Aan de orde is de benoeming van de voorzitter van de Kamer.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Heerma.

De heer Heerma (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Gegeven de omstandigheid dat de Partij van de Arbeid als grootste groepering in deze Kamer afziet van het stellen van een kandidaat voor het voorzitterschap, stelt de CDA-fractie de heer Bukman kandidaat voor het Kamervoorzitterschap. Ik geef de Kamer in overweging deze kandidatuur te steunen.

De voorzitter:

Ik benoem tot stemopnemers het lid Van Gelder, tevens voorzitter, en de leden Lansink, Ter Veer en Van Heemskerck Pillis-Duvekot.

Bij de stemming, waaraan 136 leden hebben deelgenomen, terwijl 136 leden de presentielijst hebben getekend, verkrijgen de heer Bukman 85 stemmen, mevrouw Doelman-Pel 45 stemmen, mevrouw Van Nieuwenhoven 2 stemmen en de heer Schutte 1 stem, terwijl er 3 blanco stemmen zijn uitgebracht.

(Applaus)

De voorzitter:

Aangezien de heer Bukman de absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen heeft behaald, is hij gekozen.

Ik wens hem geluk met zijn benoeming en verzoek hem de voorzittersstoel in te nemen.

Voorzitter: Bukman

De voorzitter:

Waarde collega's! Bedankt voor uw geduld.

U heeft gesproken en u heeft het laatste en het beslissende woord, als het gaat om de keuze van uw eigen voorzitter. De meerderheid van u, dus de Kamer, heeft zich voor mij uitgesproken. Ik aanvaard mijn benoeming, voorzover dit nog niet duidelijk was uit het feit dat ik hier ben gaan zitten.

Ik verzeker u dat ik mij zeer zal inspannen om mijn verkiezing tot uw voorzitter in waardigheid waar te maken. Uw áller voorzitter: van voorstanders en van tegenstanders, van vrouwen en van mannen, van paars en van de oppositie, van leden van kleine en van leden van grote fracties, van breedsprakigen en van collega's die weinig woorden nodig hebben, van collega's wier charme ligt in hun vasthoudendheid of juist in hun beweeglijkheid, kortom, van u allen, op welke wijze u ook te rubriceren bent, maar vooral van u allen persoonlijk; daar kunt u van op aan.

De keuze van een nieuwe voorzitter heeft lang geduurd. Het vertrek van de vorige bleef lange tijd in de lucht hangen, zodat er geen vacature was, maar wel discussie, discussie over de vraag: wat te doen, als zo'n vacature zou ontstaan? Toen dit laatste eenmaal het geval was, brandde de discussie pas echt los. Welke conclusie mag daaruit getrokken worden? Ik houd het erop dat het de Kamer zeer ter harte gaat wie haar voorzitter wordt. Dat is een discussie waard en die discussie wordt terecht gevoerd.

Zonder vooruit te willen lopen op toekomstige discussies, zou ik uw speciale aandacht willen vragen voor twee specifieke problemen, die ook de komende jaren veel aandacht van ons zullen vragen.

In de eerste plaats: de afstand tussen volk en volksvertegenwoordiging. Natuurlijk is dat een verantwoordelijkheid van ons allen afzonderlijk, als gekozenen, maar ook van onze fracties, zowel binnenshuis als buitenshuis. Ondanks alle pogingen de relevantie van ons werk voor Nederland beter over te brengen op de bevolking, onze kiezers, blijft de opmerking "Waar zijn zij in de Kamer toch mee bezig?", te veelvuldig weerklinken. Dat is niet alleen slecht voor het imago van de volksvertegenwoordiging, maar op den duur ook ondermijnend voor de werking van onze democratie.

Nu is veel van wat wij hier bespreken, zeer gecompliceerd en versimpeling kan leiden tot misverstanden onder elkaar en frustratie in de besluitvorming. Dat moge zo zijn, maar dat neemt niet weg dat wij ons meer zullen moeten inspannen om verstaanbaar te zijn voor degenen die wij als collectivum vertegenwoordigen. Het wekelijkse vragenuurtje was ook bedoeld om de directe band met de kiezers te versterken door relevante dingen van alledag op een vast tijdstip kort en bondig met elkaar en met de regering te bespreken. Maar ook hier zien wij dat het Buitenhofjargon dikwijls in de kortste keren wordt omgezet in Binnenhofjargon, wat de animo bij de kijkers om aan de buis te blijven zeker niet zal vergroten. Dat is jammer. Ik denk dat wij op het gebied van de verstaanbaarheid veel vooruitgang boeken, maar nog niet voldoende. Derhalve zal dit punt naar mijn oordeel hoog op onze gemeenschappelijke agenda moeten blijven.

Het tweede punt is het wegwerken van het zogenaamde democratisch deficit in Europa; de onvoldoende democratische controle op de Europese Unie. Daar zit een element in dat het Europees Parlement regardeert en een groot element dat de nationale parlementen regardeert. Dat zijn in zekere zin concurrerende firma's. Als de competitie tussen die twee is uitgewoed, hebben wij dan het democratisch deficit opgevuld of alleen een nieuwe verdeling van verantwoordelijkheden bereikt? Ook hier geldt naast het versterken van het controle-element, de absolute noodzaak van transparantie en relevantie voor de burger. Als dat niet snel verbetert, komt er van het Europa van de burgers en dus van een duurzaam en echt democratisch Europa weinig terecht. Dit punt staat hoog genoteerd op de agenda van de intergouvernementele conferentie en wij zullen er als Kamer hard aan moeten werken dat het ook dienovereenkomstig aandacht krijgt.

Waarde collega's. Ik had u niet beloofd het kort te houden, maar ik wil het wel doen. Ik wil eindigen met een interessante quote van mijn voorganger, genoteerd in de Kamerbode van vorige week, die luidt: "Kamervoorzitter is de mooiste functie in de politiek, je hoort alles, je ziet alles, en iedereen is aardig voor je." Daar gaan we dan! Ik dank u zeer.

(Applaus)

De voorzitter:

Waarde collega's! De eerste plaatsvervangend voorzitter van de Kamer heeft mij dringend verzocht om na het uitspreken van deze korte woorden, een ogenblik de vergadering te schorsen. In mijn eenvoud wil ik hieraan tegemoetkomen.

De vergadering wordt van 15.47 uur tot 16.02 geschorst.

De voorzitter:

Het is mij gebleken dat de Kamer de benoeming van de overige leden van het Presidium niet aan zich wenst te houden, wat zou kunnen betekenen dat het Presidium in zijn huidige samenstelling kan blijven functioneren.

Ik stel voor, de huidige leden van het Presidium in dezelfde rangorde te herbenoemen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven