Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Justitie en de algemene commissie voor Europese Zaken stel ik voor, de wens uit te spreken dat de bij brief van 27 november 1996 overgelegde ontwerpbesluiten Uitvoerend Comité Schengen (19326, nr. 152) de uitdrukkelijke instemming van de Staten-Generaal behoeven.

Ik stel voor, de spreektijden bij het Europadebat als volgt vast te stellen: de fracties van PvdA, CDA en VVD elk 15 minuten; de fractie van D66 12 minuten; de fractie van GroenLinks 10 minuten; de overige fracties 7 minuten; de groep-Nijpels en de heer Hendriks elk 3,5 minuut.

Voorts stel ik voor om het debat inzake telecomaangelegenheden van de agenda af te voeren aangezien aan een dergelijk debat inmiddels geen behoefte meer bestaat.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken:

  • - het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de inburgering van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering nieuwkomers) (25114);

  • - het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Weert en Stramproy (25115);

  • - het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Boekel, Uden en Veghel (25116);

b. de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

  • - het wetsvoorstel Nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene Nabestaandenwet en enige andere wetten (aanpassing in verband met gebleken knelpunten en onbillijkheden) (25117);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Organisatiewet sociale verzekeringen en enkele andere wetten (25148).

Het woord is aan de heer Van Gelder.

De heer Van Gelder (PvdA):

Voorzitter! Namens de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vraag ik uw aandacht voor het volgende. Wij hebben alles in het werk gesteld om te bereiken dat vandaag de stemmingen over de begroting van OCW zouden worden gehouden. Echter, tot onze verbazing staan deze stemmingen niet op de agenda voor de vergadering van heden. De commissie verzoekt u te bewerkstelligen dat deze stemmingen in elk geval de volgende week, maar als het enigszins kan eerder, plaatsvinden. Hier zit namelijk nogal veel aan vast aangezien beschikkingen moeten worden getroffen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek van de heer Van Gelder te voldoen en de volgende week te stemmen over de begroting van OCW.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gelder.

De heer Van Gelder (PvdA):

Voorzitter! De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft er enige tijd geleden op aangedrongen dat een drietal wetsvoorstellen nog vóór 1 december zou worden afgehandeld. Aangezien dit niet is gelukt, verzoeken wij u om te bewerkstelligen dat die afhandeling nog voor het kerstreces plaatsvindt. Het betreft de OKF-operatie, de overdracht van huisvesting in de BVE-sector, de regeling met betrekking tot de Onderwijsraad en de regeling met betrekking tot de Adviesraad voor wetenschap en technologiebeleid.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Het was de fractie van het CDA niet bekend dat vanmiddag opnieuw het verzoek zou worden gedaan om het wetsvoorstel inzake de OKF-operatie snel af te handelen. Ik wijs erop dat er een nota van wijziging ligt, als gevolg waarvan dit wetsvoorstel pas op 1 juli 1997 in werking zal treden. Voorzover er nu namens de vaste commissie wordt gesproken, moet ik zeggen dat een en ander mij niet bekend is.

De voorzitter:

Wellicht kan men in de vaste commissie even uitzoeken hoe dit dient te verlopen.

De heer Van Gelder (PvdA):

Mij was niet anders bekend dan dat ik namens de vaste commissie kon spreken.

De voorzitter:

Kennelijk valt dat tegen. Ik stel voor dat men hierop later terugkomt. Op dat moment zullen wij nagaan of aan het verzoek kan worden voldaan.

Het woord is aan mevrouw Sipkes.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! De vorige week vond, voor het eerst sinds jaren, een algemeen overleg plaats over het Nederlandse wapenexportbeleid. Daarbij bleek dat het criterium "al dan niet schenden van mensenrechten" nog altijd voor veel interpretaties vatbaar was. Om die reden verzoek ik u het verslag van dit algemeen overleg op de agenda voor de plenaire vergadering te plaatsen. Wellicht kunt u daarvoor deze of de volgende week een plekje vinden. Het heeft niet bepaald haast, maar er dient wel vóór het kerstreces over dit verslag te worden gesproken.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Ook mijn fractie verlangt een plenaire afronding van het door mevrouw Sipkes genoemde overleg, zodat zij haar verzoek ondersteunt.

De heer Houda (PvdA):

Dat geldt ook voor de fractie van de PvdA, voorzitter.

De voorzitter:

De discussie over dit verslag zal plaatsvinden in de vorm van een tweeminutendebat. Er zal worden gezocht naar een mogelijkheid om het verslag een plaats te geven op de agenda van deze week of van de volgende week.

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Ik heb verleden week gevraagd om een brief van het kabinet waarin het ons informeert over de besluitvorming in Stuttgart naar aanleiding van Zaïre en Rwanda. Ik heb begrepen dat men voornemens is om vanmiddag een brief te versturen over de humanitaire hulpverlening naar aanleiding van afspraken die in Genève gemaakt zijn.

