Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. twee koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Wijziging van de rijkswet van 15 april 1994 tot wijziging van de wet van 4 april 1892, houdende instelling van de Orde van Oranje-Nassau, en van de wet van 29 september 1815, houdende instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw, alsmede instelling van het Kapittel voor de civiele orden, met betrekking tot het vervallen van de algemene adviestaak van het Kapittel (24579, R1563);

Instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het energiebeleid (Wet op de Algemene Energieraad 1997) (24582).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van informatie met betrekking tot een aantal verdragen vermeld op de lijst van in voorbereiding zijnde verdragen met als peildatum 15 september 1995 (23530, nr. 16);

  • een, ten geleide van een Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oezbekistan inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden (24585);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, ten geleide van het verslag van de vergadering van de Raad van ministers voor ontwikkelingssamenwerking van 20 december 1995 (21501-04, nr. 38);

twee, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, over de mogelijke ontwikkelingen rond het euthanasievraagstuk (23877, nr. 9);

  • een, over de bevindingen ten aanzien van de uitvoer van XTC-tabletten naar Groot-Brittannië (24400-VI, nr. 30;

twee, van de staatssecretaris van Justitie, te weten:

  • een, over de privaatrechtelijke aspecten van de registratie van leefvormen (22700, nr. 7);

  • een, ten geleide van een antwoord inzake de jeugdcriminaliteit (24485, nr. 3);

twee, van de minister van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, over de totstandkoming van een algemene wet op zelfstandige bestuursorganen (21427, nr. 126);

  • een, ten geleide van de Arbeidsmarktrapportage Overheid (24400-VII, nr. 32);

twee, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, over de zogenoemde C20-gemeenten (21427, nr. 127);

  • een, over de evaluatie van de eerste verruimingsstap (24158, nr. 11);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het in kaart brengen van de voor- en nadelen van samenvoeging in het voortgezet onderwijs (24322, nr. 6);

twee, van de staatssecretaris van Defensie, te weten:

  • een, over de behoefte aan gevechtsveldcontroleradars bij de Koninklijke landmacht en de Koninklijke marine (24400-X, nr. 62);

  • een, over een oefenterrein voor de luchtmobiele brigade (23707, nr. 14);

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de huurontwikkeling in relatie tot de inflatie, de minimale huursom en de maximale stijging per woning (24400-XI, nr. 48);

een, van de minister van Economische Zaken, over Fokker (22895, nr. 12);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de toewijzingsprocedure voor opleidingen beroepsonderwijs (24322, nr. 7);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de positie van de blindenwerkplaatsen in de sociale werkvoorziening (24400-XV, nr. 34);

drie, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, over de erkenning van drie uitvoeringsinstellingen (24215, nr. 10);

  • een, over de evaluatie na de inwerkingtreding van de WULBZ (24439, nr. 20);

  • een, over de regelgeving met betrekking tot de belegging door de sociale verzekeringsfondsen (24400-XV, nr. 35);

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over de modernisering van de thuiszorg (23235, nr. 7);

  • een, over normering en protocollering van rentekosten (24400-XVI, nr. 64);

een, van de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de zorgvernieuwing in de AWBZ (24404, nr. 16);

drie, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over de modernisering ouderenzorg (24333, nr. 7);

  • een, over de maatschappelijke opvang (24400-XVI, nr. 62);

  • een, over de betekenis van het zgn. gesloten dossier in relatie tot het dierproevenbeleid (24400-XVI, nr. 63);

een, van het Presidium, ten geleide van de regeling financiële ondersteuning fracties (24586).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van administratieve akkoorden met Mali inzake technische samenwerking;

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, ten geleide van een verslag van de Uitvoerende Raden van UNDP, UNFPA, UNICEF en WFP, 1995;

twee, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, ten geleide van het nieuwe Draadboek voor de wetgeving;

  • een, ten geleide van de eerste wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving;

een, van de minister van Financiën, inzake stortingen en geldleningen ten laste van de Staat der Nederlanden in het vierde kwartaal van 1995;

een, van de ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van het Structuurschema Groene Ruimte.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van mevrouw Koopman te Oldemarkt, met betrekking tot kwijtschelding van een belastingschuld;

een, van mevrouw M.M. Hertsenberg-Gras te Nijmegen, met betrekking tot aftrekbare kosten;

een, van F. ter Haar te Dongen, met betrekking tot de Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding en uitvoering Ziekenfondswet;

een, van F.J. Teunissen te Oss, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van Sombroek Tuindersbedrijf Heiloo BV te Heiloo, met betrekking tot belasting zware motorrijtuigen (BZM);

een, van W. Tijssen te Tilburg, met betrekking tot toepassing van de hardheidsclausule inzake aftrek adoptiekosten;

een, van R.L.P. Drost te Franeker, met betrekking tot kwijtschelding van een belastingschuld;

een, van Politieregio Brabant Zuid-Oost te Eindhoven, met betrekking tot naheffingsaanslag overdrachtsbelasting;

een, van J.A. van de Langkruis te Leidschendam, met betrekking tot toepassing bijzonder tarief bij vervreemding auteursrecht;

een, van fam. J. Roelofsen te Ede, met betrekking tot een belastingschuld;

een, van mevrouw W.J.M. Eine te Huizen, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. de volgende brieven:

een, van R. Hillmann, over het instellen van een ecotax op energie;

een, van Stadsdeel Zuidoost gemeente Amsterdam, over de drugsproblematiek Amsterdam-Zuidoost;

een, van het gemeentebestuur van Putten, ten geleide van een motie die is aangenomen inzake de gevoelens van onveiligheid voor de burgers;

een, inzake staatshouding t.o.v. onder andere topsporters als miljonair;

een, van het Internationale Romano-committee, over de op handen zijnde uitzetting naar onveilige landen.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissies.

Naar boven