Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend tijdens het debat over IFOR, te weten:

- de motie-De Hoop Scheffer/Van Middelkoop over koppeling van de Nederlandse deelname aan IFOR aan Amerikaanse en Britse aanwezigheid (22181, nr. 140).

(Zie vergadering van 12 december 1995.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Blaauw (VVD):

Voorzitter! Tijdens het debat heb ik duidelijk naar voren gebracht dat de VVD-fractie haar toestemming verleent voor deelname aan IFOR door Nederland voor de tijdsduur van twaalf maanden, zijnde ook de tijdsduur zoals vastgelegd in het akkoord van Dayton, met daaraan gekoppeld een gelijktijdige deelname door de Verenigde Staten. Op deze voorwaarden heeft de regering geantwoord dat de Nederlandse deelname een onderdeel is van de Britse divisie en dat de Britse divisie gekoppeld is aan de aanwezigheid van de Verenigde Staten in IFOR voor een tijdsduur van twaalf maanden. Uit dien hoofde heb ik kunnen concluderen dat de VVD-fractie en de regering volledig op een lijn zaten. Dan moet ik ook concluderen dat de motie die door de heer De Hoop Scheffer en de heer Van Middelkoop is ingediend in feite niets toevoegt, maar alleen hetzelfde weergeeft en dus overbodig is. Daarom zal mijn fractie tegen deze motie stemmen.

De heer Hoekema (D66):

Voorzitter! De Kamer neemt vandaag een belangrijk besluit over de uitzending van meer dan 2000 Nederlandse militairen naar het voormalige Joegoslavië en met name naar Bosnië. De fractie van D66 is zich bewust van het belang van deze beslissing. Wij hebben zorgvuldig de argumenten van de regering gewogen. Die argumenten overtuigen ons op de essentiële onderdelen, zoals het NAVO-commando, de uitvoerbaarheid van het mandaat en de kracht van de bewapening. Nederland zal ter plaatse zijn gekoppeld aan het Verenigd Koninkrijk in een gezamenlijke divisie en het Verenigd Koninkrijk op zijn beurt aan de Verenigde Staten. In het licht van die militaire feitelijkheden heeft mijn fractie er geen behoefte aan om de motie te steunen.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de RPF, de SGP en het GPV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven