misbruik kinderen, te weten:

- de motie-Van der Staaij c.s. over strafbaarstelling van virtuele kinderpornografie (26690, nr. 5).

(Zie notaoverleg van 15 mei 2000.)

De voorzitter:

De motie-Van der Staaij c.s. (26990, nr. 5) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de mogelijkheden tot digitale manipulatie van bestaand beeldmateriaal bewijsproblemen opleveren ten aanzien van kinderpornografische afbeeldingen waaraan daadwerkelijk seksueel misbruik van kinderen ten grondslag ligt;

voorts overwegende, dat via technische manipulatie verkregen kinderpornografische afbeeldingen waarin de schijn van een seksuele gedraging ten aanzien van een bestaand kind wordt gewekt, beschadigend kunnen zijn voor dat kind;

constaterende, dat het kabinet heeft betoogd dat de rechtvaardiging voor strafbaarstelling mede gelegen kan zijn in het voorkomen van schade als gevolg van het in omloop brengen van beeldmateriaal dat seksueel misbruik suggereert en het kabinet voorts heeft gesteld dat zich in internationaal verband een zekere consensus lijkt af te tekenen voor strafbaarstelling van virtuele kinderpornografie;

verzoekt de regering bij de aangekondigde wijzigingen van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht de mogelijkheid van uitbreiding van de strafbaarstelling tot (bepaalde vormen van) virtuele kinderpornografie te onderzoeken, in het bijzonder ten aanzien van die gevallen waarin de reële schijn wordt gewekt dat een kind is misbruikt, en daarbij in ieder geval te komen met concrete voorstellen die in het belang van een effectieve vervolging van kinderpornografische afbeeldingen de hierboven genoemde bewijsvoeringsproblemen zoveel mogelijk kunnen wegnemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (26690).

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Staaij c.s. (26690, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven