Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Gisteren zijn twee punten overgebleven, waarvoor mijn excuses. Gisteren
was er tijdens de regeling zo'n snelle afloop van zaken en werd er zo opgelucht
ademgehaald omdat er helemaal niet gestemd hoefde te worden, dat ik vergat
dat er misschien in het kader van de regeling nog meer te
doen zou zijn.
Het woord is aan de heer Jeekel.
De heer Jeekel (D66):
Voorzitter! Ik wil namens mijn fractie de gelukwensen overbrengen aan
beide plaatsvervangend griffiers.
In oktober 1996 vroeg mijn fractie in een motie aan de minister van Landbouw
om in een notitie een beleidsvisie neer te leggen omtrent het toekomstig natuurbeheer.
Op 10 april 1997 zegde de minister toe het zogenaamde Programma beheer spoedig
naar de Kamer te sturen. In een brief van 29 mei, een week geleden, zegt de
minister dat er een relatie moet worden gelegd tussen het verschijnen van
het Programma beheer en de toekomstige begroting. Dat was nu juist niet de
bedoeling van de motie. Om nog voor de begrotingsbehandeling het programma
te kunnen behandelen, wil de fractie van D66 die nota Programma beheer per
kerende post ontvangen, zodat wij over dat stuk nog eventueel voor het zomerreces
kunnen spreken.
De voorzitter:
Ik merk op dat er geen commentaar is op het verzoek van de fractie van
D66.
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden
naar het kabinet.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van Oven.
De heer Van Oven (PvdA):
Voorzitter! Tijdens het IGC-debat op 21 mei jl. heeft de minister van
Buitenlandse Zaken in antwoord op vragen van mevrouw Van Rooy toegezegd dat
het ontwerpverdrag inzake de Europese Unie, dus het ontwerpverdrag van Amsterdam,
begin juni aan de Kamer ter beschikking zou worden gesteld. Wij hebben het
nog niet ontvangen, terwijl al wel bekend is dat er een Nederlandse ontwerptekst
in Brussel circuleert. Radioberichten maken zelfs al melding van uitreiking
van dat stuk aan de pers. Ik wil voorstellen dat de Tweede Kamer de minister
van Buitenlandse Zaken laat weten dat zij een spoedige toezending van dat
ontwerpverdrag op prijs stelt.
De heer Weisglas (VVD):
Voorzitter! Zeker indien de tekst aan de pers is overhandigd, maar ook
als dat niet het geval is, sluit ik mij graag aan bij het verzoek van collega
Van Oven.
De heer Koekkoek (CDA):
Gelet op het belang van het verzoek sluit de CDA-fractie zich daar graag
bij aan.
Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):
Voorzitter! Ook de fractie van D66 ondersteunt dit verzoek.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden
naar het kabinet.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Marijnissen.
De heer Marijnissen (SP):
Mijnheer de voorzitter! De uitspraken van minister Borst gisteren tijdens
het mondelinge vragenuur hebben overal in het veld bevreemding gewekt, om
maar weer eens een understatement te gebruiken. De uitspraken van de minister
lijken op een aantal punten op zeer gespannen voet te staan met datgene wat
wij vandaag en gisteren vanuit het veld hebben vernomen. Ik denk daarbij onder
andere aan de directeuren van de ziekenhuizen, maar ook aan de Nederlandse
vereniging voor intensive care. Zo beweerde de minister gisteren dat er maar
sporadisch aanvragen voor extra intensivecarebedden werden ingediend. Maar
wat wil het geval? Het AMC had juist een aanvrage voor twee extra bedden ingediend
en die zijn afgewezen door de minister.
Verder zei de minister dat de problemen in Amsterdam onder andere veroorzaakt
werden door de resistente ziekenhuisbacterie. Een woordvoerder van het ziekenhuis
laat vandaag echter weten dat dit in het geheel geen rol gespeeld heeft, aangezien
het een structureel probleem is dat is ingecalculeerd in de capaciteit. Bovendien
kan er van een gebrek aan samenwerking tussen de ziekenhuizen in Amsterdam
geen sprake zijn, aangezien in die regio al jaren heel goed wordt samengewerkt
door de ziekenhuizen.
De verwijzing van de minister naar het calamiteitenhospitaal bij het academisch
ziekenhuis in Utrecht blijkt ook niet opportuun te zijn, omdat dit calamiteitenhospitaal
alleen beschikbaar is voor slachtoffers bij rampen.
Tot Voorzitterslot zei de minister gisteren een zeer groot voorstander
te zijn van het fenomeen van de intensivisten. Ik zal nu niet uitleggen wat
daarmee bedoeld wordt. Nu blijkt echter dat aanvragen daartoe die reeds eerder
zijn gedaan, door de minister slechts zeer sporadisch zijn
gehonoreerd, zo niet afgewezen.
Mijnheer de voorzitter! Al deze zaken maken dat ik graag zo spoedig mogelijk
van het kabinet een brief ontvang waarin opheldering wordt gegeven over de
vraag hoe het mogelijk is dat de minister tijdens het mondelinge vragenuur
deze dingen beweert, terwijl de mensen die in het veld daarbij het meest betrokken
zijn een geheel andere benadering blijken te kiezen.
Mevrouw Kamp (VVD):
Mijn fractie lijkt het zinvol dat de minister antwoordt op de reacties
uit het veld. Het verzoek daartoe ondersteun ik.
De heer Marijnissen (SP):
Voorzitter! Ik ben vergeten te zeggen dat de fractie van GroenLinks mij
heeft verzocht te laten weten dat zij het verzoek ondersteunt.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden
naar het kabinet.
De vergadering wordt van 13.30 uur tot 14.00 geschorst.