Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Rabbae aan de staatssecretaris van Justitie, over medische-verloskundige problemen in de AZC's.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Het televisieprogramma Netwerk heeft afgelopen vrijdagavond een alarmerend beeld geschetst van de verloskundige hulpverlening en de kraamzorg ten behoeve van zwangere vrouwen in een aantal asielzoekerscentra in Drenthe. Dat beeld wordt getypeerd door een aantal kenmerken. Ik noem problemen bij het vervoer voor zwangere vrouwen. Tevens worden zwangere vrouwen verplaatst van het ene naar het andere centrum tegen de afspraken in. Een vrouw die geen geld had voor babyvoeding, was aangewezen op het gebruiken van warm water met suiker. Daarnaast hebben wij gehoord dat de opvang van zwangere vrouwen, met name Dublinclaimanten, problemen oplevert. Men kent de rechten voor opvang niet voor en na de bevalling. Hierdoor is een vrouw in een crisissituatie terechtgekomen. Voor mijn fractie zijn dit redenen genoeg om de staatssecretaris de volgende vragen te stellen.

1. Is de staatssecretaris van mening dat deze problemen zich alleen afspelen in asielzoekerscentra in Drenthe? Of is dit een algemeen beeld?

2. Is de staatssecretaris bereid een onderzoek te laten verrichten naar deze signalen en problemen?

3. Is hij ook bereid om voor de regeling verstrekkingen asielzoekers, die voor deze opvang geldt, algemene criteria te ontwikkelen voor alle asielzoekerscentra, zodat de algemene regels duidelijk zijn en de ene directeur anders handelt dan de andere?

4. Is de staatssecretaris bereid om, wat de Dublinclaimanten betreft, de criteria die gelden voor opvang van mensen die medische hulp behoeven, duidelijk te maken zodat men weet waaraan men toe is?

Staatssecretaris Cohen:

Mevrouw de voorzitter! Misschien is het goed om kort een uiteenzetting te geven over de wijze waarop in dit soort situaties wordt gehandeld. De medische staf in een asielzoekerscentrum zorgt ervoor dat een zwangere asielzoekster een intake en een medisch onderzoek krijgt, en naar de reguliere verloskundige hulpverlening toe wordt geleid. In de toegeleidingsgesprekken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met specifieke wensen die te maken kunnen hebben met de culturele achtergrond van betrokkenen. Aangezien de bevallingen in principe in het ziekenhuis plaatsvinden, wordt eveneens voorlichting gegeven over ziekenhuisopnamen. De medische staf zorgt voor kraamzorg indien de bevalling onverhoopt op het centrum plaatsvindt. Geruime tijd voor de verwachte bevallingsdatum wordt door het COA een babypakket verstrekt dat onder meer babykleertjes bevat. Ik voeg dit eraan toe, omdat op dit punt problemen zouden zijn ontstaan. In Drenthe wordt de kraamzorg verleend door Thuiszorg Drenthe. Die thuiszorg wordt ingekocht door de ziektekostenverzekeraar. AZC Hooghalen, dat in de uitzending van Netwerk werd genoemd, beschikt voor thuisbevallingen over twee kraamkamers.

De uitzending van Netwerk ging over een klacht van een asielzoekster over de zorg na de bevalling door de medische opvang in dat AZC. Op grond van door het COA verstrekte informatie kom ik tot de conclusie dat de begeleiding door de medische opvang in het AZC niet tekort heeft geschoten. De medische opvang heeft mevrouw eerdergenoemde standaardzorg verleend. Bovendien heeft de medische opvang in het centrum aan mevrouw en haar kind extra begeleiding geboden in de periode na de bevalling. Wat de positie van de verloskundige betreft, die eveneens in de uitzending van Netwerk aan het woord kwam, meld ik de Kamer dat betrokkene niet in dienst is van het COA, maar zijn werkzaamheden verricht op grond van een contract met de zorgverzekeraar. Naar aanleiding van problemen die rond deze verloskundige zijn gerezen – ik weet niet of er een zekere relatie is tussen deze problemen en het feit dat in de publiciteit is gekomen – is de zorgverzekeraar in gesprek met de verloskundige praktijk in Assen, waarbij betrokkene is aangesloten. Ik moet de Kamer meedelen dat de directie van het centrum de mening van de verloskundige weerlegt dat kraamzorg ten behoeve van de centra tekortschiet. De directie van dit centrum heeft de inspectie voor de gezondheidszorg dan ook gevraagd een oordeel te vellen over de kraamzorg en de verloskundige zorg in de centra in Westerbork en Hooghalen. Hiermee heb ik in ieder geval ook de tweede vraag van de heer Rabbae beantwoord.

