Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de wetsvoorstellen 25444 en 25620 (benoeming burgemeester en commissaris van de Koning) van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week het door de heer Stellingwerf aangevraagde debat naar aanleiding van antwoorden op schriftelijke vragen over klonen, met maximumspreektijden van 2 minuten.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 31 maart en 1 en 2 april:

  • - het rapport Cannerberg (25323), met maximumspreektijden van 10 minuten voor de PvdA, het CDA, de VVD en D66, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks.

Ik stel voor, te behandelen 2 april bij het begin van de vergadering:

  • - de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (25702, nrs. 63 t/m 94).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 7, 8 en 9 april:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening (Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming) (25439);

  • - het wetsvoorstel Regels inzake het treffen van voorzieningen ten behoeve van remigratie (Remigratiewet) (25741).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 14, 15 en 16 april:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (enige delegatiebepalingen in het kader van de regeling van de terbeschikkingstelling) (25843).

Tevens stel ik voor, in die week het plenaire debat te houden inzake de derde fase EMU, met maximumspreektijden van 15 minuten voor de PvdA, het CDA en de VVD, 13 minuten voor D66, 7 minuten voor GroenLinks, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks.

Tevens stel ik voor, dit debat op woensdag 15 april te houden en die dag om 9.00 uur met de vergadering te beginnen.

Tot slot stel ik voor, indien de agenda daartoe aanleiding geeft, in de laatste twee weken het extra zware vergaderschema te hanteren: dat wil zeggen tot uiterlijk 24.00 uur en op woensdag en donderdag om 9.00 uur beginnen zonder de gebruikelijke pauzes.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Reitsma.

De heer Reitsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter! De fractie van het CDA heeft vanmorgen met grote verbazing in het Algemeen Dagblad gelezen dat minister Jorritsma de besluitvorming over de concurrentie op het spoor wil uitstellen. De minister heeft nog kortgeleden in een brief aan de Kamer naar aanleiding van een vraag van de fractie van het CDA bij de regeling van werkzaamheden meegedeeld dat het kabinet nog in maart met een definitief standpunt over de concurrentie op het spoor komt. Nu blijkt, aldus het Algemeen Dagblad, dat de minister van Verkeer en Waterstaat een brief aan de ministerraad heeft geschreven, die kennelijk morgen aan de orde komt en waarin staat dat het moment zo vlak voor de verkiezingen niet opportuun is. Het moment pleit er dus tegen om nu een kabinetsstandpunt te formuleren. Dit staat haaks op de toezegging van de minister en bovendien geeft dit besluit zo vlak voor de verkiezingen bijna de suggestie dat deze liberale minister, die de mond altijd vol heeft over marktwerking en concurrentie, de confrontatie met de kiezers over de marktwerking op het spoor niet aandurft. De besluitvorming wordt uitgesmeerd. Er komt wel een kabinetsstandpunt, maar dit wordt alleen na de verkiezingen aan de kabinetsformateur ter beschikking gesteld. Dit vindt de fractie van het CDA niet aanvaardbaar omdat de Tweede Kamer een notitie beloofd is en een kabinetsstandpunt voor de verkiezingen openbaar moet zijn. Wij vragen de minister dan ook voor dinsdag op dit standpunt en mijn opmerkingen te reageren en te beloven dat nog in maart het definitieve kabinetsstandpunt komt.

De heer Poppe (SP):

Mevrouw de voorzitter! Ik ben het eens met die vraag maar ik wil er nog iets aan toevoegen. Tijdens het vragenuur van afgelopen dinsdag in het debatje met Bolkestein over de 900 mln. voor de tunnel onder het Groene Hart, heeft de heer Wallage, fractievoorzitter van de PvdA, gezegd: zo ken ik er ook nog wel een paar. Hij had het toen over de privatisering van de NS en marktwerking op het spoor. Kennelijk is de PvdA daartegen maar gaat het toch door omdat zij graag in de regering wil blijven zitten. Ik zou u willen verzoeken om aan die brief mijn vraag toe te voegen of deze uitspraak van de heer Wallage mogelijk ook te maken heeft met dit besluit van de minister.

De heer Schutte (GPV):

Voorzitter! Ik ondersteun het verzoek van de heer Reitsma om voor de Kamer opheldering te krijgen. Ik vind namelijk dat de regering moet regeren zolang de Kamer het vertrouwen in de regering niet heeft opgezegd.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Voorzitter! Ik laat de overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, aan de heer Reitsma. Op zichzelf is het verzoek terecht om de minister van Verkeer en Waterstaat om helderheid te vragen over hoe het met de marktwerking op het spoor staat en hoe zich dat verhoudt met de eerdere toezeggingen.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Voorzitter! Ik sluit mij bij de twee vorige sprekers aan.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Ook GroenLinks ondersteunt het verzoek van het CDA.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenografisch verslag van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Mevrouw de voorzitter! De SP-fractie heeft al in december vragen gesteld over de bezuinigingen in de ouder-en-kindzorg en de toegangsbijdragen. Deze week heeft het comité Zorg voor iedereen, een rapport uitgebracht over de ouder-en-kindzorg. Uit een enquête onder consultatiebureau-artsen blijkt dat veel artsen verontrust zijn over de gevolgen van de toegangsbijdragen en de bezuinigingen in de ouder-en-kindzorg. Een kwart van de artsen constateert dat er ouders zijn die vanwege de toegangsbijdragen niet meer met hun kinderen op het bureau komen. Driekwart van de artsen ziet de uitholling van het zorgaanbod als een uitholling van de kwaliteit. Het rapport is ook aan de minister aangeboden. Ik vraag de minister om een brief met een reactie op dit rapport voor het debat over de thuiszorg van aanstaande woensdag, zodat het commentaar van de minister in dat debat meegenomen kan worden.

De heer Van Boxtel (D66):

Voorzitter! Ik zou eigenlijk niet anders verwachten dan dat er een regeringsstandpunt komt op zo'n aangeboden rapport. Maar er worden hier wel twee dingen door elkaar gehaald, want de ouder-en-kindzorg waarvoor het kabinet plannen heeft ontwikkeld, heeft in principe niets met de thuiszorg te maken. Dat is een ander domein. De heer Poppe vraagt nu voor het debat over de thuiszorg om een reactie op dit rapport. Ik vind dat moeilijk met elkaar te rijmen. Nogmaals, ik vind het heel goed als hij zo snel mogelijk een beleidsinhoudelijke reactie op dat rapport wil krijgen, maar wat dat bij de thuiszorg moet, is mij niet duidelijk.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Naar onze mening kan het wel daarbij betrokken worden. Vandaar onze vraag om een reactie van de minister vóór aanstaande woensdag.

De heer Van Boxtel (D66):

Voorzitter! Dat is aardig geprobeerd en ik deel ook de zorgen in dat rapport, maar wij hebben in de procedurevergadering met elkaar afgesproken wat wij bij het algemeen overleg over de thuiszorg zullen spreken. Dat is de thuiszorg en de indicatiestelling in de zorg en niet een, ineens plenair toegevoegd, ander agendapunt. Dat lijkt mij geen zorgvuldige voorbereiding. Ik zou de heer Poppe dan ook willen voorstellen een zo spoedig mogelijke reactie van het kabinet te vragen. Als die er is, kan in een procedurevergadering van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport afgesproken worden op welk moment wij het met het kabinet kunnen bespreken.

De heer Poppe (SP):

Wij willen die reactie ook zo spoedig mogelijk krijgen en wel vóór woensdag aanstaande.

De heer Lansink (CDA):

Als ik geen commissievergaderingen zou bijwonen van de vaste commissies, zou ik hier elke dag het woord kunnen voeren om allerlei dingen te vragen. Waarom zeg ik dat nu? Wij spreken regelmatig af hoe wij bepaalde dingen behandelen. Het valt mij in toenemende mate op dat niet alleen de heer Poppe maar ook anderen daar dwars doorheen fietsen. Ik vind dat best, maar dan moeten wij de commissievergadering afschaffen. Ik wil dat even zeggen, want ik steun op zichzelf wel zijn verzoek om inlichtingen, maar dat had ook gisteren ingebracht kunnen worden toen wij over allerlei andere zaken spraken die hiermee te maken hebben. Eigenlijk is dit een soort raad die ik aan de heer Poppe geef, omdat hij het wat langer volhoudt dan ik hier.

De voorzitter:

Dat moet nog blijken. Ik constateer dat er geen bezwaar bestaat tegen het verzoek om een brief over dit rapport op korte termijn, maar dat in commissieverband zal worden vastgesteld of het rapport al dan niet zal worden betrokken bij de behandeling van het onderwerp thuiszorg. Maar daarover beslissen wij op dit moment niet.

De heer Poppe (SP):

Ik persisteer bij mijn verzoek: vóór aanstaande woensdag.

De voorzitter:

Dat is duidelijk. Daarom stel ik voor, het stenografisch verslag van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rabbae.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Het gaat mij om de betalende praktijk bij de bureaus voor rechtshulp. In een algemeen overleg is gebleken dat de staatssecretaris van Justitie problemen heeft met het voortbestaan van deze praktijk. Inmiddels heeft zij bij brief laten weten dat zij doende is om in mei deze praktijk te laten afbouwen. Dat is reden voor mijn fractie om u het verzoek voor te leggen, voorzitter, om het verslag van het algemeen overleg op de agenda van de Kamer te plaatsen, zodat wij ons vóór mei kunnen uitspreken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het verslag toe te voegen aan de agenda, met maximumspreektijden van twee minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Aangezien de minister van Verkeer en Waterstaat nog niet is gearriveerd, kunnen wij nog niet overgaan tot de behandeling van het volgende agendapunt. Tot haar komst wordt de vergadering geschorst.

De vergadering wordt van 13.55 uur tot 14.10 uur geschorst.

Naar boven