Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 66, pagina 4749-4751 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 66, pagina 4749-4751 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Voûte-Droste.
Mevrouw Voûte-Droste (VVD):
Voorzitter! Na de eerste en tweede termijn van de behandeling van de Beneluxwet inzake tekeningen of modellen is er nog informatie binnengekomen. Mede namens de PvdA en D66 wil ik u daarom vragen een derde termijn mogelijk te maken.
De voorzitter:
Ik heb begrepen dat dit verzoek wordt gesteund door een meerderheid van de Kamer. Dit impliceert wel dat wij vandaag geen stemmingen hebben. Als de Kamer hierover volgende week wil stemmen nadat er een derde termijn is geweest, is daar geen bezwaar tegen en kunnen wij dienovereenkomstig beslissen.
Aldus wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Marijnissen.
De heer Marijnissen (SP):
Mijnheer de voorzitter! Het heeft er alle schijn van dat het kabinet inzake de affaire op de Cannerberg, in het bijzonder de aanwezigheid van asbest op het NAVO-terrein, niet al te juist heeft gehandeld. Inmiddels zijn er al schriftelijke vragen over gesteld. Het spreekt vanzelf dat ik daar nu niet op inga. Wel wijs ik erop dat het blad Opinie van de Algemene federatie van militair personeel in het aprilnummer meldt dat er door de Britse Royal Air Force ook onderzoekingen zijn gedaan naar de aanwezigheid van asbest in de Cannerberg maar dat het ministerie, hoewel de onderzoeksresultaten buitengewoon zorgwekkend waren, destijds toch geoordeeld heeft dat er niet handelend behoefde te worden opgetreden.
De voorzitter:
Wat is uw verzoek?
De heer Marijnissen (SP):
In het artikel wordt verder...
De voorzitter:
Ik onderbreek u toch even. Welk verzoek wilt u doen? U houdt nu een heel betoog en daar is de regeling van werkzaamheden niet voor.
De heer Marijnissen (SP):
Nee, voorzitter, dit is geen betoog. Ik wil alleen aangeven waarom ik, naast de schriftelijke vragen die ik eerder heb gesteld, een brief wil en ook zo spoedig mogelijk een debat. Ik wil dat toelichten. Ook een TNO-onderzoek schijnt, wat de resultaten betreft, te zijn beïnvloed door het ministerie van Defensie. Tot slot zijn de in 1992 aangekondigde maatregelen ter bescherming van het personeel op de Cannerberg halfslachtig uitgevoerd.
Voorzitter! Wij hebben het dus over een zeer ernstige zaak en daarom wil ik een brief van het kabinet, waarin in ieder geval een reactie staat op de drie door mij genoemde punten. Verder wil ik een antwoord op de vraag of het kabinet bereid is, alle stukken met betrekking tot deze zaak aan de Kamer ter inzage te geven met daarbij gevoegd de correspondenties. Ik doe dit verzoek ook namens de fractie van de PvdA, met in het achterhoofd de wens om op zo kort mogelijke termijn met het kabinet over deze zaak te debatteren.
Mevrouw Van der Hoeven (CDA):
Voorzitter! Namens de fractie van het CDA heb ik over dit onderwerp aanvullende vragen gesteld. Mijn fractie ondersteunt dan ook het verzoek van de heer Marijnissen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Augusteijn-Esser.
Mevrouw Augusteijn-Esser (D66):
Mijnheer de voorzitter! Bij de behandeling van de begroting van het ministerie van VROM in november 1996 heb ik een motie ingediend waarin de minister werd verzocht de mogelijkheden van een omschakeling van kolencentrales op aardgas te onderzoeken en de Kamer daarover te berichten. Ik heb daarin mede namens de Kamer gevraagd om ons nog voor het kerstreces daarover te berichten. Sindsdien heeft de vaste commissie voor VROM diverse brieven naar de minister gestuurd met het verzoek om nadere inlichtingen, hetgeen uiteindelijk in een brief van de minister van VROM van 11 februari heeft geresulteerd. Daarin schrijft zij dat de minister van EZ de commissie mede namens haar voor half maart bericht zal sturen. Na al deze correspondentie heeft ons nog geen enkel bericht bereikt. Daarom het is moment gekomen om het kabinet te vragen de Kamer nog deze week een brief te sturen met de resultaten van het onderzoek waaraan men de afgelopen maanden ongetwijfeld heeft gewerkt.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit verzoek door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Nijpels-Hezemans.
Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):
Voorzitter! Tijdens de behandeling van de begroting van VWS hebben mevrouw Varma en ik de motie op stuk nr. 34 ingediend, waarin het kabinet wordt gevraagd om het recht op substitutie door apothekers wettelijk te regelen. Op verzoek van de minister hebben wij deze motie toen aangehouden. Daarna heeft enige correspondentie plaatsgevonden tussen de minister en onze fracties, die ook een paar vragen oproept. Naar aanleiding daarvan vragen wij om een korte heropening van de beraadslaging om nog even met de minister van gedachten te kunnen wisselen en eventueel een aangepaste of een gewijzigde motie te kunnen indienen. Wij verzoeken u dit punt, als dat enigszins mogelijk is, volgende week dinsdag of woensdag op de agenda te plaatsen.
De voorzitter:
Ik zal een voorstel doen voor de agenda van de volgende week.
Het woord is aan de heer Rabbae.
De heer Rabbae (GroenLinks):
Voorzitter! Het is haast niet te geloven, maar ook de laatste pogingen om Fokker van de grond te krijgen zijn kennelijk mislukt. De onderhandelingen op dit punt zijn helaas zonder positief resultaat gebleven. Via u wil ik de minister van Economische Zaken vragen om de Kamer deze week te informeren over de achtergronden van dit resultaat en met name over de rol van de verschillende onderhandelingspartners daarbij.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit verzoek door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van Boxtel.
De heer Van Boxtel (D66):
Voorzitter! De vorige week werden wij verrast door mededelingen in de pers over een dreigend fors tekort aan huisartsen in Nederland: zij willen meer in deeltijd werken, er worden er te weinig opgeleid en met name de patiëntenverenigingen in Midden-Holland beginnen echt te klagen, omdat er helemaal geen vervangers meer gevonden kunnen worden. Ik zou graag een brief willen krijgen van minister Ritzen en minister Borst over de feitelijke stand van zaken met betrekking tot de opleidingscapaciteit voor huisartsen, hun inschatting of wij inderdaad met een tekort te maken krijgen en, zo ja, wat zij eraan denken te kunnen doen. Ik doe dat ook in het verlengde van hetgeen bij de begrotingsbehandeling van het vorige jaar ook al door de Kamer naar voren is gebracht en waarover door de VVD-fractie zelfs een motie is ingediend.
Ik stel deze vragen mede namens de PvdA en de VVD en ik hoop dat wij hierop snel antwoord kunnen krijgen. Heeft de minister al bestuurlijk overleg met de Landelijke huisartsenvereniging over deze zaak gevoerd?
De voorzitter:
Ik stel voor, dit verzoek door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Cornielje.
De heer Cornielje (VVD):
Mijnheer de voorzitter! In augustus 1996 is een nieuw bekostigingsstelsel voor het voortgezet onderwijs ingegaan, de zogenaamde lumpsumregeling. Het was geen bezuinigingsregeling, noch voor het Rijk, noch op schoolniveau. Er was ons een naadloze aansluiting beloofd voor de scholen. Desalniettemin bleek al heel snel dat ongeveer 170 van de 750 scholen er toch op achteruit zouden gaan. Een aantal scholen heeft beroep aangetekend en de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wilde graag een algemeen overleg voeren wanneer de Raad van State uitspraak zou hebben gedaan. Inmiddels heeft de Raad van State uitspraak gedaan. Mede namens de collega's van de fracties van de PvdA, D66 en het CDA zou ik ten behoeve van het algemeen overleg om een brief willen vragen met daarin de uitspraak van de Raad van State en de inhoudelijke reactie van de staatssecretaris daarop. Ook vraag ik om in de brief inzicht te geven in de feitelijke situatie: wat gaan de scholen erop achteruit? Er zijn ook scholen die erop vooruitgaan; hoeveel gaan die erop vooruit? Voorts vraag ik om in de brief aan te geven of deze uitspraak nog consequenties heeft in verband met de overgang van een school-GPL naar de landelijke GPL.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van der Linden.
De heer Van der Linden (CDA):
Voorzitter! Volgende week woensdag houdt de Kamer een algemeen overleg over de varkenspest. Wij hebben gisteren een werkbezoek gebracht met een delegatie van de CDA-fractie. En wij zijn gestuit op een groot probleem in het gebied Rijsbergen-Best. Daar is een onhoudbare situatie ontstaan. De termijn van 30 dagen, die er normaal voor staat, is nu ruim overschreden. Ik verzoek u om de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te vragen vandaag of morgen een beslissing aan de Kamer kenbaar te maken over de wijze waarop hij verder met dit gebied omgaat: hetzij het gebied vrijgeven, hetzij ook dat gebied voor een opkoopregeling in aanmerking laten komen. Uit een oogpunt van zowel dierenwelzijn als de bedrijfsmatige gang van zaken op de boerenbedrijven zelf moeten wij die situatie niet laten voortduren. Daarom willen wij het nu vragen en niet wachten tot volgende week woensdag, omdat het dan te laat is.
Ik wil de minister ook vragen om de Kamer erover te informeren op welke wijze hij de capaciteitsproblemen bij de opkoopregeling zal aanpakken. Wij pleiten ervoor om te kijken naar de wijze waarop dat in België is gedaan. In onze ogen is dat een betere aanpak om de problemen versneld weg te werken.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van de Camp.
De heer Van de Camp (CDA):
Voorzitter! De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 12 maart een algemeen overleg gevoerd met mevrouw Borst over het experiment heroïneverstrekking. In dat algemeen overleg is door mevrouw Borst nadere informatie toegezegd over de internationale goedkeuring van dat project, het aantal deelnemers en het bijgebruik door de mensen die heroïne zullen krijgen. Tot op dit moment hebben wij die brief nog niet ontvangen. Wij willen via u vragen of het ministerie van VWS die brief met spoed kan sturen, opdat wij het debat plenair kunnen afronden.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Gabor.
De heer Gabor (CDA):
Voorzitter! De betrekkingen met Turkije vervullen de CDA-fractie met grote zorg. In dat verband vragen wij de minister van Buitenlandse Zaken om de Kamer via een brief op drie punten te informeren.
Het eerste punt is de reactie van de minister van Buitenlandse Zaken, toen hij op 3 april in Turkije was, op de toonhoogte van de Turkse reacties op het tragische gebeuren in de Schilderswijk, daarbij betrekkend de uitspraken die zijn gedaan door premier Erbakan en door de Turkse delegatie in Nederland.
Het tweede punt is het standpunt van het kabinet inzake de toetreding van Turkije tot de Europese Unie in relatie tot het wegvallen van een deel van de steun binnen paars na de uitspraken van zaterdag jongstleden.
Het derde punt is de toekomstige relatie met Turkije.
Ik verzoek de minister om ons voor 17 april a.s. te informeren, dus voor het debat dat wij dan in de Kamer hebben over Turkije.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Verhagen.
De heer Verhagen (CDA):
Voorzitter! Op Teletekst konden wij lezen dat het zomerexperiment "Het beste van Nederland", dat door de Wereldomroep vorig jaar is begonnen, dit jaar in samenwerking met de NOS zal geschieden. Dat schijnt niet juist te zijn. De Kamer heeft een motie-Verhagen aanvaard, waarin de Kamer zich heeft uitgesproken voor voortzetting van zomertelevisie via de Wereldomroep. Van staatssecretaris Nuis hoor ik graag wat de stand van zaken is en of hij van plan is de motie-Verhagen uit te voeren. De Kamerbreed gesteunde voortzetting van het experiment zal daadwerkelijk gestalte moeten krijgen en mag niet ondergesneeuwd raken door een andere vorm, zoals door de NOS gesuggereerd wordt.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-19961997-4749-4751.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.