In feite heb ik ook de eerste vraag beantwoord. De problemen beperken zich tot Drenthe. Als er al sprake is van problemen in Drenthe, is er naar mijn smaak maar in zeer beperkte mate sprake van. Voorzover dat het geval is, is aan de inspectie voor de gezondheidszorg gevraagd het nog eens na te zoeken.

Dan de verstrekkingen. De algemene criteria van de RVA gelden voor alle centra. Verder mag ik hopen dat de centra een zekere vrijheid van handelen hebben, zodat zij naar bevind van zaken kunnen optreden. Uit wat ik heb gezegd over de wijze waarop er met zwangerschappen en kraamzorg wordt omgegaan, mag men afleiden dat dit in het algemeen op deze manier loopt.

Dan de laatste vraag van de heer Rabbae, over de Dublinclaimanten. De criteria die hiervoor gelden, hebben wij vorig jaar oktober vastgesteld. Ik zal het nog eens nazoeken, maar voorzover ik weet, zijn die eenvoudig kenbaar. Als er sprake is van een zwangerschap in een vergevorderd stadium, ga ik ervan uit dat men behandeld wordt op de manier die in ons land gebruikelijk is.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Als ik de staatssecretaris goed beluister, moet ik concluderen dat er eigenlijk niks aan de hand is. Ik wil best met hem meegaan, in die zin dat je allerlei signalen op hun merites moet beoordelen. Toch is het niet zo dat alle signalen die in het programma zijn afgegeven, op niks gestoeld zijn. Als ik de staatssecretaris was, zou ik de zaak toch eens onderzoeken. Ik zeg dit temeer, daar informatie die de minister geeft, niet helemaal overeenkomt met informatie die ik heb gekregen. De staatssecretaris zegt bijvoorbeeld dat het centrum in Westerbork twee kraamkamers heeft. Naar mijn informatie heeft het centrum eigenlijk niet één kraamkamer.

Volgens de staatssecretaris moeten de centra handelen conform de regeling. Echter, kennelijk wordt niet in elke situatie gehandeld volgens die regeling. Hij weet waarschijnlijk dat er het geval was van een vrouw die snel opgenomen moest worden in een ziekenhuis, vanwege het feit dat er in het centrum geen afkolfapparaat kon worden aangeschaft voor haar. Voor zo'n pietluttig bedrag moest de samenleving dus nog hogere kosten maken.

Kortom, ik verzoek de staatssecretaris nogmaals naar deze zaak te kijken en de Kamer te rapporteren nadat de inspecteur voor de gezondheidszorg de zaak heeft beoordeeld. Dan kan de Kamer samen met de staatssecretaris beoordelen wat er precies gebeurd is.

Dan de Dublinclaimanten. Naar mijn informatie weten de mensen niet precies welke criteria er gelden. Het zou de staatssecretaris sieren als hij de criteria openbaar maakte. Dat kan de hulpverleners van betrokkenen goed van dienst zijn.

Staatssecretaris Cohen:

Mevrouw de voorzitter! Uit mijn antwoord in eerste termijn mag u inderdaad afleiden dat er naar mijn gevoel niet veel aan de hand is. Datgene wat in de publiciteit is gekomen, is het verhaal van één kant. Ik zet het verhaal van de andere kant ertegenover. Ik heb eraan toegevoegd dat de centrumdirectie gevraagd heeft om een onderzoek door terzake kundigen. Dit zal er komen. Ik vind het heel goed dat zij dit gedaan heeft. Ik kan mij eigenlijk alleen voorstellen dat ik hierover iets aan de Kamer rapporteer wanneer er iets aan de hand is. Wanneer er niets uitkomt, lijkt het mij onverstandig de Kamer er verder mee lastig te vallen.

Eerlijk gezegd, vind ik het niet gek dat er in het centrum geen afkolfapparaat aanwezig is. Als de medische zorg is uitbesteed aan degenen die terzake kundig zijn en daarover gaan, lijkt het mij niet raar dat je de beschikbaarheid van zulke apparaten daar organiseert en niet in het centrum zelf. Het gaat erom dat de medische zorg goed geregeld moet zijn. Dit is naar mijn gevoel het geval.

Hoe de openbaarmaking van de criteria van de Dublinclaimanten precies in elkaar zit, wil ik nog eens bekijken. Ik zal dan naar bevind van zaken handelen.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter! Ik vind het ontzettend jammer dat de minister van Volksgezondheid, die eigenlijk met de medische zorg belast is, hier niet aanwezig is.

Het ging er in Netwerk om dat de verloskundige hulp aan asielzoekers en kinderen onder druk is komen te staan. Dit is niet het eerste signaal. Wij hebben eerder gehoord dat de beschikbaarheid en toegankelijkheid van medische zorg aan asielzoekers, in het bijzonder aan vrouwen en kinderen, onvoldoende wordt gewaarborgd. Mijn vraag aan de staatssecretaris en aan de minister die niet aanwezig is – ik neem aan dat de staatssecretaris hier namens het kabinet zit – is een onderzoek in te stellen naar de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van de zorg aan asielzoekers, in het bijzonder vrouwen en kinderen.

Staatssecretaris Cohen:

Voorzitter! Het gaat mij veel te ver om te zeggen dat de verloskundige hulp onder druk staat en niet voldoende gewaarborgd is. Ik heb daar geen signalen van. Als deze signalen er niet zijn, lijkt het mij niet zinvol er onderzoek naar te doen. Wat ik wel weet, is dat wij in de afgelopen periode flink bezig zijn geweest om vooral de preventieve zorg anders te organiseren, namelijk door middel van de GGD's, ook met het oog op verbetering van de kwaliteit van de zorg. Dit zijn feiten die in tegenstelling zijn tot de signalen die mevrouw Arib naar voren brengt. Ik kan er ook niet veel mee zonder dat zij verder gespecificeerd zijn.

De heer Hoekema (D66):

Voorzitter! Op 1 januari gaat de gezondheidszorg voor asielzoekers over naar de reguliere gezondheidszorg, de plaatselijke en regionale GG en GD's. Heeft de staatssecretaris de zekerheid dat de taakoverdracht op deze termijn op bevredigende wijze kan worden gerealiseerd en dat de datum kan worden gehaald, of voorziet hij nog problemen bij die overdracht?

Staatssecretaris Cohen:

Voorzitter! Ik ga ervan uit dat het voldoende is gewaarborgd. Het is bijna 1 januari en er is veel tijd in geïnvesteerd. Zonder dat ik er op dit ogenblik preciezer over kan zijn, kan ik zeggen dat er hooguit één reden is waarom het niet helemaal goed gaat. Ik meen echter dat ik aan de Kamer kan zeggen dat de zorg per 1 januari gewoon overgaat. Als het niet zo is, zal ik het de Kamer berichten.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter! De staatssecretaris heeft al een mening over de kwaliteit van de verloskundige zorg zonder dat de inspectie een inhoudelijke toetsing heeft gedaan en zonder dat zij een rapport heeft uitgebracht. Wie is overigens verantwoordelijk voor de uitkomst van dat inspectierapport?

Staatssecretaris Cohen:

Voorzitter! Ik geloof niet dat ik een mening heb uitgesproken over iets wat nog moet gebeuren. Ik ben het er met de heer Buijs over eens dat dit raar zou zijn. Waar ik wel een mening over heb en wat ik wel heb uitgesproken, is de stand van zaken die ik van het COA begrepen heb. Ik vind het terecht dat het COA het door een onafhankelijke inspectie wil laten bekijken. Dit gaat nu gebeuren. Ik wacht dit vol vertrouwen af.

Naar boven