Aan de orde zijn de stemmingen over 31 moties, ingediend bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken, te weten:

- de motie-Van Ardenne-van der Hoeven over kindsoldaten (26800 V, nr. 35);

- de motie-Eurlings c.s. over het instellen van deellidmaatschappen bij de EU (26800 V, nr. 36);

- de motie-Eurlings c.s. over samenwerkingsrelaties met niet-EU-landen in Europa (26800 V, nr. 37);

- de motie-Koenders c.s. over conflictpreventie (26800 V, nr. 38);

- de motie-Koenders/Hoekema over de NAVO en nucleaire wapenbeheersing (26800 V, nr. 39);

- de motie-Koenders c.s. over het gemeenschappelijk Europees defensiebeleid (26800 V, nr. 40);

- de motie-Koenders c.s. over de doodstraf (26800 V, nr. 41);

- de motie-M.B. Vos over economische sancties tegen Servië (26800 V, nr. 42);

- de motie-M.B. Vos c.s. over de neveneffecten van omvangrijke economische sancties (26800 V, nr. 43);

- de motie-M.B. Vos over het verwijderen van kernwapens uit Nederland (26800 V, nr. 44);

- de motie-M.B. Vos over de top te Helsinki (26800 V, nr. 45);

- de motie-M.B. Vos over co-decisie van het Europees Parlement bij het landbouwbeleid (26800 V, nr. 46);

- de motie-Van den Doel c.s. over de financiële bijdragen aan internationale organisaties (26800 V, nr. 47);

- de motie-Wilders c.s. over de situatie in het Midden-Oosten (26800 V, nr. 48);

- de motie-Wilders c.s. over de bestrijding van het terrorisme (26800 V, nr. 49);

- de motie-Wilders c.s. over het moslim-extremisme (26800 V, nr. 50);

- de motie-Hoekema c.s. over het project klantvriendelijke visumverlening (26800 V, nr. 51);

- de motie-Hoekema c.s. over een nationaal mensenrechteninstituut (26800 V, nr. 52);

- de motie-Van den Berg c.s. over waterbeheer als onderdeel van internationale hulp (26800 V, nr. 53);

- de motie-Van Middelkoop over het Europees veiligheids- en defensiebeleid (26800 V, nr. 54);

- de motie-Van Middelkoop/Van den Berg over een historisch onderzoek naar de overdracht van Nederlands Nieuw-Guinea (26800 V, nr. 55);

- de motie-Van Ardenne-van der Hoeven/Ter Veer over het mandaat van het Centrum voor importbevordering (26800 V, nr. 59);

- de motie-Van Ardenne-van der Hoeven over het ORET-Miliev-programma (26800 V, nr. 60);

- de motie-Dijksma c.s. over stedelijke armoedebestrijding (26800 V, nr. 61);

- de motie-Ter Veer c.s. over het beschikbaar stellen van HIV-aids-vaccins (26800 V, nr. 62);

- de motie-Karimi/Van Middelkoop over het financieren van milieudoelstellingen met ontwikkelingsgelden (26800 V, nr. 63);

- de motie-Karimi c.s. over voldoende inspanningen op het terrein van het milieu (26800 V, nr. 64);

- de motie-Karimi over Honduras (26800 V, nr. 65);

- de motie-Karimi over het Jan Vrijmanfonds (26800 V, nr. 66);

- de motie-Hessing c.s. over het bevorderen van onder meer de lokale economie (26800 V, nr. 67);

- de motie-Remak c.s. over het belang van basisonderwijs voor de armoedebestrijding (26800 V, nr. 68).

(Zie vergadering van 9 december 1999.)

De voorzitter:

De motie-Koenders/Hoekema (26800-V, nr. 39) is ingetrokken en maakt derhalve geen onderdeel meer uit van de stemmingen.

De motie-Van Ardenne-van der Hoeven (26800-V, nr. 35) is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering het daarheen te leiden dat het bijbehorende optioneel protocol tegen kindsoldaten volgens de 18/18 formule door Nederland getekend kan worden,".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 72 (26800-V).

De motie-Koenders c.s. (26800-V, nr. 40) is in die zin gewijzigd, dat de overweging thans luidt:

"overwegende, dat de vorming van een Europese militaire capaciteit, zoals geformuleerd in het voortgangsrapport van het Finse voorzitterschap en geaccordeerd in de Algemene Raad van 6 december jl., en andere vormen van intensieve Europese defensiesamenwerking een belangrijk onderdeel uitmaakt van deze ontwikkeling;".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 73 (26800-V).

De motie-M.B. Vos (26800-V, nr. 42) is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering in EU-verband te pleiten voor het opschorten van economische sancties tegen Servië, met uitzondering van het wapenembargo, en het aanscherpen van psychologische en financiële sancties gericht tegen het regime, en het niet verlenen van visa aan leden van het regime en hun familie,".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 75 (26800-V).

De motie-Van den Berg c.s. (26800-V, nr. 53) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in het licht van waterverontreiniging en zeespiegelstijging, goed waterbeheer en bescherming tegen hoogwater voor veel ontwikkelingslanden een essentiële bestaansvoorwaarde zijn;

voorts constaterende, dat het belang van geïntegreerd waterbeheer in toenemende mate in internationale fora voor ontwikkelingssamenwerking wordt onderkend;

verzoekt de regering waterbeheer tot geïntegreerd onderdeel van de bilaterale hulp en van het themaspecifieke hulpinstrument van het milieuprogramma te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Van den Berg, Van Ardenne-van der Hoeven, Ter Veer, Van Middelkoop en Karimi.

Zij krijgt nr. 74 (26800-V).

Deze gewijzigde moties zijn rondgedeeld. Ik neem aan, dat wij daar nu over kunnen stemmen.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Ardenne die daarom heeft gevraagd.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Ik wil graag namens mijn fractie de gewijzigde motie over kindsoldaten op stuk nr. 72 aanhouden, omdat vanmiddag deze kwestie uitgebreid aan de orde komt tijdens het debat over de defensiebegroting. Wellicht kan de motie later deze week nog in stemming gebracht worden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Ardenne stel ik voor, haar gewijzigde motie (26800-V, nr. 72) van de agenda af te voeren en toe te voegen aan de behandeling van de defensiebegroting.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Mevrouw de voorzitter! De heer Van den Berg en ik hebben in onze motie op stuk nr. 55 gevraagd om een historisch onderzoek naar de overdracht van Nederlands Nieuw-Guinea. Minister Van Aartsen heeft daar vorige week zodanig positief op gereageerd, dat ik de motie nu kan intrekken.

De voorzitter:

De motie-Van Middelkoop/Van den Berg (26800-V, nr. 55) is ingetrokken en maakt derhalve geen onderdeel meer uit van de stemmingen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Hoekema (D66):

Voorzitter! Ik wil graag een stemverklaring afleggen over de motie op stuk nr. 44 over nucleaire ontwapening. Mijn fractie deelt de bezorgdheid van de indienster van de motie, mevrouw Vos, over de stagnatie in het proces van nucleaire ontwapening. Een van de elementen om daarin beweging te brengen, is een verdere denuclearisering van Europa. Verwijdering van kernwapens uit Europese landen waaronder Nederland kan daaraan aan bijdrage leveren. Mijn fractie zou daarover vooral discussie in NAVO-verband gevoerd willen zien. Dat element is niet vermeld in de motie op stuk nr. 44 van mevrouw Vos. Daarom zal mijn fractie tegen die motie stemmen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Ik wil graag een stemverklaring afleggen met betrekking tot de gewijzigde motie-Koenders c.s. ter vervanging van die op stuk nr. 40 en de motie op stuk nr. 54 van de heer Van Middelkoop met betrekking tot de Europese defensie-identiteit. Mijn fractie volgt de ontwikkelingen op dit vlak met positieve belangstelling. Wij vinden het belangrijk dat Europa zelf effectiever en sneller kan optreden waar het gaat om mensenrechtenschendingen en vredeshandhaving op Europees grondgebied.

Wij hebben wel een aantal kritische kanttekeningen bij deze ontwikkelingen. Wat ons betreft, is een aantal randvoorwaarden heel belangrijk, zoals de verdere versterking van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, waarbinnen deze defensiepoot zou moeten passen, versterking van de democratische controle en zeker ook versterking van de niet-militaire poot van deze ontwikkeling, dus versterking van alles wat met conflictpreventie te maken heeft.

Wij vinden dan ook dat de gewijzigde motie van de heren Koenders, Eurlings en Hoekema iets te hard van stapel loopt. Dat is voor ons reden om ertegen te stemmen.

De motie van de heer Van Middelkoop vinden wij anderzijds iets te terughoudend ten aanzien van deze ontwikkelingen. Wij wachten graag de verdere ontwikkelingen naar aanleiding van het overleg in Helsinki af en zullen vandaag tegen deze motie stemmen.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter! Ik wil een stemverklaring afleggen over de motie op stuk nr. 44 van mevrouw Vos over het verwijderen van kernwapens uit Nederland. Volgend jaar is een belangrijk jaar. Dan wordt de toetsingsconferentie van het Non-proliferatieverdrag gehouden. In dat kader hebben wij vorig jaar en ook dit jaar een motie ingediend bij de begrotingsbehandeling, gericht op de progressieve uitfasering van tactische nucleaire wapens uit Europa. Wij hebben de minister gevraagd daartoe een initiatief te nemen in het kader van de NAVO. De minister heeft dat toegezegd. In dat licht hebben wij onze motie ingetrokken. Wij vinden onze formulering over het NAVO-kader sterker en gaan niet in op de specifieke vermelding van Volkel. Daarom zullen wij tegen de motie van mevrouw Vos stemmen.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Vos stel ik voor, haar gewijzigde motie (26800-V, nr. 75) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Eurlings c.s. (26800-V, nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66, de VVD, het CDA en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Eurlings c.s. (26800-V, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Koenders c.s. (26800-V, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Koenders c.s. (26800-V, nr. 73).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66 en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Koenders c.s. (26800-V, nr. 41).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-M.B. Vos c.s. (26800-V, nr. 43).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-M.B. Vos (26800-V, nr. 44).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-M.B. Vos (26800-V, nr. 45).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-M.B. Vos (26800-V, nr. 46).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Doel c.s. (26800-V, nr. 47).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wilders c.s. (26800-V, nr. 48).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wilders c.s. (26800-V, nr. 49).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige ledenVoorzitter van de fractie van de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wilders c.s. (26800-V, nr. 50).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hoekema c.s. (26800-V, nr. 51).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hoekema c.s. (26800-V, nr. 52).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en de SGP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van den Berg c.s. (26800-V, nr. 74).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Middelkoop (26800-V, nr. 54).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Ardenne-van der Hoeven/Ter Veer (26800-V, nr. 59).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Ardenne-van der Hoeven (26800-V, nr. 60).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijksma c.s. (26800-V, nr. 61).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ter Veer c.s. (26800-V, nr. 62).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Karimi/Van Middelkoop (26800-V, nr. 63).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Karimi c.s. (26800-V, nr. 64).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Karimi (26800-V, nr. 65).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Karimi (26800-V, nr. 66).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Hessing c.s. (26800-V, nr. 67).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Remak c.s. (26800-V, nr. 68).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven