Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week:

• - het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de inburgering van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering nieuwkomers) (25114) (plenaire afronding);

• - het wetsvoorstel Regelen met betrekking tot de organisatie van de bloedvoorziening (Wet inzake bloedvoorziening) (25649);

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen en van de Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen (25662);

• - het wetsvoorstel Aanpassing van bijzondere wetten aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet derde tranche Awb II) (25464).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 18, 19 en 20 november:

• - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1998 (25600-XVI).

Op verzoek van de heer Van Waning stel ik voor, bij de begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat tevens te behandelen:

• - de motie-Van Waning/Huys over het zuinig gebruik van primaire grondstoffen (23625, nr. 13).

Ik stel voor, de stukken 22187, nr. 51, 22589, nr. 123 en 25680, nr. 1, voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Nieuwenhoven.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Voorzitter! Dinsdag hebben wij een brief van de minister van Buitenlandse Zaken gekregen over de toestand in Suriname, waarin de minister van Buitenlandse Zaken de Kamer verzekerde dat hem door het openbaar ministerie in Suriname een juiste rechtsgang beloofd was. Enkele uren geleden heb ik van een vertegenwoordiger van het mensenrechtencomité in Suriname te horen gekregen dat tot op dit moment de toegang geweigerd wordt aan een advocaat bij de arrestanten. Ik zou via u graag de minister van Buitenlandse Zaken om opheldering hierover willen vragen. Ik zou graag willen weten wat hij daaraan gaat doen en ik zou graag, kan het zijn heden, nog een brief van de minister van Buitenlandse Zaken willen hebben om de Kamer daarover in te lichten.

De voorzitter:

Ik neem aan dat dit de instemming van de collega's heeft?

De heer Blaauw (VVD):

Voorzitter! Is dit in vervolg op het overleg dat er gisteren is geweest?

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Voorzitter! Ik heb expres niet over het overleg van gisteren gesproken, omdat dit een besloten overleg was. Ik heb het over de brief die de minister van Buitenlandse Zaken ons dinsdag gestuurd heeft, waarin hij ons van een adequate rechtsgang verzekerd had en omdat ik net een paar uur geleden gehoord heb uit Suriname over het tot op heden geen toegang verlenen van een advocaat, hetgeen mij in strijd lijkt met een juiste rechtsgang. Vandaar dat ik aan de brief refereer en niet aan het overleg van gisteren.

De voorzitter:

Dat lijkt mij juist. Het is ook niet gebruikelijk om te refereren aan vertrouwelijk overleg.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.