Aangezien wij morgen een algemeen overleg hebben met minister Pronk over onder andere Zaïre, stel ik het op prijs als wij vóór morgen geïnformeerd worden over de militaire kant, de mogelijkheden van een interventiemacht en vooral de standpunten die op dit moment door de internationale gemeenschap worden ingenomen, alsook de standpunten van het kabinet terzake. Er zijn namelijk veel onduidelijkheden over de werkelijke voortgang in de besluitvorming. Daarom stel ik het op prijs om vóór het debat morgen de brief van het kabinet terzake te mogen ontvangen.

Mevrouw Roethof (D66):

Voorzitter! Wij steunen dit verzoek.

Mevrouw Verspaget (PvdA):

Voorzitter! Ook wij steunen dit verzoek.

De heer Van den Doel (VVD):

Voorzitter! De VVD-fractie steunt dit verzoek ook.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Soutendijk.

Mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn (CDA):

Voorzitter! De minister van Justitie, mevrouw Sorgdrager, heeft zich op de conferentie te Stockholm opgeworpen als een serieuze internationale strijdster tegen seksueel misbruik van kinderen. Nu is die opstelling wat moeilijk te rijmen met haar recente opstelling in Europees verband. Daar heeft onze minister zich namelijk als enige verzet tegen strafbaarstelling van het bezit van kinderporno. Dat is voor onze fractie des temeer moeilijk te rijmen nu in Nederland in ieder geval is besloten tot een onderzoek naar de opvatting daarover in Nederland.

Ik wil dan ook graag een brief van de minister van Justitie ontvangen waarin zij uiteenzet op welke wijze dat verzet in Europees verband zich rijmt met haar uitspraken in het kader van de conferentie in Stockholm.

De heer De Graaf (D66):

Voorzitter! Ik merk alleen op aan het adres van mevrouw Soutendijk dat de opstelling van de minister van Justitie in de JBZ-raad op dit punt de instemming had van de Kamer in het overleg van twee weken geleden.

Mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn (CDA):

Dat neemt niet weg dat wij toch geïnteresseerd zijn in een uiteenzetting van de minister van die opstelling in Europees verband. Wij willen daarover dus graag in een brief geïnformeerd worden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rabbae.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Mijn verzoek aan het kabinet om ons een brief te doen toekomen, trek ik in omdat ik inmiddels heb vernomen dat collega Reitsma van het CDA over hetzelfde onderwerp al schriftelijke vragen aan dezelfde minister heeft gesteld.

De voorzitter:

Daar nemen wij kennis van.

Het woord is aan de heer Hendriks.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Zeer recent heeft de Kamer een brief van de vaste commissie voor Justitie ontvangen over een zaak waarover wij direct gaan stemmen. Dat betreft een brief aan de president van de Hoge Raad. De inhoud daarvan is zeer belangrijk voor mijn stem. Ik denk dat dit ook voor de andere leden geldt. Ik vraag u dan ook bij dezen of wij ervan kunnen uitgaan dat de wens van de vaste commissie voor Justitie, die door ons gedeeld wordt, door de president van de Hoge Raad inmiddels is geëffectueerd en dat de voltallige Hoge Raad kennis heeft genomen van de desbetreffende vacature. Dat bleek tot nu toe namelijk niet het geval te zijn.

De voorzitter:

Ik kan u daar geen antwoord op geven. Maar wellicht kan de heer Van der Burg daarop reageren.

De heer Van der Burg (CDA):

Voorzitter! In de vaste commissie is afgesproken naar aanleiding van een gesprek dat die commissie in beslotenheid heeft gehad, een brief te sturen aan de president van de Hoge Raad en de procureur-generaal. Daarvan heeft ook collega Hendriks kennis kunnen nemen. Ik neem aan dat in het goed verkeer tussen de vaste commissie en de president en de procureur-generaal de brief ter bestemder plaatse in goede aarde is gevallen.

De heer Hendriks:

Dan mag dit een bevestiging zijn. Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Janmaat.

De heer Janmaat (CD):

Mijnheer de voorzitter! De situatie op de middelbare scholen baart de CD-fractie ernstig zorgen. Ook nu er de laatste tijd, in het bijzonder vandaag, persberichten zijn verschenen, aangevende dat op een Amsterdamse school mondeling als het ware een begin is gemaakt om de wereldoorlog over te doen en waar intussen, door handtastelijkheden, een docent in de Ziektewet is beland. Op de desbetreffende school vinden dergelijke situaties meermaals plaats.

Wij vragen een brief van de staatssecretaris van Onderwijs, waarin zij dit specifieke geval uiteenzet en aangeeft welke stappen zij daar met het schoolbestuur denkt te ondernemen en hoe zij voorts, juist in verband met een mogelijke uitbreiding van dergelijke excessen, haar algemene beleid inzake integratie wil bijstellen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klein Molekamp.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Voorzitter! De behandeling van de begroting van Sociale Zaken is onder andere uitgesteld om de resultaten van het najaarsoverleg mee te nemen. Nu vindt dat najaarsoverleg aanstaande woensdag plaats, maar wij kunnen er alleen maar serieus over debatteren, als wij woensdag nog het verslag van de minister van Sociale Zaken hebben. Ik zou willen vragen of dat ook zo zal zijn. De tweede vraag is of de minister daarbij de antwoorden op de vragen 7, 28 en 29 van de Sociale nota zou willen meenemen.

De heer Bakker (D66):

Ik ondersteun dit van harte, voorzitter.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven