Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het
wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij
en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning (25338).
(Zie vergadering van 13 januari 1998.)
Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het amendement-Koekkoek (stuk nr. 6).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA,
het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement
hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.
In stemming komt het amendement-Koekkoek (stuk nr. 7, I).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks,
de SP, D66, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de
CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige
fracties ertegen, zodat het is aangenomen.
In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 8).
De voorzitter:
Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.
Ik merk op, dat door de aanneming van deze amendementen de teksten daarvan
in elkaar moeten worden verwerkt.
Als gevolg van de aanneming van het amendement-Koekkoek (stuk nr. 6) behoeft
over het amendement-Koekkoek (stuk nr. 7, II) niet meer te worden gestemd.
Artikel II, Voorzitterzoals het is gewijzigd door de aanneming van het
amendement-Koekkoek (stuk nr. 6), het amendement-Koekkoek (stuk nr. 7, I)
en het amendement-Schutte (stuk nr. 8), wordt zonder stemming aangenomen.
De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.