Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. de volgende brieven:

twee, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, ten geleide van de ontwerpbesluiten van het Comité ex artikel 18 van de Overeenkomst van Dublin (23490, nr. 77);

  • een, over een onderzoek naar het domeinmonopolie van de gerechtsdeurwaarder (24036, 22775, nr. 61);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, ten geleide van een afschrift van het antwoord op de brief van de Raad van State d.d. 14 mei 1997 inzake de Wet bijzondere bepalingen provincie Rotterdam (25328, nr. 8);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake Besluit waardebepaling en verevening (25463);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de landelijke afsluitende toetsing van de basisvorming (23085, nr. 14);

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de valnetconstructie huursubsidie (25090, nr. 63);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over de uitvoering van de aangenomen moties over telecommunicatievoorzieningen (25171, nr. 22);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake een nadere analyse van de betrokkenheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de asbestproblematiek in de Cannerberg (25323, nr. 7);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van het MDW-rapport "Concurrentie en prijsvorming in de gezondheidszorg" (24036, nr. 60).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de staatssecretaris van Financiën, inzake regeling functionele valuta;

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake bekrachtiging Wet op de medische keuringen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

3. de volgende adressen:

een, van mevrouw M.W. Adema te Nieuwegein, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van A.J.P.A.M. van Erve te Berkel-Enschot, met betrekking tot heffing van successierecht;

een, van mevrouw S. Molina te 's-Gravenhage, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw A. Kramer, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag individuele huursubsidie;

een, van V. Hoogendoorn te Capelle a/d IJssel, met betrekking tot ambtshalve herzien van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1993 t/m 1995;

een, van D. Bal te Leerdam, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1995;

een, van mevrouw C.M. van Doorn te Everdingen, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994;

een, van J.A.F. Bakker, met betrekking tot een betalingsregeling voor terugvordering huursubsidie;

een, van A. Tjoelker te Jonkersvaart, met betrekking tot aanslagen motorrijtuigenbelasting;

een, van mevrouw H. Snelders te 's-Gravenhage, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw E. Staal te Roermond, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1995;

een, van H. Meegdenburg te Rhenen, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1993;

een, van BV Bureau Wijsmuller te IJmuiden, met betrekking tot toepassing van fiscale faciliteit voor de Zeevaart;

een, van J.C.M. Baars te Utrecht, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van A.E. Bremmer te 's-Hertogenbosch, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van W.E. Borman te Utrecht, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994;

een, van mevrouw I.H. Reijnders te Cuijk, met betrekking tot kwijtschelding van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van J.C.L. Jeurissen te Barger Compascuum, met betrekking tot een aanslag in de motorrijtuigenbelasting;

een, van E.A.M. Blaauw te Zijldijk, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1995;

een, van A.Ph.S. van Gestel te Rotterdam, met betrekking tot kwijtschelding van c.q. een betalingsregeling voor een belastingschuld;

een, van mevrouw M.F. de Vries te Journet (France), met betrekking tot kwijtschelding van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994;

een, van A.R. Plaatzer te Veghel, met betrekking tot toepassing Nedeco-regeling voor militairen;

een, van L.C.M. Pijpers te Alkmaar, met betrekking tot een klacht tegen de douaneambtenaar, De Ruiter;

een, van de erven van mevrouw W.G. Stor-Groot, met betrekking tot navorderingsaanslag in het successierecht;

een, van K. de Haan te Meerssen, met betrekking tot een belastingschuld;

een, van J.H.H. Valentijn te Wapserveen, met betrekking tot een belastingschuld;

een, van Euro-Meubel 92 BVBA te Kinrooi (België), met betrekking tot aanslagen vennootschapsbelasting;

een, van mevrouw M.T. van der Maat te Amstelveen, met betrekking tot een betalingsregeling i.v.m. een belastingschuld;

een, van J.M. van Elburg te 't Harde, met betrekking tot een klacht tegen de belastingdienst;

een, van C.J. ten Kate, met betrekking tot een betalingsregeling voor aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1995 en 1996;

een, van Costselect Uitgevers BV te Kloetinge, met betrekking tot de omzetbelasting;

een, van mevrouw A.C. Schmitz te Geldrop, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van J.G. Janssen te Lexmond, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van A. Hoogendoorn te Heemskerk, met betrekking tot ambtshalve vermindering van een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw M.N. Janssen-Damen te Maastricht, met betrekking tot kwijtschelding/betalingsregeling;

een, van mevrouw M.L.E. Bergrust en S.C.P.Q.L. Janssen te Groenlo, met betrekking tot kwijtschelding van een belastingschuld;

een, van J. Paauw te Almere, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van E. Coskun te Oss, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van J. Koetze te Nieuwegein, met betrekking tot een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van J. van Krimpen te Melbourne (Australië), met betrekking tot diensttijdpensioen.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften.

Naar boven