Aan de orde zijn de stemmingen over negen moties, ingediend tijdens het wetgevingsoverleg over het onderdeel Visserij van de begroting van LNV, te weten:

- de motie-Van Ardenne-van der Hoeven c.s. over registratie van handel in zoetwatervis (26800 XIV, nr. 53);

- de motie-Hermann/O.P.G. Vos over aquacultuur (26800 XIV, nr. 54);

- de motie-Hermann/Augusteijn-Esser over vangst- en dodingsmethoden van vissen (26800 XIV, nr. 55);

- de motie-O.P.G. Vos c.s. over quota als beheersmaatregel (26800 XIV, nr. 56);

- de motie-O.P.G. Vos c.s. over vangstregulerende maatregelen voor schepen onder buitenlandse vlag (26800 XIV, nr. 57);

- de motie-Augusteijn-Esser over aanlanding van bijvangsten (26800 XIV, nr. 58);

- de motie-Augusteijn-Esser/Hermann over de mechanische kokkelvisserij (26800 XIV, nr. 59);

- de motie-Van der Vlies c.s. over visstroperij (26800 XIV, nr. 60);

- de motie-Van der Vlies c.s. over visstandbeheersplannen (26800 XIV, nr. 61).

(Zie wetgevingsoverleg van 6 december 1999.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Augusteijn-Esser stel ik voor, haar motie (26800-XIV, nr. 58) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van de heer O.P.G. Vos stel ik voor, zijn motie (26800-XIV, nr. 57) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van mevrouw Hermann stel ik voor, haar motie (26800-XIV, nr. 55) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Herrebrugh (PvdA):

Voorzitter! De motie op stuk nr. 59 van mevrouw Augusteijn-Esser en mevrouw Hermann heeft betrekking op de kokkelvisserij in de Waddenzee. In de motie wordt uitgesproken dat deze vorm van visserij niet past bij het beheer van de Waddenzee. De regering wordt verzocht op korte termijn een aanpak te presenteren teneinde deze vorm van visserij onmogelijk te maken.

De Partij van de Arbeid is tegen deze motie en niet eens zozeer omdat wij ervan overtuigd zijn dat het zo'n milieuvriendelijke manier van vissen is. Wij zijn echter ook niet overtuigd van het tegendeel. Daarnaar loopt namelijk een onderzoek. Dat onderzoek loopt in de eerste plaats in het kader van het bestaande beleid van de structuurnota Kust- en zeevisserij. Op dit ogenblik wordt de tweede tranche, tot het jaar 2003, bekeken. Voorts loopt er een onderzoek naar aanleiding van een motie die nog in juni van dit jaar door de Kamer is aanvaard. De regering is daarin gevraagd een onderzoek uit te voeren naar onder andere de oorzaken van het tegenvallen van biotoopontwikkelingen in de Waddenzee. Bekeken wordt of deze vorm van visserij of andere visserijactiviteiten onwenselijk zijn voor het beheer van de Waddenzee. Wij hebben in de motie vooral gevraagd criteria te ontwerpen die in de nieuwe PKB Waddenzee kunnen worden opgenomen.

Om die twee redenen vindt de Partij van de Arbeid dat de motie te vroeg is en niets toevoegt aan de discussie. Zij zal ertegen stemmen.

In stemming komt de motie-Van Ardenne-van der Hoeven c.s. (26800-XIV, nr. 53).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hermann/O.P.G. Vos (26800-XIV, nr. 54).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, het CDA, het GPV en de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-O.P.G. Vos c.s. (26800-XIV, nr. 56).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Augusteijn-Esser/Hermann (26800-XIV, nr. 59).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige leden ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies c.s. (26800-XIV, nr. 60).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies c.s. (26800-XIV, nr. 61).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven