4de vergadering

Dinsdag 28 september 1999

14.00 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 135 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Atsma, Augusteijn-Esser, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Van Blerck-Woerdman, Blok, Van Bommel, Bos, Brood, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, Cornielje, Crone, Dankers, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dittrich, Van den Doel, Duijkers, Eisses-Timmerman, Essers, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, De Haan, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, De Hoop Scheffer, Kalsbeek-Jasperse, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Patijn, Poppe, Rabbae, Rehwinkel, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Schutte, Smits, Spoelman, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, Voorhoeve, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl en Zijlstra,

en mevrouw Borst-Eilers, vice-minister-president, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heren G.M. de Vries, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Cohen, staatssecretaris van Justitie, Vermeend, staatssecretaris van Financiën, mevrouw J.M. de Vries, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, en mevrouw Vliegenthart, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Oudkerk, Niederer, De Cloe en Bakker, wegens bezigheden elders;

Van Zuilen, wegens bezigheden elders, de gehele week;

Duivesteijn, Ravestein, Hofstra, Van der Staaij en Leers, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Blaauw, wegens verblijf buitenslands,

Wagenaar, wegens ziekte,

De Boer, wegens ziekte, de gehele week;

Van Gent, wegens verblijf buitenslands, deze week en volgende week.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik heet van harte welkom de delegatie uit de Nederlandse Antillen en Aruba, die vanwege haar omvang heeft plaatsgenomen op de publieke tribune.

(Applaus)

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan de heer Te Veldhuis tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Te Veldhuis:

voorzitter van de commissie

Mevrouw de voorzitter! De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer J.C. van Baalen te 's-Gravenhage De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor, hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij echter wel eerst de eden af te leggen, zoals voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen om het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

De heer J.C. van Baalen is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven eden af te leggen. Ik verzoek de griffier hem binnen te leiden.

Nadat de heer Van Baalen door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorschreven eden af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met het lidmaatschap van deze Kamer. Ik verzoek u de presentielijst te tekenen en in ons midden plaats te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven