Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. vier koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Regels met betrekking tot de inburgering van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering nieuwkomers) (25114);

Samenvoeging van de gemeenten Weert en Stramproy (25115);

Samenvoeging van de gemeenten Boekel, Uden en Veghel (25116);

Nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene Nabestaandenwet en enige andere wetten (aanpassing in verband met gebleken knelpunten en onbillijkheden) (25117).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. negen brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling dat zij in haar vergadering van 26 november 1996 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 24626, 24689, 24763, 24848, 24858, 24866, 24450, 24554 en 24220, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

3. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van een verslag van de ministeriële IGC-zitting van 28 oktober jl., alsmede een vooruitblik op de ministeriële IGC-zitting van 25 november a.s. (24609), nr. 13);

  • een, over een motie van het lid Van Traa i.v.m. de mensenrechtensituatie en de implementatie van het exportinstrumentarium uit het HGIS (25000-V, nr. 45);

twee, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de Raad van ministers voor ontwikkelingssamenwerking (21501-04, nr. 41);

  • een, over een reactie op een motie over de passage "met name zal er een begin gemaakt moeten worden met het verlagen van de tarieven voor kinderhandvrije producten" (25000-V, nr. 46);

twee, van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van de Nederlandse versie van documenten bestemd voor de JBZ-raad (23490, nr. 59);

  • een, over de situatie bij het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie (LSOP) en de voornemens inzake de toekomstige ontwikkeling van het politieonderwijs (25016);

een, van de staatssecretaris van Justitie, over het controleregime op de G-pier (19326, nr. 151);

drie, van de minister van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van de vierde jaarlijkse voortgangsrapportage Vrouwen in politiek en openbaar bestuur (22777, nr. 7);

  • een, over Vrouwen in politiek en openbaar bestuur (22777, nr. 8);

  • een, ten geleide van twee notities inzake het beleidsplan "Politie en diversiteit 1996-2000", alsmede het beleidsprogramma "Een kleurrijk korps" (25016, nr. 4);

twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over wachtgelden (25000-VIII, nr. 53);

  • een, inzake de Katholieke Universiteit Tilburg bij de behandeling van de MUB (24646, nr. 81);

vier, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over de positie van het onderwijs aan in hun ontwikkeling bedreigde kleuters (IOBK) (21860, nr. 48);

  • een, over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het vbo-groen in staat zal worden gesteld om de gemengde leerweg aan te bieden (24578, nr. 4);

  • een, over de Wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met het omvormen van de met de inning van de omroepbijdragen belaste dienst van de Koninklijke PTT Nederland N.V. tot een publiekrechtelijk vormgegeven zelfstandig bestuursorgaan (24648), nr. 11);

  • een, over de Wijziging van het Mediabesluit (25113);

drie, van de minister van Financiën, te weten:

  • een, ten geleide van de ontwerpagenda voor de Ecofin-raad (21501-07, nr. 172);

  • een, ten geleide van de nota "Versterking van budgettaire discipline in de derde fase van de EMU" (25107);

  • een, over het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie (25110, nr. 4);

een, van de staatssecretaris van Financiën, ten geleide van antwoorden op vragen inzake het belastingplan 1997 (25052, nr. 23);

twee, van de staatssecretaris van Defensie, te weten:

  • een, over de aanschaf van 90 zogenaamde VN-voertuigen van het type SISU XA-188 (25000-X, nr. 35);

  • een, over vervuiling van kazerneterreinen (25000-X, nr. 37);

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de opslag van gevaarlijke stoffen bij op- en overslagbedrijven (25000-XI, nr. 43);

vijf, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over de resultaten van de proef met een spitsstrook op de A28 tussen Zeist en Utrecht (25000-XII, nr. 11);

  • een, over de financiële verantwoording 1995 en de begroting 1997 (25000-XII, nr. 13);

  • een, over de samenloop van de financieringsbehoefte van de HSL-Zuid en het Tweede Tactische Pakket (TTP) en de verhouding tot de financiële aspecten van de SWAB-nota (25003 en 25022, nr. 19);

  • een, over de nota's "Samen werken aan bereikbaarheid" en "Transport in balans" (25022, nr. 4);

  • een, over de vraag wat er in de "Nachtaanwijzing" opgenomen kan worden ten aanzien van het aantal nachtvluchten (25089, nr. 12);

vier, van de minister van Economische Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van de agenda voor de Energieraad van 3 december 1996 (21501-14, nr. 35);

  • een, over de conceptagenda voor de Europese Onderzoekraad op 5 december 1996 (21501-13, nr. 36);

  • een, ten geleide van het verslag van de Industrieraad die is gehouden op 14 november 1996 (21501-12, nr. 37);

  • een, over de verwerving van aandelen Fokker door Dasa (22895, nr. 22);

drie, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te weten:

  • een, over het stimuleringskader (24140, nr. 33);

  • een, over het vertragen en/of niet doorgaan van landinrichtingsprojecten (25000-XIV, nr. 36);

  • een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de bijzondere bijstand (24772, nr. 16);

twee, van de ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de Raad van ministers van volksgezondheid (21501-19, nr. 19);

  • een, over de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (25000-XVI, nr. 17);

een, van de commissie voor de Werkwijze der Kamer, inzake voorstel van de commissie voor de Werkwijze der Kamer tot wijziging van het Reglement van orde (25118);

een, van de leden Van Heemst en Korthals, over de Wet Victor (24549, nr. 6);

een, van het lid Valk c.s. inzake de uitdrukkelijke goedkeuring van de Overeenkomsten inzake Partnerschap en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en, respectievelijk, de Republiek Moldavië, de Republiek Kazachstan, de Republiek Kirgizstan en de Republiek Wit-Rusland, anderzijds (25086, nr. 2).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

4. de volgende brieven:

een, van de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, ten geleide van het rapport-De Ruiter;

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, over Wijziging van het verdrag betreffende de uitwatering van schepen;

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, ten geleide van het onderzoek "Onder schot" over het voorwapengebruik van de politie in Nederland in de periode 1978-1995;

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de kwaliteit van de internationaliseringsprogramma's IKU, GROS, PLATO en SESAM;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het Plan van aanpak vakinhoudelijke om- en nascholing en onderwijsbevoegdheden profiel tweede fase vo;

een, van de staatssecretaris van Financiën, de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken, ten geleide van de notitie inzake onderzoek in het kader van de regulerende energiebelasting naar minima, chronisch zieken en gehandicapten met een hoog energieverbruik;

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over het Raadadvies verkeershandhaving;

  • een, ten geleide van het rapport van bevindingen OVI en OVV over Samen werken aan bereikbaarheid en Transport in balans;

een, van de minister van Economische Zaken, ten geleide van Aanbieding mja banken over energiebesparing;

twee, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, ten geleide van het rapport Arbeidsinspectie;

  • een, over de resultaten van de Baliedebatten;

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van het evaluatierapport Het levenseinde in de medische praktijk (1995, 1990);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over eigen bijdragen flankerend beleid Overgangswet verzorgingshuizen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

5. een brief van de staatssecretaris van Defensie, over de afstoting van Leopard-2-tanks.

De voorzitter stelt voor, deze brief door te zenden aan de betrokken commissie ter vertrouwelijke kennisneming door de leden;

6. de volgende adressen:

een, van mevrouw H. van der Hoofd-van der Zwart te Numansdorp, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994 en 1995;

een, van M.R. Wijnaar te Rotterdam, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1995;

een, van mevrouw M.H.J.F. van den Berg te Amsterdam, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1994;

een, van J.G.P. van Iersel te Eindhoven, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1992;

een, van De Cruydthof te Balkbrug, met betrekking tot accijns op medicinale kruidensigaretten;

een, van mevrouw F. Barati Kaljahy te Almere, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994;

een, van A. van Meeteren te Molenaarsgraaf, met betrekking tot kwijtschelding van een aanslag in de motorrijtuigenbelasting;

een, van mevrouw D.L. Sinnecker te Maarssen, met betrekking tot kwijtschelding van een belastingschuld;

een, van B.B. Leuhery te Maarssen, met betrekking tot een betalingsregeling voor een belastingschuld;

een, van B. Stemerding te Amersfoort, met betrekking tot verlegging peiljaar studiefinanciering;

een, van mevrouw C. de Hartogh te Amsterdam, met betrekking tot toepassing van artikel 11 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

7. een brief van mr. P.P.M. Ruijs, ten geleide van een verslag van een symposium over de integriteit van de Nederlandse rechterlijke macht.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissie.

Naar boven