Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen in de week van 21, 22, en 23 oktober:

  • - de brieven inzake de financiële verantwoordingen over het jaar 1996 (25479, nrs. 1 t/m 4);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 1996 (slotwet) (25480);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Hoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin (II) voor het jaar 1996 (slotwet) (25481);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 1996 (slotwet) (25482);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het jaar 1996 (slotwet) (25483);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1996 (slotwet) (25484);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1996 (slotwet) (25485);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (VII) voor het jaar 1996 (slotwet) (25486);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 1996 (slotwet) (25487);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1996 (slotwet) (25488);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1996 (slotwet) (25489);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1996 (slotwet) (25490);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 1996 (slotwet) (25491);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1996 (slotwet) (25492);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1996 (slotwet) (25493);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1996 (slotwet) (25494);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 1996 (slotwet) (25495);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1996 (slotwet) (25496);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 1996 (slotwet) (25497);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, voor het jaar 1996 (slotwet) (25498);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1996 (slotwet) (25499);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1996 (slotwet) (25500);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 1996 (slotwet) (25501).

Ik stel voor, te behandelen donderdag 23 oktober bij het begin van de vergadering:

  • - de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (25057, nrs. 170 t/m 195);

  • - het wetsvoorstel Regels omtrent de waarborg van platina, gouden en zilveren werken (Waarborgwet 1986) (25626);

  • - het wetsvoorstel Regels betreffende de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten (IJkwet) (25625);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet Infrastructuurfonds in verband met de herindeling van de begroting van het Infrastructuurfonds (25329);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van artikel 3, tweede en derde lid, en van artikel 6 van de Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën (25461);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de orgaandonatie (25636).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 28, 29 en 30 oktober:

  • 1. het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het jaar 1998 (25600-IV);

  • 2. de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1998 (25600-XII);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 1998 (25600-A);

  • 3. het wetsvoorstel Aanpassing van een aantal wetten in verband met de invoering van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Aanpassingswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen) (25415);

  • 4. het wetsvoorstel Wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met de privatisering van het Nederlands Omroepproduktie Bedrijf N.V. (25312);

  • 5. het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 26 juli 1995 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst) (Trb. 1995, 282); en van het op 24 juli 1996 te Brussel tot stand gekomen Protocol opgesteld op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Trb. 1996, 265) (25339).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 4, 5 en 6 november:

  • 1. de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1998 (25600-XIII);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 1998 (25600-E);

  • 2. het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 4 november 1995 te Mauritius tot stand gekomen Overeenkomst tot wijziging van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst van Lomé en het op 20 december 1995 te Brussel tot stand gekomen Intern Akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (25196);

  • 3. het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1998 (25600-VI).

Ik stel voor, de spreektijden bij de afronding van het algemeen overleg over de eigen bijdrage ziekenfonds vast te stellen op 5 minuten per fractie.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

maandag 10 november 1997:

  • - van 11.15 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over spoedeisende wetsvoorstellen;

maandag 17 november 1997:

  • - van 19.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over spoedeisende wetsvoorstellen;

maandag 8 december 1997:

  • - van 11.15 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Justitie over Erfrecht boek 4 (17141).

Aangezien voor de stukken, gedrukt onder de nummers 23490, nr. 77, 25503, 25504, 25505 en 25513, de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overlegde stukken zijn goedgekeurd.

Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 25462, 25463, 25475, 25502 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ter Veer.

De heer Ter Veer (D66):

Mijnheer de voorzitter! Het betreft iets wat ik namens mijn collega Van Waning graag onder uw aandacht wil brengen. Het belangrijkste werk dat wij hier doen, is het uitbrengen van onze stem. Voor de middagpauze hebben wij een hoofdelijke stemming gehad. Toen is ook de naam van de heer Van Waning genoemd, maar die heeft vervolgens niet zijn stem uitgebracht. De heer Van Waning is dan ook vertrokken naar de vergadering van de NAVO-assemblee in Boekarest. Zijn medewerker heeft hem vanmorgen om 9.30 uur volgens de gebruikelijke procedure via nummer 3033 afgemeld. Het lijkt mij correct dat op deze manier in de Handelingen wordt opgenomen dat de naam van de heer Van Waning ten onrechte is afgeroepen.

De voorzitter:

Dat lijkt mij inderdaad correct.

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Vanmorgen hebben wij wederom met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van gedachten gewisseld over de Algemene nabestaandenwet. Voor ons is dat aanleiding u te vragen het verslag van dat algemeen overleg na het herfstreces aan de plenaire agenda toe te voegen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek van de heer Rosenmöller te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is wederom aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Gisteren hebben diverse bewindslieden zich op het employabilitycongres op diverse terreinen uitgelaten. Het meest in het oog springende onderwerp was de kritiek die minister Melkert van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft geuit op de plannen van Philips over de toekomstige verhouding in vooral die onderneming tussen de werkgever en de werknemers. De minister zei dat je veel van werknemers kunt vragen, maar dan wel tegen de achtergrond van een vast dienstverband. De minister-president wilde die zaak, althans naar buiten toe, niet benoemen. Vindt de minister-president datgene wat de minister heeft gezegd? Hoe verhoudt zich datgene wat de minister zegt ten opzichte van het wetsvoorstel dat we waarschijnlijk na het herfstreces gaan bespreken rondom flexibiliteit en zekerheid? In mijn optiek is dat een wetsvoorstel dat vooral veel flexibiliteit en weinig zekerheid heeft. Uitspraken van de minister en wetsvoorstel staan dus wat op gespannen voet met elkaar.

Verder kwamen op dat congres de verschillende visies van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister-president naar voren over de verantwoordelijkheid van werknemers. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gezegd, bij Philips te veel de sfeer te proeven van in jezelf investeren en vervolgens maar bekijken of je op de arbeidsmarkt in de smaak valt. Die kant moeten we niet op, vond hij. De minister-president heeft gezegd dat werknemers er vooral zelf voor moeten zorgen dat ze aantrekkelijk blijven op de arbeidsmarkt. Voorzitter! Over deze problematiek en de geconstateerde discrepantie wil ik via u het kabinet om een brief vragen, waarin een en ander nader wordt onderbouwd en van een kabinetsstandpunt wordt voorzien, en wel op een zodanig moment, dat we dat volgende week kunnen verwachten en kunnen betrekken bij het debat over het wetsvoorstel flexibiliteit en zekerheid.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klein Molekamp.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Voorzitter! Maandag is gesproken over de nota Milieu en economie. Het kabinet heeft daarbij toegezegd op een aantal moties nog schriftelijk te zullen terugkomen. Mijn verzoek aan het kabinet is of het álle moties schriftelijk kan becommentariëren, omdat er over de interpretatie van een aantal andere moties nog discussie is ontstaan. Dan wordt ook duidelijker welke moties eventueel overbodig zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven