Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | nr. 48, pagina 3573-3576 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | nr. 48, pagina 3573-3576 |
Er is geen inhoudsopgave aanwezig.
Vragen van het lid Dittrich aan de staatssecretaris van Justitie, over de verdwijning van jonge asielzoekers uit het asielzoekerscentrum Beatrixoord, het afgelopen jaar.
De heer Dittrich (D66):
Voorzitter! Het NOS-journaal en enkele kranten hebben de afgelopen dagen bericht over de verdwijning van 150 minderjarige asielzoekers uit het opvangcentrum Beatrixoord in Eindhoven. De meest afschuwelijke veronderstellingen deden de ronde over de reden van de verdwijning van deze jonge mensen; kinderprostitutie, slavenhandel, zelfs orgaanhandel is genoemd en ook het motief gezinshereniging werd vermeld. De fractie van D66 vindt het zorgelijk dat minderjarigen die zijn toevertrouwd aan de Nederlandse overheid zouden zijn verdwenen. Duidelijkheid over hetgeen er gebeurd is, vinden wij belangrijk. Daarom stel ik de staatssecretaris de volgende vragen.
Is het juist dat 150 minderjarige asielzoekers het afgelopen jaar met onbekende bestemming zijn vertrokken uit het opvangcentrum? Zijn er ook verdwijningen van jongeren en kinderen uit andere opvangcentra gemeld? Zijn de minderjarigen ontvoerd, vrijwillig weggegaan of zijn er mensensmokkelorganisaties bij betrokken? Wat is er waar van de veronderstelling dat sommigen in de kinderprostitutie zijn beland of dat gezinshereniging het motief was voor de verdwijning? Op welke verifieerbare feiten zijn de berichten in de media eigenlijk gebaseerd? Wanneer is het onderzoek van de Eindhovense politie naar die verdwijningen gereed? Is de staatssecretaris bereid de onderzoeksresultaten zo snel mogelijk met de Kamer te bespreken?
Staatssecretaris Schmitz:
Voorzitter! Ik heb inderdaad kennis genomen van de berichten uit de pers maar ook van de rapportages van de afgelopen weken van het OC in Eindhoven. De heer Dittrich stelt deze vragen terecht, want er is enige reden tot verontrusting. Ik voeg er echter tegelijkertijd aan toe dat wij moeten oppassen voor speculaties.
Voorzitter! In de periode vanaf medio 1994 tot en met deze maand – ruim anderhalf jaar – zijn er inderdaad ongeveer 150 alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA's) uit het genoemde opvangcentrum vertrokken. Op dit moment wordt geïnventariseerd of dit ook in de andere centra het geval is. Mij is bericht dat ook uit Haarlem een niet onaanzienlijk aantal zou zijn vertrokken. Men spreekt over een getal van 90. In Oisterwijk is dat aantal veel geringer.
De heer Dittrich heeft gevraagd of de minderjarige asielzoekers zijn ontvoerd, vrijwillig zijn weggegaan of dat er mensensmokkelorganisaties bij betrokken zijn. In november hebben wij naar aanleiding van vragen van de heer Van Heemst over kinderen uit India gesproken. Er was toen een mensensmokkelorganisatie opgerold en daarbij zijn ook kinderen in Nederland aangetroffen. In dit geval vertrekken kinderen individueel. Voor zover thans bekend, zijn er geen eenduidige verklaringen van de beweegredenen te geven. Eind november, begin december 1995 heeft de stichting De opbouw het ministerie gemeld dat er sprake was van het vertrek van minderjarigen. Men veronderstelde dat het daarbij kon gaan om familiehereniging. Sommigen waren op doorreis naar familie. In dat verband wordt Canada genoemd. Het is ook mogelijk dat jongeren zich aan de controle onttrekken, omdat zij vrezen dat hun verzoek afgewezen wordt.
Er zijn geen harde gegevens dat die kinderen in de prostitutie terechtkomen of nog erger. Er is een geval bekend van een meisje – dat inmiddels overigens is teruggevonden en teruggekeerd – dat op het punt stond in de prostitutie te gaan. We hebben dat kunnen achterhalen. Ik meld de Kamer daarbij ter achtergrondinformatie dat het verschijnsel in de loop van 1995 wat is gaan toenemen. Dat is aanleiding geweest voor de immigratiedienst, met name het daarbij betrokken district samen met het opvangcentrum Eindhoven, om samen met de regiopolitie Brabant-Zuid om een onderzoek te vragen. De regiopolitie heeft dat opgepakt, samen met een team van de grensoverschrijdende criminaliteit van de marechaussee. Dat eerste onderzoek heeft geen harde conclusies opgeleverd. Hiervan is ook melding gemaakt aan de advocaat-generaal van het gerechtshof in Den Bosch. Besloten is tot een vervolgonderzoek en het instellen van een tactisch team. Dat vervolgonderzoek is inmiddels gestart, maar dat zal enige tijd gaan duren. Ik ben uiteraard bereid om de Kamer daarover nader te informeren zodra informatie voorhanden is. Mogelijk zal hierbij sprake moeten zijn van een tussentijdse rapportage, want ik kan niet overzien hoe lang dit onderzoek zal gaan duren en wanneer men kan gaan spreken van werkelijke resultaten, als die al te boeken zijn. Ik meld de Kamer hierbij ook nog dat de stichting De opbouw mij heeft geïnformeerd dat het vertrek van de jongeren waarschijnlijk al in de allereerste week of de eerste weken plaatsvindt. Er zit geen vast patroon in de beweegredenen of nationaliteit. Er zijn een stuk of 40 nationaliteiten bij betrokken. Bij meisjes uit Nigeria lijkt enig patroon te bestaan. Hier zijn een stuk of 19 gevallen van verdwijning vastgesteld. De meisjes lijken ook te zijn gekomen met Nederlandse telefoonnummers. Dat is ook onmiddellijk gemeld aan de vreemdelingendienst. Op dat punt zijn dus verder acties ondernomen. Er is daarnaast ook een behoorlijke groep jongens en meisjes uit Somalië, zo'n 26 personen. Ik zal de Kamer graag rapporteren wanneer er nadere informatie beschikbaar is. Ik moet hierbij natuurlijk wel aantekenen dat dit geen doorkruising kan zijn van een eventueel strafrechtelijk vervolg, als er inderdaad zaken zouden kunnen worden opgespoord.
De heer Dittrich (D66):
Voorzitter! Ik wil de staatssecretaris graag bedanken voor haar beantwoording. Ik vind met name de toezegging om tussentijds te rapporteren belangrijk. Het gaat hier om ongeveer 150 kinderen, terwijl ik begrijp dat het wellicht ook nog tientallen kinderen in Haarlem betreft.
Het antwoord van de staatssecretaris brengt mij op een paar vervolgvragen. Wij hebben inderdaad vorig jaar gesproken over de Indiase kinderen. Hier is een onderzoek naar geweest. Wij hebben hierover gisteren een brief ontvangen van de staatssecretaris. De staatssecretaris heeft zelf gezegd dat zij niet weet hoe lang het onderzoek gaat duren. Zouden er niet, hangende dat onderzoek, extra beschermingsmaatregelen voor de minderjarigen en jongeren in bijvoorbeeld Beatrixoord genomen kunnen worden? Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een 24-uursbegeleiding van de jongeren of aan het meezenden van een groepsleider wanneer ze de stad ingaan. Hoe is het overigens met de bewaking geregeld van het opvangcentrum en de receptie? Misschien kan de staatssecretaris hier ook nog op ingaan.
Staatssecretaris Schmitz:
Voorzitter! Een centrum dat een aanzienlijke groep AMA's, alleenstaande minderjarigen in huis heeft, heeft een speciaal team medewerkers voor deze mensen. Wij hebben in Eindhoven circa 15 formatieplaatsen om een groep van circa 100 van deze jongeren te begeleiden. Ik moet er wel op wijzen dat het natuurlijk net als de andere OC's en AZC's om een open centrum gaat, waarbij wel een meldingsplicht en dergelijke gelden. Wij kunnen de mensen dus niet helemaal afschermen van gevaren van buitenaf. Aan de andere kant zitten op dit moment de erbij betrokken organisaties om de tafel, zoals de COA, de politie, het openbaar ministerie, de stichting De opbouw, de raden voor de kinderbescherming en het ministerie. Wij bekijken of wij nog verdere maatregelen zouden kunnen nemen met behoud van het karakter van het open centrum gericht op de begeleiding van de alleenstaande.
Mevrouw Sipkes (GroenLinks):
Voorzitter! De resultaten van het onderzoek moeten worden afgewacht. Daarop vooruitlopend, stel ik twee vragen. Concentreert het probleem zich met name rond het OC in Eindhoven of komt dit ook voor bij andere centra waar minderjarige asielzoekers verblijven voor? De staatssecretaris heeft gezegd dat de stichting De opbouw eind november aan de bel heeft getrokken. Betrof dat een verontrustend bericht of was het meer een algemene melding? Is men ervan uitgegaan dat de jongeren weggingen zoals ook andere asielzoekers vertrekken of waren er andere opvattingen? Hoe kan het dat een en ander in verband wordt gebracht met gezinshereniging? Betreft dat gezinshereniging in Nederland of in het buitenland?
Staatssecretaris Schmitz:
Voorzitter! Het betreft niet uitsluitend het OC in Eindhoven. In Haarlem gaat het om een aantal van rond de 90 en in Oisterwijk rond de 30. Het is dus ook in andere centra voorgekomen. Vandaar dat het gehele verschijnsel wordt bekeken.
De stichting De opbouw heeft eind november het ministerie een brief gezonden, ook naar aanleiding van de vraag van onze kant of dit vaak voorkwam. In het algemeen meldt men dat volwassenen met onbekende bestemming vertrekken. Dat is ook aan de orde bij de alleenstaande jongeren. De stichting spreekt echter meer zorg uit over deze groep. Zij vindt dat er extra aandacht moet zijn voor deze jonge mensen.
Ten aanzien van de "gezinshereniging" veronderstelt de stichting De opbouw – ook de directie van het OC in Eindhoven heeft dat zo benaderd – dat de kinderen hierheen kunnen komen op zoek naar familie, maar zich als alleenstaande melden. Het betreft dus niet een formele aanvraag in de zin van gezinshereniging, maar men veronderstelt dat de verdwijning samenhangt met een vorm van familiehereniging waarbij, zo schrijft de stichting De opbouw, de indruk is dat de familie dat zo regelt omdat de officiële weg van gezinshereniging soms zo lang duurt. Men zoekt vormen en wegen om elkaar te vinden. Als wij daarover meer weten, zal ik de Kamer daarover nader rapporteren.
De heer Middel (PvdA):
Voorzitter! Ten aanzien van de begeleiding van de alleenstaande minderjarige asielzoekers heeft de staatssecretaris gesproken over een team in Eindhoven van zo'n 15 mensen dat zich daarmee bezighoudt. Ik kan mij voorstellen dat deze begeleiders signalen krijgen van deze kinderen, bijvoorbeeld over wat zij willen en waar zij eventueel naartoe gaan. Ik pleit er niet voor om kinderen op te sluiten of om een al te sterke begeleiding in te voeren, zodat het tot opsluiting komt. Wij zijn ertegen dat mensen tijdens de procedure worden opgesloten. Misschien kan de staatssecretaris iets over de begeleiding zeggen.
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de opvangcentra als een zekere doorvoerplaats fungeren voor gezinshereniging in Europa, ook al omdat de andere wegen voor gezinshereniging zijn afgesloten. Asielzoekers die nog in procedure zijn, kunnen zich niet met hun familie herenigen. Is de veronderstelling dat dit de enige weg is, juist?
Staatssecretaris Schmitz:
Voorzitter! Inderdaad heeft een centrum met een aanzienlijk aantal alleenstaande jonge asielzoekers een speciaal begeleidingsteam. Ik heb de omvang daarvan in Eindhoven gemeld, hetgeen mutatis mutandis ook voor de andere centra geldt. Onder begeleiding wordt ook verstaan het organiseren van activiteiten, het met elkaar de weg vinden en vooral het opbouwen van vertrouwen voor het leggen van contacten. De stichting De opbouw heeft gemeld dat die verdwijning vaak in de allereerste weken plaatsvindt, en dan is het vertrouwen nog niet zo sterk dat er van duidelijke signalen sprake is. Zodra er een jongere verdwijnt, vertrekt, wordt dit ook aan de politie gemeld. Als de kinderen jonger dan 16 jaar zijn, probeert men het ook landelijk op de politietelex te zetten, zodat zij kunnen worden opgespoord. Ik noemde daarom zojuist ook de instanties die aan het nadenken zijn over een tussenvorm, zonder dat daarmee aan bewaking wordt gedacht en zonder dat het karakter van het open centrum wordt aangetast. De begeleiding zou wat nader moeten worden gepreciseerd, waardoor eerder wordt gesignaleerd dat men van plan is om niet meer terug te keren. Bij de meisjes uit Nigeria werd na enkele gevallen geconstateerd dat men Nederlandse telefoonnummers had. Dat feit is onmiddellijk aan de vreemdelingendienst gemeld. Op deze manier houdt men zich ook in preventieve zin met deze kwestie bezig, maar het kan op geen enkele wijze waterdicht gebeuren.
De heer Middel sprak over Nederland als doorvoerplaats naar Europa. Om een misverstand te voorkomen, heb ik uitdrukkelijk ook over de gezinshereniging gesproken. Dat is echter niet de enige reden, want dan zouden wij een eenduidige verklaring hebben. Jongeren kunnen zich ook onttrekken omdat zij bang zijn om afgewezen te worden, of omdat zij vrezen dat hun leeftijd niet onder de AMA-leeftijd valt. Ik sluit daarnaast niet echt uit dat er door organisaties misbruik wordt gemaakt, om de kinderen toch de prostitutie of anderszins in te krijgen. Speculaties op dat punt zou ik echter wat hachelijk vinden. Zo kan ik ook niet echt zeggen dat wij een doorvoerplaats naar families elders in Europa zijn, zij het dat wij signalen ontvangen die erop wijzen dat er wat meer contacten met Canada zijn en dus niet meer alleen met de Verenigde Staten. Aangezien dit verder vastgesteld dient te worden, kan het onderzoek nog wel enige tijd duren. Het is zeker een aspect dat wij proberen in beeld te krijgen.
De heer Verhagen (CDA):
Voorzitter! In het antwoord van de staatssecretaris op vragen over de Indiase kinderen, kondigde zij aan dat zij in overleg zou treden met de raden voor de kinderbescherming om extra toezichthoudende maatregelen te bespreken. Ik verneem graag hoe het staat met het overleg. Kan het onderhavige onderwerp daar ook bij betrokken worden?
Van de heer Dittrich verneem ik graag, gelet op de vragen over de bewaking, hoe hij denkt die vorm te geven, nu de staatssecretaris zo duidelijk blijft bij het standpunt dat er sprake moet zijn van open centra.
Staatssecretaris Schmitz:
Voorzitter! Het overleg met de raden voor de kinderbescherming is gaande en past in het brede overleg waarover ik zojuist heb gesproken. Ik meld overigens dat ik morgen een nader overleg heb met de stichting De opbouw en dan zal zeker over deze kwestie worden gesproken. Deze afspraak was al gemaakt, los van deze mondelinge vragen. Als er aanleiding is tot het verstrekken van nadere gegevens, zal ik de Kamer graag per brief informeren.
De heer Dittrich (D66):
Voorzitter! De heer Verhagen stelde mij een vraag over bewaking, maar ik heb juist gesproken over bescherming van de minderjarigen, in die zin dat zij onder begeleiding bijvoorbeeld het centrum van Eindhoven ingaan. Ik heb niet gesproken over een hek om Beatrixoord met bewaking daarbij. Er is dus sprake van een misverstand. Ik ben het geheel eens met de staatssecretaris dat centra open moeten zijn en blijven, zij het dat de Nederlandse overheid verantwoordelijkheid heeft voor minderjarigen. Daarom vind ik dat die groep beschermd moet worden en heb ik de staatssecretaris gevraagd of daarvoor extra beschermingsmaatregelen mogelijk zijn.
De heer Janmaat (CD):
Voorzitter! De regering zou op de risicovluchten, dus de vluchten op Schiphol vanuit landen waar veel asielzoekers vandaan komen, maatregelen nemen om reisdocumenten te controleren. Lijkt het de regering gunstig om, als minderjarige asielzoekers aan boord van een Nederlands vliegtuig willen stappen en dat niet doen in het kader van gezinshereniging, hen te wijzen op de grote gevaren die hier dreigen in het kader van wat zojuist is aangegeven: verdwijnen in de prostitutie of fungeren als orgaandonoren, als zij niet in het kader van gezinshereniging naar Nederland komen? In de eerste plaats zou hun meegedeeld moeten worden dat zij hier niet in een paradijs terechtkomen, maar in een zeer risicovolle situatie. Daardoor zien zij mogelijk van een asielverzoek af. In de tweede plaats verneem ik graag van de staatssecretaris of zij minderjarige asielzoekers, als zij in de prostitutie terechtkomen, zal laten controleren op besmettelijke ziekten.
Staatssecretaris Schmitz:
Voorzitter! Was Nederland maar een paradijs, dan zouden mensen hier terecht heen komen. Men ondervindt hier inderdaad ook duidelijk problemen. Zoals bij herhaling in het uitvoerige asieldebat aan de orde is geweest, proberen wij mensen hierover zo goed mogelijk te informeren, maar dat is lang niet in alle gevallen mogelijk. Men neemt vaak eigen initiatief. Dat geldt voor volwassenen, maar dat geldt ook voor kinderen, ook als zij onder begeleiding van volwassenen hier komen. In de volle breedte kunnen wij ze toch niet echt informeren over de problemen die hen te wachten staan.
De heer Janmaat noemt weer een paar elementen, zoals prostitutie en orgaandonatie. Ik heb juist gezegd dat er in deze zaak geen sprake mag zijn van speculatie. Hierbij kan een reeks van oorzaken aan de orde zijn.
Dan kom ik op de gezondheidssituatie. In onze opvangcentra hebben wij een uitgebreid systeem voor het verlenen van gezondheidszorg, zowel aan volwassenen als aan kinderen.
Mevrouw Schuurman (CD):
Mijnheer de voorzitter! Ik heb de volgende vraag aan de staatssecretaris. Hoe is het mogelijk dat minderjarige kinderen aan een vliegtuigticket kunnen komen om zo'n dure reis als die naar Nederland te bekostigen?
Staatssecretaris Schmitz:
Voorzitter! Dat kan verschillende achtergronden hebben. Een voorbeeld is dat de familie ziet hoe slecht kinderen het hebben in landen waar oorlog en geweld aan de orde is, en hutje bij mutje legt om de kinderen toch naar het Westen te zenden, opdat zij het in de toekomst beter hebben. In die zin past ons ook een goede zorg voor de alleenstaande jonge minderjarigen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-19951996-48-3573-3576.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.