54ste vergadering

Dinsdag 9 maart 1999

14.00 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 137 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Atsma, Bakker, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, Bolkestein, Van Bommel, Bos, Brood, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Dankers, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dittrich, Van den Doel, Van Dok-van Weele, Duijkers, Duivesteijn, Eisses-Timmerman, Essers, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hillen, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kalsbeek-Jasperse, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oplaat, Örgü, Van Oven, Passtoors, Patijn, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Reitsma, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schreijer-Pierik, Schutte, Smits, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, Swildens-Rozendaal, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, Voorhoeve, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Wagenaar, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga, Van Zijl, Zijlstra en Van Zuijlen,

en de heren Kok, minister-president, minister van Algemene Zaken, Pronk, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Netelenbos, minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Herfkens, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, en mevrouw De Vries, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

De voorzitter:

Herdenhing

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Koenders en De Boer, wegens verblijf buitenslands, ook morgen;

De Haan, Hessing en Vendrik, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Niederer, wegens bezigheden elders;

Terpstra en Verbugt, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Geachte medeleden, vorige week werden wij opgeschrikt door het bericht van het overlijden van onze vroegere collega Enneüs Heerma. Hij was nog maar 54 jaar. Hij was in 1989 twee maanden lid van onze Kamer en kwam op 17 mei 1994 in ons midden terug en werd al gauw, namelijk op 18 augustus 1994, voorzitter van de CDA-fractie. Hij vervulde deze functie tot zijn aftreden in maart 1997. Wij wisten dat hij ernstig ziek was, maar hadden allen gehoopt dat hij die ziekte zou mogen overwinnen en dat hij ons land opnieuw in een publieke functie zou kunnen dienen. Velen onder ons zullen zijn dood als een persoonlijke klap hebben ervaren.

Het is een deel van ons menselijk tekort om vooral te denken aan de laatste jaren van zijn loopbaan, terwijl dit maar een korte periode was op het geheel van zijn politieke activiteiten. Die begonnen met het lidmaatschap van de ARP in 1971 in de gemeenteraad van Amsterdam. Ook daar vervulde hij vanaf 1974 de functie van voorzitter van de nieuwe CDA-fractie. Hij liet zien dat hij een kind van Kuyper was en dat die traditie een eigen bijdrage kon leveren aan de discussie over maatschappelijke vernieuwing van de late jaren zestig en begin jaren zeventig. Eenmaal wethouder geworden in 1978 met de zware portefeuille economische zaken, de haven en Schiphol en vanaf 1982 ook als loco-burgemeester kon hij bovendien tonen dat die bijdrage geen theoretische was zoals andere ideeën uit die tijd, maar ook in de praktijk kon worden gebracht. De samenwerking met een andere wethouder van de Amsterdamse variant van "geen woorden maar daden" Jan Schaefer voor het behoud van de Amsterdamse Droogdokmaatschappij illustreerde dat.

Enneüs Heerma is in 1986 overgegaan naar de landelijke politiek, eerst als staatssecretaris van Economische Zaken en later van VROM. Ook in die rol heeft hij bewezen dat hij zowel in een coalitie met de VVD als in een coalitie met de PvdA is staat was grote veranderingen tot stand te brengen. De bruteringsoperatie was een project van een omvang die op andere beleidsterreinen niet tweeëneenhalve, maar soms wel vier of vijf kabinetsperioden vraagt. Het is bovendien een project geweest dat in brede kring zowel politiek als maatschappelijk als een succes is ervaren. Enneüs Heerma heeft hiervoor zijn werkkracht en zijn praktische gevoel ingezet met een zo grote vanzelfsprekendheid dat niet iedereen zich meteen de historische proporties van deze prestatie gerealiseerd heeft.

Enneüs Heerma kwam uit de polder en heeft net als de man die wij vorige week herdachten, Henk Vos, het bijbehorend model toegepast voordat het was uitgevonden.

