Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Kant aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de prijzen die de thuiszorg in Utrecht uitlooft aan haar personeel indien het nieuwe personeelsleden werft.

Mevrouw Kant (SP):

Mevrouw de voorzitter! De jarenlange onderbedeling van de zorg eist haar tol. Instellingen in de zorg weten van gekkigheid niet wat zij moeten doen om personeel te vinden. Ziekenhuizen lokken personeel met een transfersom, bieden een diner aan aan degene die alleen al bereid is om op een sollicitatiegesprek te komen, en geven zelfs een fiets aan degene die ook nog wil komen werken. Een paard, een droomreis naar Madagaskar, een sauna of een whirlpool en mogelijk zelfs een auto kun je verdienen, als je voldoende nieuwe collega's aandraagt bij de thuiszorg in de regio Utrecht. Op deze manier wil zij haar personeel motiveren om als ambassadeur op te treden voor het werken in de thuiszorg. Op zichzelf is dat prima, want de mensen die zelf dagelijks in de thuiszorg werken, kunnen natuurlijk heel goed vertellen hoe mooi het werk is en wat hen motiveert om in de thuiszorg te werken. En gemotiveerd zijn degenen die nu in de thuiszorg werken, zeker. Wat dat betreft, vind ik de naam van de campagne "Zorgster" heel erg raak gekozen en ook terecht.

Laat ik vooropstellen dat ik de acties heel goed kan begrijpen en dat ik de uit nood geboren creativiteit prijs. Toch wringt er echter iets. En dat is eigenlijk hetzelfde wat er ook wringt in de hele imagocampagne die eraan komt in verband met het werven van personeel in de zorg. Voordat je het imago kunt opkrikken, moet je immers eerst de werkelijkheid opkrikken. Natuurlijk kan die thuiszorgster heel goed vertellen waarom het zo fijn werken is in de zorg en hoe mooi het is om mensen te helpen en te verzorgen. Wat moet dezelfde thuiszorgster echter zeggen over het salaris en de hoge werkdruk? De waarheid? Als zij dat doet, verspeelt zij haar whirlpool, haar paard of haar droomreis. Om die reden heb ik de volgende vragen aan de staatssecretaris.

Wat vindt de staatssecretaris van deze initiatieven? Vindt zij dit een juiste methode om personeel te werven? Vormt de prijzenpot die ingesteld wordt om dit te kunnen doen, volgens haar een rechtmatige besteding van het potje "personeelswerving"? Heeft zij er enig inzicht in op welke schaal dit soort initiatieven zich inmiddels voordoet? Richten die initiatieven zich op nieuwe mensen voor de zorg of richten die zich ook op het wegkapen van personeel bij elkaar? Slaan wij immers niet op hol in de zorg en spannen wij niet het paard achter de wagen, indien onder elkaar wordt geconcurreerd om het personeel en met lokkertjes personeel bij elkaar wordt weggehaald? Waar gaan wij dan naartoe? Zijn er geen maatregelen nodig om instellingen tegen zichzelf te beschermen op dit punt? Kan het geld uit deze prijzenpot niet beter ingezet worden voor verbetering van de arbeidsomstandigheden of de arbeidsvoorwaarden?

Tot slot kom ik op wellicht het belangrijkste punt. Er zijn extra middelen voor onder andere vermindering van de werkdruk in de zorg. Moet er echter niet meer gebeuren dan alleen maar in het algemeen meer middelen beschikbaar stellen? Moet er niet meer gebeuren om de spiraal waar de zorginstellingen nu in zitten en waardoor zij tot dit soort initiatieven komen, te doorbreken? Wij willen wat aan de hoge werkdruk doen. Daarom moeten er nu meer mensen in de zorg komen werken. Er komen echter geen nieuwe mensen in de zorg werken, omdat de werkdruk daar zo hoog is. Daar zien zij natuurlijk als een berg tegenop. Daarnaast is het vanwege die hoge werkdruk heel moeilijk om mensen die nu in de zorg werken, vast te houden. Er is dus sprake van een neerwaartse spiraal waardoor het heel moeilijk is om nieuwe mensen aan te trekken. Die spiraal moet worden doorbroken. Instellingen komen hier zelf niet uit. Is er daarom niet een aparte extra inzet en investering van de overheid nodig om de instellingen te helpen, die spiraal te doorbreken?

Staatssecretaris Vliegenthart:

Voorzitter! Ik ben het eens met mevrouw Kant dat het op zich prima is dat een thuiszorginstelling een creatief en ludiek idee lanceert om personeel te werven. Wat ook een prima aspect is, is dat men het eigen personeel inzet om mensen te overtuigen om te komen werken in de zorgsector, want gemotiveerd eigen personeel is de beste ambassadeur die de zorgsector kan hebben. Het zijn de beste mensen die je kunt inzetten om anderen te overtuigen om te komen werken in de zorgsector. Het is helder dat er meer mensen nodig zijn, juist vanwege het feit dat er extra geld is in de zorgsector voor de aanpak van wachtlijsten en de werkdruk. Ook voor het doorbreken van de spiraal waarover mevrouw Kant het heeft, heb je extra mensen nodig en is werving een heel belangrijk aspect.

Voorzitter! Mevrouw Kant vraagt of dit de juiste methode is. Zoals ik al zei, is de actie buitengewoon ludiek en creatief. Bovendien is het een zeer kosteneffectieve methode, want de uitgaven die de instelling moet doen om het personeel te belonen, worden alleen gedaan op het moment dat daadwerkelijk personeel wordt aangebracht. Dat is dus kosteneffectiever dan iedere advertentie die je plaatst, waarvan je maar moet afwachten, wat het oplevert. Ik hoorde overigens in het kader van het voorbereiden van dit debat dat je op dit moment voor de personeelsadvertenties in de regionale bladen zelfs al wachtlijsten hebt. Het duurt twee weken voordat een advertentie geplaatst kan worden. Daaraan kun je zien hoeveel vraag naar personeel er op de arbeidsmarkt is.

Voorzitter! Omdat deze manier van werven alleen geld kost op het moment dat het ook mensen oplevert die minstens een halfjaar blijven werken – liefst langer, waarvoor zij extra worden beloond – is het een zeer efficiënte methode. In antwoord op de vraag over de rechtmatige besteding kan ik zeggen, dat deze campagne wordt betaald uit het potje dat normaal gesproken voor werving beschikbaar is. Omdat de kosteneffectiviteit groter is dan datgene wat men tot nu toe altijd heeft gedaan, vind ik het een buitengewoon rechtmatige besteding.

Voorzitter! Mevrouw Kant wees op het aspect van het wegkapen van mensen. In dit geval is daarvan geen enkele sprake. Vier instellingen doen het gezamenlijk, juist om te voorkomen dat men onderling gaat concurreren en personeel gaat wegkapen. Dat is dus ook een pluspunt van deze aanpak. Eerlijk gezegd kan ik mij de bezwaren niet indenken. Toen ik het gisteren hoorde, vroeg ik mij ook wel even af wat dat nu was. Maar als je je verdiept in de wijze waarop men dat heeft vormgegeven, heeft men het goed bedacht en is sprake geweest van creativiteit. Men heeft er gigantisch veel publiciteit mee gehaald, waardoor in ieder geval bekend is, dat de thuiszorg personeel nodig heeft en daar ook daadwerkelijk naar zoekt. Men zet daarvoor het eigen gemotiveerde personeel in. Dat is mooi.

Voorzitter! Mevrouw Kant vroeg nog of de werkelijkheid niet moet worden opgekrikt. Daar zijn wij heel hard mee bezig. Er is extra geld beschikbaar voor de werkdruk en de wachtlijsten, waarover wij afspraken hebben gemaakt. Ik hoor vanuit de thuiszorginstellingen dat men door de combinatie van dingen een stap vooruit kan maken. Maar het betekent wel dat men de nieuwe mensen daadwerkelijk moet kunnen aantrekken, waarvoor alle inzet nodig is.

Mevrouw Kant (SP):

Mevrouw de voorzitter! Ik heb vandaag even getwijfeld of ik deze vragen wel zou stellen, omdat het vandaag de Dag van de thuiszorg is. Ik heb er natuurlijk niet erg veel behoefte aan om het geld dat nu door de overheid in de imagocampagne wordt gepompt, weer door negatieve publiciteit teniet te doen. Maar de werkelijkheid moet vooral worden opgekrikt, en niet het imago. Elke politieke mogelijkheid die er is om de werkelijkheid van de mensen die in de zorg werken op te krikken en aan de orde te stellen, zal ik benutten.

Voorzitter! De staatssecretaris vond de actie ludiek en creatief. Ik ben het daarmee eens. Zoals zij zegt, zal de actie zonder meer effectief zijn, omdat er alleen een beloning achteraf is, als er mensen zijn aangedragen die in de zorg gaan werken. Iets kan wel effectief zijn en het geld kan misschien wel rechtmatig besteed worden, maar er is ook nog zoiets als de moraal. Is de stimulans, het uitreiken van een prijsje, wel de juiste stimulans om mensen, de ambassadeurs in de zorg te stimuleren om andere mensen naar die zorg te trekken? Het moet toch niet dat prijsje, dat paard of dat reisje zijn, maar de inhoud van het werk. Aan de inhoud van het werk moet dan ook hoognodig iets worden gedaan.

Er zou geen sprake zijn van concurrentie, omdat de vier thuiszorginstellingen hierbij samenwerken, maar de wereld houdt niet op bij vier thuiszorginstellingen in Utrecht. Het gaat om vier instellingen in die regio, maar vervolgens is er dan sprake van concurrentie met de regio die daar net buiten ligt. Die concurrentie vindt dus wel degelijk plaats. Daarnaast vindt er concurrentie plaats met andere zorginstellingen, zoals verpleeg- en verzorgingshuizen, waar ook personeel bij weggetrokken is. Ik wil graag dat de staatssecretaris een reactie geeft op het onderling concurreren en bij elkaar wegtrekken van personeel. Dat is namelijk een negatief effect van deze regeling. Er wordt geld uitgegeven om mensen aan te trekken, maar dat geld is niet effectief als die mensen elders vandaan gehaald worden.

Het laatste punt is het doorbreken van de spiraal. Er wordt inderdaad het een en ander gedaan. Er wordt extra geïnvesteerd in wachtlijsten en in werkdruk. Moet er daarnaast echter niet iets extra's gebeuren om de spiraal daadwerkelijk te kunnen doorbreken? Ik denk dan aan een misschien eenmalige of meerjarige extra impuls als het erom gaat echt iets te doen aan de arbeidsvoorwaarden en het salaris van het personeel. Een forse loonsverbetering is toch echt nodig om de mensen naar de zorg te trekken. Misschien moeten er aparte geldstromen komen voor al die punten waar het nu schort. Bijvoorbeeld een aparte geldstroom om de WAO-problemen in de zorg en het ziekteverzuim op te lossen. Geef daar een apart stimuleringspotje voor, waar de instellingen terechtkunnen. Verder zou er een apart potje met geld voor opleidingen, zoals interne opleidingen bij instellingen, moeten komen. Nu moet dat allemaal concurreren met al die andere dingen in de zorg. Laten wij dat apart financieren, zodat zorginstellingen die spiraal kunnen doorbreken.

Staatssecretaris Vliegenthart:

Ik ben blij dat mevrouw Kant enige twijfel had over het nut van het stellen van deze vragen op de dag van de thuiszorg. Ik moest inderdaad een afspraak bij de thuiszorg afzeggen om hier te zijn. Ik vind dat heel spijtig, omdat ik graag de thuiszorgsters een hart onder de riem had willen steken voor het belangrijke werk dat zij doen. De Kamer gaat echter voor. Ik ben hier dan ook graag om antwoord te geven op de vragen.

Een kwestie van moraal. Ik vind dat de verkeerde invalshoek. Ik vind dit geen kwestie van moraal. Als gemotiveerd personeel mensen aanbrengt, waardoor hun werk aangenamer kan worden, omdat zij het kunnen delen met collega's, waardoor de werkdruk minder wordt, is dat geen kwestie van moraal, maar een kwestie van beloning van prestaties die geleverd worden. Je investeert in je eigen personeel als het gaat om werving, in plaats van in dure bureaus die dure campagnes tot stand brengen. Men heeft gekozen voor een manier die mij erg aanspreekt. Ik vind het eerlijk gezegd een investering, in plaats van iets dat zou moeten worden afgekeurd.

De wereld houdt niet op bij de vier thuiszorginstellingen in Utrecht. Dat is een waarheid als een koe. Maar de arbeidsmarkt in de thuiszorg is wel per definitie een regionale arbeidsmarkt. Mensen zullen niet zo snel vanuit Groningen naar Amsterdam gaan of omgekeerd, als het gaat om werk in de thuiszorg. Die mensen zullen in de regionale markt moeten worden geworven. Daar richt men zich dan ook op. Men heeft geprobeerd om daar de concurrentie uit te schakelen en niet uit te gaan van het wegkapen van personeel, want men moet nieuwe mensen werven die niet al werkzaam zijn.

Mevrouw Kant heeft een aantal suggesties gedaan voor allerlei aparte geldpotjes. Ik wil erop wijzen dat wij begin dit jaar een convenant – arbeidsmarkt in de zorgsector – hebben afgesloten, waarin voor terugdringing ziekteverzuim, het opleidingsstelsel en voor al die onderwerpen die zij heeft genoemd, aparte potjes zitten om te stimuleren dat op die punten inderdaad een actiever beleid gevoerd gaat worden. Over het doel, dat er echt iets gaat gebeuren op de arbeidsmarkt in de zorgsector, zijn wij het hartgrondig eens. Daar wordt al keihard aan gewerkt. Als instellingen creatieve ideeën hebben om daar iets aan te doen, moet wij ze daarin stimuleren in plaats van iedere keer in de Kamer te bespreken of het allemaal wel kan en zou moeten. Laten wij die instellingen steunen, opdat zij op die manier erin kunnen slagen om dat broodnoodzakelijk personeel ook daadwerkelijk te werven.

De voorzitter:

Morgen bij de aanvang van de vergadering om 13.00 uur zullen de vragen aan de orde zijn van de heer Meijer aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over zijn uitspraken over het mestbeleid. Ik heb dat bij uitzondering toegestaan, omdat de minister vandaag niet op tijd aanwezig kon zijn.

Naar boven