Met deze opsomming wil ik niet de suggestie bevestigen dat Enneüs Heerma eerder bestuurder dan politicus was. Die twee functies zijn in mijn ogen niet los van elkaar te zien. Beide functies vragen maatschappelijke betrokkenheid en doorzettingsvermogen of, anders gezegd, het vermogen om tegenslag te incasseren en toch verder te gaan op de lijn die wordt ingegeven door de eigen overtuiging. In beide aspecten hebben zijn collega's en vrienden de innemende persoonlijkheid van Enneüs Heerma leren waarderen. Hij kon met weinig woorden en een geheel eigen ironie laten zien dat wij in de wereld zijn gezet om te werken aan een betere toekomst, maar daarom nog niet van de wereld zijn.

Niet verrassend voor een Fries voelde hij zich thuis in de stilte van het wad. Wel verrassend was zijn fascinatie voor de bergen. De langzame pas, telkens zoekend naar zekerheid waarmee hij een bergpad omhoog ging, was symbolisch voor zijn kijk op het leven en voor zijn levensovertuiging.

Wij hebben vorige week veel foto's en televisieopnames van hem gezien en nog eens zijn ogen vriendelijk achter zijn brillenglazen mogen zien schitteren. Dit is een prachtige herinnering. Ik hoop dat zijn vrouw en kinderen ook daarin troost zullen vinden.

Minister Kok:

Mevrouw de voorzitter! Het overlijden van Enneüs Heerma, ruim een week geleden, heeft ons allen met grote droefheid vervuld. Namens de regering wil ik vanaf deze plaats woorden van deelneming spreken tot zijn vrouw en kinderen en tot alle mensen die hem dierbaar waren en die genegenheid voor Enneüs Heerma voelden. De indrukwekkende herdenkingsbijeenkomst, jongstleden zaterdag, de dienst in de Noachkerk in Amsterdam-Noord, bracht velen van hen tezamen.

Velen zullen met mij Enneüs Heerma hebben leren kennen en waarderen als een toegewijd bestuurder, maar bovenal als een warm en sociaal bewogen mens. In het kabinet-Lubbers III waarin hij staatssecretaris was van Volkshuisvesting en ik vice-premier, heb ik uitstekend met hem mogen samenwerken, ook in tijden van soms oplopende politieke spanningen. Daarvoor was hij al ruim drie jaar staatssecretaris geweest in het kabinet-Lubbers II, in aansluiting op een succesvol wethouderschap van Amsterdam. Enneüs Heerma heeft zijn grote kwaliteiten gedurende een lange reeks van jaren op een zeer gewetensvolle en gedegen wijze ten dienste gesteld van het bestuur van onze hoofdstad en ons land. Daarvoor zijn wij hem allen zeer veel dank verschuldigd.

Na de verkiezingsuitslag van 3 mei 1994 en de daaropvolgende kabinetsformatie zag hij zich voor de zware taak geplaatst het fractievoorzitterschap van het CDA in de Tweede Kamer te gaan vervullen. Hij vervulde die taak op kritische en constructieve wijze, sterk gericht op de inhoud, wars van uiterlijk vertoon, recht door zee, zonder omhaal van woorden en diep doordrongen van de grote betekenis van waarden en normen, waarnaar eenieder behoort te leven en te handelen. Hij voelde zich zichtbaar en merkbaar meer bestuurder dan parlementariër. Zelf zei hij in een interview: "Het openbaar bestuur is een serieuze zaak. Ik wil mijn werk doen. Ik ben een ambachtsman en ik hoef niet zo nodig in de etalage te worden gezet."

Voorzitter! Het is tragisch dat Enneüs zo kort na zijn vertrek uit de Tweede Kamer nog maar, door een ernstige ziekte werd getroffen. Die ongelijke strijd heeft hij niet kunnen winnen. Veel te vroeg is hij van ons heengegaan. Wij herdenken een goed en integer bestuurder, een innemend persoon, zeer betrokken bij het lot van anderen en bij de publieke zaak, een aimabel warm mens, met het hart op de goede plaats. Mogen zijn nabestaanden troost en kracht putten uit wat Enneüs Heerma voor hen en voor ons allen heeft mogen betekenen.

(De aanwezigen nemen staande enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven